de eerste en belangrijkste verdedigingslinie die de Vivaldi-partijen voeren over het regeringswerk. Want uit de cijfers blijkt dat sinds februari 2023 alle Belgen slechter af zijn, en de koopkracht fors dipte, met 1,8 procent. En erger, zeker voor de linkerflank van de regering: de 40 procent laagste inkomens zijn over heel de regeerperiode genomen slechter af. Meteen kunnen de debatfiches en slogans in de prullenmand. De mantra ”wij hebben de koopkracht goed beschermd” dook tot nu toe haast altijd op in het discours van premier De Croo om zijn palmares te verdedigen. Ook cd&v herhaalt het systematisch: dankzij hun goed bestuur zijn de mensen behoed gebleven van achteruitgang. Bij Vooruit klopt voorzitter Melissa Depraetere zich nog meer op de borst, de socialisten willen dé partij van de koopkracht zijn. Groen focuste dan weer in de kiescampagne expliciet op de laagste inkomens, om in een volgende legislatuur “iedereen uit de armoede te halen”. Maar wat uit eerder kiesonderzoek al bleek: bijna 40 procent van de kiezers voelt écht een koopkrachtdaling.
In het nieuws: It’s the economy, stupid.
De details: “De koopkracht versterkt”. Het leek wel een vakje dat afgevinkt kon en mocht worden door de Vivaldi-partijen, tijdens deze campagne. Maar een nieuwe studie van de UGent, vanmorgen op de voorpagina van Le Soir, toont het omgekeerde.
- “Uw centen, die worden het thema. Die waren ook de inzet van de afgelopen vier jaar. Wij hebben uw job beschermd, wij hebben uw bedrijf beschermd, wij hebben uw centen beschermd. Dat behelst meer dan de koopkracht waar Vooruit op hamert, dit gaat over economische groei.” Aan het woord is premier De Croo, op campagne op de markt in Ninove, aan De Standaard.
- Dat de liberaal het over “de centen” wil hebben, is al langer duidelijk. Het is daarover, de portefeuille van de kiezer, dat eigenlijk zowat alle partijen slag willen leveren.
- Voor Open Vld lijkt het dus een “no brainer”. Zij krijgen wel forse concurrentie van N-VA, die heel hard heeft gekozen voor ‘Vlaamse welvaart’ als kiescampagne. Die teren daarbij meer op hun imago van “goede huisvader” en beheerder van de overheidskas.
- Cd&v heeft dan weer van de ‘fiscale hervorming’ een core thema gemaakt: al linken ze dat in de campagne tot nog toe niet zo makkelijk aan de portemonnee van de mensen.
- Net zo goed is er Vooruit, die het systematisch en bijna eindeloos over koopkracht hebben, net zoals aan Franstalige kant de PS. Zij komen daar dan weer PVDA tegen, die als vanouds inzet op dat thema.
- Finaal zijn er twee partijen die het in de campagne niet als hun kernthema nemen. Maar zelfs Groen, dat traditioneel op ecologie en klimaat inzet, en Vlaams Belang, die migratie en identiteit als core hebben, laten het thema niet links liggen, en kwamen elk met hun ‘armoede-’ of ‘koopkrachtplan’.
- Meteen werd het thema ook de makkelijkste en helderste methode om de verdediging van Vivaldi op te kunnen nemen. Want dat die regering aan Vlaamse kant omstreden was, met een Vlaamse minderheid immers, en immens veel interne spanningen en conflicten, is een understatement.
- Gaandeweg bouwden de federale meerderheidspartijen een verdedigingslijn op: deze regering “heeft de crisissen goed beheerd”, is de eerste pluim die men graag op de hoed steekt. En de tweede pluim, die haast in één adem wordt genoemd telkens: “De koopkracht is goed beschermd”, Vivaldi liet “niemand vallen”, waarbij de sociale flank werd afgedekt.
- Dat voor die laatste verwezenlijking ook de begroting dan maar moest sneuvelen, dat nam Vivaldi erbij. Want telkens maakten de regeringspartijen, opvallend ook zelfs Open Vld, de vergelijking met het buitenland, waarbij zij een meer sociale en ‘zachtere politiek’ voor alle Belgen zouden hebben gevoerd.
De harde cijfers: Een nieuwe, uitgebreide studie komt nu met andere, voor Vivaldi uiterst lastige resultaten.
- Drie professoren van de UGent, Gert Peersman, Koen Schoors en Milan van den Heuvel, onderzochten de anonieme banktransacties van 900.000 Belgen.
- De grote conclusie: in de eerste twee Vivaldi-jaren, ‘21 en ‘22, steeg de koopkracht in de huidige legislatuur effectief, zodat op het eind nog 1,4 procent stijging blijft. Alleen valt die sinds februari 2023 wel fors terug, met 1,8 procent.
- De koopkracht maakte dus een roetsjbaan mee. De laatste 15 maanden moeten mensen hun gedrag aanpassen: waren ze eerst gewend aan een hoger inkomen, dan konden ze nu plots minder kopen met hetzelfde geld.
- En eigenlijk nog erger voor zeker de linkerflank van Vivaldi: de opvallend grote verschillen tussen de verschillende inkomens. De onderzoekers keken naar vijf inkomensgroepen, die telkens 20 procent vertegenwoordigden.
- Wat blijkt: enkel de 20 procent hoogste inkomens ging er over de volledige lijn op vooruit. Zij zagen hun koopkracht met 4,5 procent toenemen sinds de start van Vivaldi in oktober 2020. Ook in het afgelopen jaar, vanaf maart 2023, steeg hun koopkracht nog met 0,4 procent.
- De twee groepen daaronder zagen hun koopkracht in het algemeen toenemen. Bij de inkomensgroep van 40 tot 60 procent was dat met een sterke 3,5 procent. Maar daarbij is een duidelijke afname merkbaar vanaf maart 2023.
- Uiterst vervelend voor Vooruit en Groen, in hun strijd met PVDA: de groep met laagste inkomens (0 tot 20 procent) is merkbaar slechter af, na deze regeerperiode. Zij zagen hun koopkracht dalen met 2,7 procent sinds oktober 2020. In het laatste jaar werd dat zelfs 6,4 procent. Ook de groep daarboven merkte een algemene daling tijdens deze legislatuur met 0,6 procent die sterk toenam in het laatste jaar, met 3,5 procent.
De oorzaak: De regering bereikte net het omgekeerde effect van wat ze nastreefden, is de conclusie van de onderzoekers.
- De automatische loonindexering moet schommelingen in de koopkracht beperken. Maar net dat systeem heeft de grote verschillen veroorzaakt, is de conclusie. Wie al veel verdient, gaat door de stijgingen in percentages immers fors nominaal vooruit. Wie weinig heeft, krijgt weinig bij. “Daardoor zijn we tijdens de energiecrisis eerst overgecompenseerd en daarna ondergecompenseerd”, licht Peersman toe.
- En nog een pervers effect van de maatregelen: de inflatie werd berekend op basis van de nieuwe energiecontracten, terwijl het merendeel van de bevolking nog een vast of een lopend variabel contract had. Daardoor lag de reële kostprijs voor gas en elektriciteit hoger dan het inflatiecijfer aangaf. De officiële cijfers gaven 4 procent inflatie aan, terwijl de onderzoekers de gemiddelde energiefactuur met 6,6 procent zagen stijgen.
- Ze vinden dan ook dat de maatregelen van de regering, de btw-verlaging en de bredere energiesteun, foute beleidskeuzes waren. Vivaldi zou daarmee dus vooral de hogere inkomens bevoordeeld hebben. De onderzoekers pleiten ook voor een hervorming van de consumptieprijsindex, zodat die beter weergeeft wat de werkelijke energiekosten zijn.
Waarom dit bepalend kan zijn in de campagne: De goed-nieuws-show rond die koopkracht strookte al niet met het gevoel van veel radicalere kiezers. PVDA en Vlaams Belang krijgen nu, net als N-VA, nog extra munitie.
- Vivaldi baseerde zich niet op luchtkastelen, met hun claim “de beschermers van de koopkracht” te zijn. Uit cijfers van de Nationale Bank van België en het Planbureau blijkt dat de gemiddelde koopkracht met 2,2 procent steeg ten opzichte van 2020. Op basis daarvan kraaide men triomf.
- Want dat had, volgens beide instellingen, wel degelijk te maken met een Vivaldi-maatregel. Door energiesteun te geven en een btw-verlaging door te voeren te midden van een energiecrisis bleef de schade beperkt.
- En er was de fameuze automatische loonindexering, die anders dan in de rest van Europa meteen de forse inflatie compenseerde op de Belgische loonbriefjes, wat de premier eindeloos verdedigde. Dat laatste leidde er zelfs toe dat de Vlaamse liberalen in hun kiesprogramma voortaan nu de automatische index willen behouden, tot gruwel van de werkgevers.
- Maar verschillende signalen in kiezersonderzoek wezen erop dat de perceptie bij de kiezer anders zat en zit. In de laatste peiling van VRT/DS gaven liefst 37 procent van de ondervraagden aan te vinden dat hun financiële situatie verslechterd was. Dat komt veel beter overeen met de cijfers van Schoors en Peersman, op basis van de bankgegevens.
- En niet toevallig zit er disproportioneel veel kiespubliek in die onderste 40 procent, die ook nu al aangeeft te overwegen voor de extreme partijen te stemmen. Extra munitie nu dus, zowel voor Raoul Hedebouw (PVDA) als Tom Van Grieken (Vlaams Belang): “Neen, u bent niet goed beschermd”.
- Voor N-VA ligt het iets subtieler. Daar bouwde men de campagne op door Vivaldi op hun zwakke flank aan te vallen, de begroting, eerder dan de in perceptie ‘sterke’ flank van koopkracht. De kern van het betoog is dat Bart De Wever (N-VA) en co het tekort weer onder controle willen krijgen. Dat het ultieme argument van Vivaldi, die ‘koopkracht’, nu verdampt, helpt dus wel, maar eerder om opnieuw de geloofwaardigheid van het federale regeringsverhaal in twijfel te trekken.