De kleine kieskring: ultieme reddingsboei voor cd&v en Open Vld, of de omweg om uiteindelijk aan herverkaveling te beginnen?

De kleine kieskring: ultieme reddingsboei voor cd&v en Open Vld, of de omweg om uiteindelijk aan herverkaveling te beginnen?
Open Vld-voorzitter Egbert Lachaert en cd&v-voorzitter Sammy Mahdi – foto’s: Getty Images

Kan een hervorming van de kieskringen twee centrumpartijen in nood, cd&v en Open Vld, redden, of meteen in één pennentrek het partijlandschap hervormen? Een opvallend pleidooi van de Vlaamse liberaal Egbert Lachaert dit weekend blijft hangen. Want de Open Vld-voorzitter neemt niet alleen het discours over dat de vorige cd&v-baas Joachim Coens hanteerde, en wat die zag als de ultieme reddingsboei voor de christendemocraten: de ultrakleine kieskring. Meteen maakt Lachaert dezelfde analyse die velen intern, inclusief partijgenoot Bart Tommelein, uitspraken: “Er zijn te veel partijen.” Het invoeren van een Brits-Frans kiessysteem zou dat moeten oplossen, maar doekt meteen de eigen Open Vld, zoals ze nu bestaat, voorgoed op.

In het nieuws: De Open Vld-voorzitter neemt een bocht, over de toekomst van zijn eigen partij.

De details: Daar waar Lachaert bezwoer “niet het licht uit te gaan doen als laatste Open Vld-voorzitter”, pleit hij nu plots de facto wél voor een kiessysteem, dat zijn partij zou doen verdampen.

  • Brandt het liberale vuur nog? Bart Tommelein, de populaire burgemeester van Oostende, kreeg harde interne verwijten, toen hij begin mei, nu dik twee maand geleden, de vraag opperde “of een puur liberale partij nog zin had”.
  • Meteen voelde partijvoorzitter Lachaert zich toen op de pik getrapt: de “Operatie Liberaal Vuur”, gelanceerd door de Merelbekenaar, moest (en moet nog steeds) net de eigen partij-identiteit aanwakkeren, in een periode dat de schaduw van de eerste minister, Alexander De Croo (Open Vld) fors over de Open Vld schuift. Tommelein kwam plots een emmer water op dat vuurtje gooien.
  • Hij had in een dubbelgesprek met Johan Vande Lanotte (Vooruit) in Knack een paar harde waarheden geopperd: de kleine centrumpartijtjes, hij keek in de eerste plaats naar liberalen, socialisten en christendemocraten, zouden beter opgaan in één groot geheel. “Als we allemaal in ons eentje voortdoen, blijven we drie kleine partijen tussen 10 en 15 procent.”
  • Nieuw was die analyse niet: zowat iedereen die in en rond de Wetstraat rondloopt, en met name binnen Vivaldi, komt tot de vaststelling dat de versnippering het besturen bijzonder lastig maakt. Het geroezemoes rond een ‘herverkaveling’ gaat niet liggen, waarbij een fusie tussen één of meer politieke entiteiten telkens toch de finaliteit is.
  • Lachaert worstelt al langer met die analyse, die parallel loopt met een andere discussie binnen de partij: moet het verhaal opgebouwd worden rond een eigen, liberaal-blauwe koers, of eerder opgehangen aan de populariteit van premier De Croo, en diens centrumregering? In dat tweede scenario is veel meer ruimte voor herverkaveling, en het openbreken van partijgrenzen. In het eerste is het blind verder doen, met uiterst ongemakkelijke peilingen van minder dan 10 procent die in de nek van de voorzitter blijven hijgen.
  • Die analyse gaat overigens iets breder dan de figuur van de premier: eigen lokale sterke mannen, in onder meer Gent, Mechelen, maar evengoed Oostende hanteren nu al dezelfde template. Een populaire leider van een brede coalitie, die centrumpartijen verzamelt, kan veel beter onder een brede vlag opkomen, dan ‘puur liberaal’ te blijven, zo hebben Mathias De Clercq (Gent), Bart Somers (Mechelen) en Tommelein zelf (Oostende) al lang beslist in het licht van 2024.
  • In het najaar van 2021 was Lachaert nog bijzonder radicaal, en wilde hij niets horen van zo’n ‘verruiming’ van het liberale project. Integendeel: op de fractiedagen van Open Vld liet hij iedereen horen “niet de laatste voorzitter van Open Vld te willen zijn”. Vervolgens zette hij die ‘Operatie Liberaal Vuur’ in gang, en benoemde met Jasper Pillen en Stephanie D’Hose twee nieuwe ondervoorzitters: een opsmukoefening die verder weinigen in beroering bracht.
  • In die zin verraste Lachaert dit weekend, door in Het Nieuwsblad een verdacht parallelle analyse te maken, aan die van Tommelein in mei, die toen nog de toorn van de voorzitter had opgeleverd: “We kunnen de politiek deblokkeren als we het aantal partijen inperken”, zo stelt Lachaert. “Je hebt minder partijen nodig als je slagkrachtiger beleid wil. (…) Het is heel moeilijk geworden om coherent beleid te voeren.”
  • Daarvoor wil Lachaert “het kiessysteem drastisch hervormen”: Hij wil 130 zetels van de 150 laten verkiezen in hele kleine kieskringen, met zo’n vier gemeentes samen. De resterende 20 moeten dan in een federale kieskring.
  • Vreemd genoeg houdt Lachaert daarbij een pleidooi dat dus ingaat tegen de laatste grote hertekening van de kieskringen, die de paars-groene regering van Guy Verhofstadt (Open Vld) doorvoerde. “Nu is de provinciale kieskring goed voor bekende familienamen en BV’s. Maar voor iemand die vanuit de basis vertrekt is dat een te groot gebied.” Dat is opvallend, omdat uitgerekend zijn partij, met De Croo, De Clercq, De Gucht, Dewael … een heel pak politieke dynastieën kent.
  • Binnen Open Vld is daarom ook wel wat ongeloof over de analyse van Lachaert: “Wel opvallend, dit is exact waar Tommelein dus ook al uitkwam, maar dan niet via de omwegen van een kieshervorming”, klinkt bij de ene. “Wat zegt dat nu over de koers van de eigen partij? Zijn we nu weer van richting aan het veranderen?”, zo ergert ondertussen een blauwe topper zich.

