Het Vlaamse onderzoeksinstituut VITO richt een bedrijf rond de hout- en plantenstof lignine op. Dat is een van de meest voorkomende organische materialen op aarde. De ambitie is om er ‘biologische olie’ voor de chemiebedrijven in de Antwerpse haven van te maken, als alternatief voor aardolieproducten.
Lignine is een lijmstof die in bomen en planten zit. Het is de stof die hout zijn stevigheid geeft. De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) voert al jaren onderzoek naar de omzetting ervan tot een milieuvriendelijke grondstof voor de chemische industrie.
Het goedje is overvloedig aanwezig. Naar schatting 60 tot 70 miljoen ton lignine is beschikbaar uit houtpulp en de papierindustrie, zegt VITO. Het overgrote deel wordt gewoon verbrand. Maar wat als we er nu eens een bio-aromaat, een ecologische grondstof voor de chemische industrie, van konden maken? Lignine kan bijvoorbeeld gebruikt worden in de productie van biobrandstoffen, harsen en plastics.
De grote wetenschappelijke uitdaging is om lignine op een efficiënte manier af te breken en in stukjes op te delen, zodat ze bruikbaar zijn in de productieprocessen van chemiebedrijven, bijvoorbeeld in de Antwerpse haven. In een labo lukt dat aardig, maar dat op industriële schaal doen is andere koek.
Lignine-olie
Een eerste stap in die richting wordt nu gezet. Op basis van de opgebouwde kennis en de installaties van het pilootproject LignoValue, bereidt VITO de oprichting van een start-up voor die bedrijfsgerichte toepassingen moet commercialiseren. De zoektocht naar een CEO voor de spin-off is zopas opgestart. VITO mikt ook op externe investeerders om het kapitaal te versterken.
Het project LignoValue werd twee jaar geleden gelanceerd en moet tegen midden volgend jaar resulteren in een mobiele pilootlijn voor de productie van lignine-olie. Het ingenieursbedrijf Worley Belgium werkt mee aan de installatie, die 250 kilogram lignine-olie per dag zal produceren. Er wordt bewust voor een verplaatsbare installatie gekozen, zodat verscheidene bedrijven in de Antwerpse haven er op hun eigen site mee kunnen experimenteren.
Het project van 4,3 miljoen euro wordt mede gefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), de provincie Antwerpen en de Vlaamse Overheid.
Krakers
Wat zou daarna de volgende stap kunnen zijn? ‘In een ideale toekomst krijgen we in de Antwerpse haven biomassa-krakers die gespecialiseerd zijn in het ‘kraken’ van lignine of hout, zoals de huidige chemiebedrijven zich concentreren rond de zogenaamde nafta-krakers’, schetst VITO op zijn website. ‘Die biomassa-krakers zullen de basis zijn van een heel nieuwe, chemische ontwikkeling die dan niet meer vanuit aardolie bouwstenen gaat opnemen, maar wel vanuit lignine.’
Lees ook: