“Vivaldi is veel gedoe geweest en heeft ook gelukkig veel gedaan, maar het stukje ‘veel gedaan’ is er wel enkel door ons gekomen”, zo stelt de jonge Melisse Depraetere (31 jaar) ferm. “Dus als de premier zegt: “Het beste moet nog komen”, dan had ik liever gehad dat hij de voorbije vier jaar gezorgd had dat er nog iets meer mogelijk was en dan zeker met de liberale partners.” Dat Depraetere plots voorzitter werd van haar partij Vooruit, enkele maanden geleden, zindert nog na. “We hebben het noodgedwongen heel veel over al het gedoe rond Conner Rousseau gehad. Het ging er drie maanden lang over en niet meer over de inhoud.” Het dipje dat daarop volgde in de peilingen, wil Depraetere nu absoluut goedmaken. Al is het helemaal niet duidelijk of dat met of zonder Rousseau zal zijn. Maar daar draait het voor de voorzitster niet om, wel “om inhoud”. “De grote hervormingen blijven uit en dat kan niet langer.” De lat moet dus nog omhoog, met een zo sterk mogelijke Vooruit voor haar, “want de uitdaging volgend jaar zal niet min zijn. Het wordt de grootste uitdaging ooit.” Haar voorspelling: “Ofwel komt er een regering met N-VA en extreemrechts en je ziet overal ter wereld wat daar het gevolg van is. Mensen gaan er op achteruit. Ofwel komt er een regering met ons, met Vooruit, en dan kunnen mensen er wel op rekenen dat zij binnenkort betaalbare facturen hebben, dat de kinderopvang beter georganiseerd wordt, dat onderwijs weer een topprioriteit wordt.” Ze doet meteen ook stevig de deur dicht voor de PVDA van Raoul Hedebouw: “Ik zie geen enkele mogelijkheid om samen met hen iets te doen.”
“Dit jaar had wel een paar verrassingen in petto. Dat is een feit. Als je mij gezegd had ik dat de partij zou moeten gaan leiden, ik had je niet geloofd. Want dat was natuurlijk niet het plan. Maar goed, het is gelopen zoals het gelopen is, en intussen is het wél zo en heb ik er eigenlijk ook wel heel veel goesting in om dat in 2024 te gaan doen. Dus het is wel met volle overtuiging en met overgave.”
Hebt u een dieptepunt voor het afgelopen jaar?
“Welja, die periode van het ontslag van Conner Rousseau was natuurlijk wel zwaar. We moeten daar niet flauw over doen. Alles wat eraan voorafgegaan is….”
“Maar ook de wissel op zich is natuurlijk puur menselijk een heel moeilijke periode. Want Conner en ik hadden ook een goede band. We hebben de voorbije jaren heel veel samen gewerkt aan hetgeen wat er vandaag voorligt.”
“Het is een heel moeilijke periode geweest, maar het is tegelijk ook wel een soort hoogtepunt geworden. Dus van diepte- naar hoogtepunt. Want het heeft mij ook wel doen beseffen en laten zien dat er een heel sterk team staat. Met ministers, met fracties, met heel veel lokale bestuurders, die ongelooflijk veel goesting hebben om volgend jaar de uitdagingen aan te gaan.”
“Als ik dan over het dieptepunt spreek, dan was dat mijn grootste bezorgdheid: dat hetgeen waar wij aan gebouwd hebben de voorbije jaren, dat dat als een pudding in elkaar zou zakken. En dat is absoluut niet het geval. Dus dat geeft mij heel veel moed om volgend jaar ervoor te gaan.”
Rousseau zijn stijl was intern wel heel directief. Hij wist heel duidelijk waar hij naartoe ging.
“Ja, hij was heel directief, inderdaad. Hij wist goed wat hij wou, wist waar we naartoe moesten met de partij. Maar Conner was ook wel iemand die dat in heel veel overleg deed. Ik was hiervoor fractieleider in de Kamer, dus wij hadden ook al continu overleg gehad over inhoud, communicatie, campagne enzovoorts.”