Wat zou dit betekenen: Een Brits systeem, met kleine kieskringen, of een Frans systeem, met twee ronden, levert telkens één zaak op: slechts een handvol partijen.

  • Het huidige Belgische kiessysteem, een proportionele vertegenwoordiging in één ronde, met zetelverdeling volgens de methode D’Hondt, bestaat sinds 1899. Pas na de Eerste Wereldoorlog volgde het enkelvoudig stemrecht, en na de Tweede Wereldoorlog mochten ook vrouwen stemmen.
  • In 2002 volgde een laatste wijzing, door de kiesdrempel in te voeren én de kieskringen fors te vergroten. In principe kan dat met een gewone meerderheid geregeld worden. Of ook een federale kieskring zou kunnen, zonder de grondwet te wijzigen, is voer voor specialisten.
  • Een systeem met veel kleinere kieskringen, is in feite het Brits systeem: waar slechts één zetel per kieskring te verdelen is. The winner takes all: enkel de grootste in dat district wint. Met Lachaert z’n voorstel, met slechts vier gemeenten per kieskring, kom je daarbij zeker uit: Vlaanderen telt zo’n 300 gemeenten, Brussel 19, en Wallonië 262. Dan kom je met 1 zetel per vier gemeenten er zelfs niet: het zal dus zeker in dunbevolkte gebieden iets meer moeten zijn dan die vier.
  • Bovendien wil de Open Vld-voorzitter nog extra hefboom inbouwen om grote partijen te bevoordelen: een systeem over twee rondes, zoals in Frankrijk. Enkel de twee grootste kandidaten in de eerste ronde gaan naar die tweede ronde, opnieuw een systeem dat partijen en politieke stromingen samenduwt: in Frankrijk werd zo links geforceerd in één blok rond de uiterst-linkse kandidaat Jean-Luc Mélenchon, terwijl Emmanuel Macron het centrum helemaal domineert, en verder er eigenlijk enkel nog extreem-rechts is.
  • “Volgens mij houd je dan een viertal partijen over en zullen de extremen minder talrijk aanwezig zijn”, zo stelde Lachaert over dat idee, in Het Nieuwsblad.
  • Opvallend genoeg maakte ook Joachim Coens, die in de nadagen van zijn voorzitterschap nog erg actief was in contacten leggen, over partijgrenzen heen, dezelfde analyse: kleine kieskringen als oplossing voor de versnippering. En als overlevingsmethode voor zijn zwalpende partij.
  • Vandaag wil men op de Wetstraat 89, het partijhoofdkwartier van cd&v, niet veel kwijt over het idee van Lachaert. Men verwijst wel naar het ‘Power On’ congres van Coens, waarin dat principe is goedgekeurd als partijprogramma: “Om de band tussen burgers en volksvertegenwoordigers zo hecht mogelijk te houden, gaan we naar kleinere kieskringen. Zo hebben we echt volksvertegenwoordigers die hun kiezers herkenbaar vertegenwoordigen.”
  • “Het is niet zo gek om te zien waarom Open Vld en zeker cd&v dat voorstel doen: ze rekenen op hun laatste grote troef, een aantal sterke lokale figuren. Die zouden met dergelijke kleine kieskringen in staat moeten zijn om dan toch nog wat zetels te halen”, zo analyseert een andere partijvoorzitter. Cd&v telt zo’n 130 burgemeesters in Vlaanderen, Open Vld een 75-tal. N-VA heeft, in verhouding tot naar nationale kracht, met 55 stuks nog een pak minder burgemeesters, net zoals Vooruit. Groen heeft er helemaal geen, Vlaams Belang en PVDA evenmin.
  • “Het is wel evident wie in zo’n systeem meest zou verliezen: Vlaams Belang zou er maar heel moeilijk doorkomen”, zo luidt de analyse bij op een partijhoofdkwartier. “En Lachaert rekent duidelijk, net als destijds Coens, op een mix van die lokale kopstukken, en wat nationaal bekende mensen, om toch boven zijn gewicht van 9 procent te kunnen punchen.”

De essentie: Meer dan over het kiessysteem, gaat het over die herverkaveling.

  • Denkoefeningen en contacten tussen de twee centrumpartijen die in de peilingen meest bedreigd worden, zijn niet nieuw. Tussen Lachaert en Coens werd achter de schermen wel degelijk al doorgepraat over een hertekening van het politieke landschap in Vlaanderen. Maar die gesprekken bleven altijd filosofisch, tot een echte fusieoperatie kwam het nooit: daarvoor opereerde de cd&v-voorzitter hoe dan ook wat te chaotisch.
  • Maar ook opvolger Sammy Mahdi (cd&v) opende die lijn met de liberalen: discrete contacten met de cd&v-voorzitter dateren overigens al van voor diens periode als staatssecretaris. Ook bij Open Vld had men al lang het talent van Mahdi en zijn behoorlijk rechtse lijn opgemerkt, na zijn verlies van de interne verkiezingen van 2019 bij cd&v. Het kon dus geen kwaad om destijds, vanuit de liberalen, aan zijn mouw te trekken. Het aanbod werd vriendelijk afgewimpeld.
  • In de laatste weken van Coens zijn voorzitterschap, toen hij al ontslag had genomen, kon nog vrijer gepraat worden: de cd&v-voorzitter had niet veel meer te verliezen. Dat zette toch hier en daar wat geesten in beweging.
  • “Ja, die twee partijen en hun voorzitters zullen elkaar zoeken”, klinkt het over cd&v en Open Vld. “Maar dat gaat dan hun gezamenlijke ondergang zijn. Want christendemocraten en liberalen, dat is toch totaal iets anders?”, zo is op een ander partijhoofdkwartier te horen.
  • Maar een collega-voorzitter ziet het anders: “Bij cd&v lijkt men te beseffen dat fusiegesprekken best niet worden aangegaan wanneer het faillissement nakend is. Beter eerst de eigen winkel opkuisen, en dan vanuit sterkte onderhandelen.”
  • En effectief: Mahdi koos als voorzitter meteen voor een scherpe koers. Als cd&v-voorzitter lijkt hij te opteren voor het model van Georges-Louis Bouchez (MR) aan Franstalige kant, met een uiterst assertieve lijn naar andere partijen toe. Het recente offensief, waarbij Mahdi opduikt bij een varkensboer in z’n social media, om de omstreden uitspraken van Zuhal Demir (N-VA) over die varkensstapel aan te vallen, bewijst dat het menens is voor de cd&v-voorzitter.
  • Dat is niet meteen een koers die op korte termijn tot toenaderingen zal leiden. Want een ander dossier ligt op Vlaams niveau te sudderen: de Ventilus-hoogspanningslijn. En daar staan Open Vld en cd&v lijnrecht tegenover elkaar.
  • Ten gronde is er overigens bij andere partijleiders bitter weinig interesse om naar zo’n hervorming zoals Lachaert ze voorstelt te gaan. “Te veel partijen? Dat is toch wel een heel utilitaire kijk op de democratie en ons kiesstelsel. Het buitenland toont aan dat een democratie niet sterker wordt als ze minder proportioneel is”, zo is ferm op het partijhoofdkwartier van Groen te horen. Ook bij Vooruit is er weinig interesse: daar gaan ze steeds meer uit van eigen sterkte.
  • Enkel N-VA zegt niet meteen ‘neen’: al in het najaar van 2020 lanceerde Bart De Wever (N-VA) een soortgelijk voorstel, waarbij hij een first-past-the-post-systeem wilde, met de grootste partij die de zetel(s) krijgt, om het land “terug bestuurbaar te maken”. Al specifieerde hij toen niet hoe groot de kieskringen dan zouden zijn.
  • Het blijft dus voorlopig bij een blauw ballonnetje. Maar wel eentje met een opvallend oranje strik rond.

Vandaag: Een feestdag voor het Vlaamse niveau, nog niet federaal.

  • “Ja, een betaalde feestdag: wat mij betreft moet die er zo snel mogelijk komen voor 11 juli, maar dat is iets wat via de Nationale Arbeidsraad moet gaan”, zo legde Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) gisteren uit aan VTM. Met andere woorden: Vlaanderen moet toch bij het federaal niveau langs, om daar een feestdag los te wrikken voor zichzelf.
  • “Maar er is een eenvoudige oplossing mogelijk. Elk jaar is er wel één feestdag die op zaterdag of zondag valt, en dat zouden we dan telkens kunnen vervangen door 11 juli”, zo stelde Jambon, die daarover hoopvol was, want “er is iets aan het bewegen, misschien is het tegen volgend jaar in orde”. Voorlopig niet dus, en dus hebben de Vlaamse ambtenaren wel vrij, maar de federale niet.
  • Overigens gaf Jambon gisteren al z’n speech, aan de Groeningenkouter in Kortrijk. Vandaag is het aan Philippe Close (PS) als Brusselse burgemeester, in zijn stadhuis, en dan aan Liesbeth Homans (N-VA) als Vlaams Parlementsvoorzitter. Daarna is er op de binnenplaats de traditionele receptie, meestal de reden waarom mensen naar Brussel afzakken.
  • Jambon bracht een opvallend optimistische speech, waarbij hij pleitte voor “meer zelfvertrouwen, en meer geloof in de toekomst”. Gewaagd, op moment wanneer zowat elke econoom een recessie, hoge rentes en een blijvende energiecrisis voorspelt.
  • Maar kijk: “Vlaanderen moet zijn vleugels uitslaan”, zo was het motto. Wat volgde klonk helemaal niet ‘Vlaams’ qua insteek, eerder Nederlands, of zelfs Amerikaans van mentaliteit:
    • “We moeten ­onze ­bescheidenheid opzij durven te zetten. Bescheidenheid siert, maar hindert ons weleens om met de ­nodige trots op de bühne te staan.”
    • “Vlamingen zijn een fantastisch volk, maar we hebben de verfoeilijke neiging onze eigen vleugels te ­laten afknippen. Laten we ophouden glazen die halfvol zijn, halfleeg te noemen.”
    • “We moeten ­ophouden onszelf complexen en depressies aan te praten. We moeten stoppen met zurigheid, stoppen met negativisme.”
    • “We staan verdorie aan de top van de wereld, maar we beseffen dat onvoldoende. En als we het beseffen, vergeten we het uit te stralen.”
  • En uiteraard herhaalde Jambon z’n ‘dada’: de Vlaamse zelfontplooiing wordt gehinderd door “een verwrongen en muurvaste staatsstructuur”. Daarbij verwees hij op VTM heel expliciet naar de arbeidsmarkt. Die wilde Vivaldi ook wel ‘asymmetrisch’ maken, met wat meer bevoegdheden voor de deelstaten. Maar daar is voorlopig weinig van in huis gekomen.  
  • De realiteit is zo anders in Vlaanderen en Wallonië, waar men nog veel meer werklozen heeft. Bij ons gaat het vooral om langdurig zieken: daar is een enorm potentieel om aan te boren, in de Vlaamse arbeidsmarkt”, zo stelde Jambon, die schermde met “29 voorstellen vanuit zijn Vlaamse ploeg, voor een asymmetrische arbeidsmarkt”. Niet toevallig komen die van het cd&v-kamp, dat de Vlaamse minister van Werk levert, maar federaal ook in Vivaldi zit natuurlijk.

Genoteerd: De pensioenen blijven stokken. Geen hoopvolle signalen bij de PS ondertussen.

  • Nog twee dossiers blijven over van het ‘zomerakkoord’, tegenwoordig de ‘zomeragenda’ geheten: de onderhandelingen met Engie en de Pensioenen. Een kleinere begrotingsbespreking volgt deze week, na een verslag van het Monitoringcomité, maar daar verwacht niemand dat er echt nog een politieke discussie volgt. De belangrijkste dossiers, sociaal-economisch, zijn zo allemaal naar het najaar en de echte begrotingscontrole verkast voor de federale regering.
  • Die kwam gisteren lang samen, over de pensioenen. En echt hoopvol zijn de signalen niet. Want de berekeningen waren niet volledig, tot frustratie van een aantal partners, wat de zaak er niet makkelijker op maakte. Maar erger: een oude dreiging van de PS loert om de hoek, en staat vandaag in Le Soir te lezen. Die is heel simpel: de Franstalige socialisten zijn niet bereid om “om het even wat te slikken”. Dan nog liever “geen deal”.
  • En in wat voorligt, voornamelijk onder druk van cd&v en de liberalen, zitten een pak zaken die zij als “Zweedse recepten” catalogeren. Opnieuw langer werken voor de mensen van het spoor of Defensie, dat lijkt helemaal uitgesloten voor de Franstalige socialisten. Als het dat is, houdt de PS gewoon vast aan haar trofee die ze al binnen heeft: het verhogen van het minimumpensioen naar 1.500 euro netto.  
  • Zo was er flink wat gesteggel over op basis van welke nota men nu discussieerde, die van de premier (die te veel lastige zaken voor de PS bevatte), of die eerdere versie, die minder ‘onbespreekbare punten’ bevatte. Uiteindelijk won de premier dat pleit, maar het hielp niet om een akkoord te sluiten.
  • Tegelijk zijn die structurele ingrepen nu net de soort hervormingen die men vooral aan de rechterkant van Vivaldi nodig heeft, om dit pensioenakkoord verdedigbaar te maken. Anders komen cd&v, MR maar zeker Open Vld politiek gezien in de problemen: hoe leg je die deal dan uit bij de achterban?
  • De timing is lastig: morgen komt de Vergrijzingscommissie met een nieuw rapport dat de kosten van het pensioen op lange termijn in kaart brengt. En dat belooft niet veel goeds: het zal nog meer olie op het vuur zijn voor diegenen die schreeuwen om een structurele hervorming, die veel dieper en verder gaat dan wat voorligt bij Vivaldi.
Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.