“Net als met onze ministers, met Frank (Vandenbroucke, red.) en met Caroline (Gennez, red.). Dat was ook wel typisch Conner, dat hij ons daar heel nauw bij betrok. En dat maakt dan dat de stap om zelf voorzitter te worden iets gemakkelijker wordt. Want hetgeen dat op tafel ligt, daar hebben wij samen aan gewerkt de voorbije jaren.”
U had ook weinig keuze voor dat voorzitterschap: Rousseau schoof u heel nadrukkelijk naar voren als opvolger. Op heel jonge leeftijd nu de partij leiden?
“Ja, dat is zo. Maar dat was natuurlijk ook al zo als fractieleider in de Kamer. Ik was 26 of 27 jaar toen ik fractieleider werd.”
Dat is eigenlijk onwezenlijk vroeg.
“Ik vond dat veel moeilijker dan de stap die nu wordt gezet. Omdat toen alles nieuw was. Het was ook niet meteen mijn plan, het is een beetje zo gelopen om zelf aan politiek te gaan doen.”
“Je komt nieuw aan in het Parlement. Daar zitten meteen toch een aantal kleppers die al jarenlang meedraaien. En als Parlementslid heb je nog een beetje ruimte om daaraan te wennen. Maar op het moment dat je fractieleider wordt, is dat natuurlijk niet meer zo. Je wordt onmiddellijk in het debat gegooid, tegen een Patrick Dewael (Open Vld) en Servais Verherstraeten (cd&v), tegen Peter De Roover (N-VA). Dus toch mensen die al een lange staat van dienst hebben.”
“En dan heb je geen tijd om even je comfort te zoeken of wat dan ook. Op inhoud moet je dan plots niet enkel één thema beheersen, maar alles. Alle actualiteit, de begroting, noem maar op.”
“Ook de media was toen helemaal nieuw voor mij, en dan gaat het wel heel snel. Nu is dat toch alweer anders. Ik ken ondertussen de thema’s waar wij federaal veel rond gedaan hebben: rond koopkracht, rond zorg. Maar ook rond de begroting. En even goed ken ik ook de media intussen, dus de stap is een stuk kleiner om te zetten dan toen.”
Maar de laat ligt hoog. Vooruit zat op een soort high, dat ging richting 16, 17 procent. Nu zakt dat toch wel wat in?
“De afscheiding met de andere Vivaldi-partijen was er heel duidelijk. Volgens mij omwille van een aantal redenen. Ten eerste omdat wij op onze thema’s, op de thema’s die er voor ons toe doen en op de thema’s waarvoor wij in de regering zijn gestapt, ook echt wel het verschil hebben gemaakt. Als het gaat over de koopkracht, zal niemand ontkennen dat Vooruit daar een ongelooflijk verschil heeft gemaakt, dat wij degenen zijn die daarop gewogen hebben. De minimumpensioenen, de minimumlonen die zijn opgetrokken. Herinner je je de hele btw-discussie? Niemand was daarvoor. Wij zaten met zeven partijen in de regering en Vooruit was de enige partij die daarvoor ging.”
‘Wij stonden volledig alleen, maar we zijn er wel in geslaagd om die btw permanent te verlagen. En evengoed, wat Frank allemaal doet binnen de gezondheidszorg, dat is enorm. Die zorgt ervoor dat de psycholoog tegenwoordig gratis wordt voor een heel aantal mensen. Dus daar zijn stappen gezet.”
“Voor de kiezer is dat wel heel belangrijk en bepalend geweest. Dat merk ik toch wel als ik met mensen spreek. We hebben weinig beloofd, maar we hebben het wel allemaal waargemaakt. En dat maakt het natuurlijk heel duidelijk. Ze weten waar wij voor staan en waar wij het verschil willen maken. En natuurlijk was er ook het aspect van Conner, die een heel populaire leider is. Daar moeten we niet flauw over doen.”
Die gaf een soort extra glans eraan.
“Hij zorgde er vooral ook voor dat mensen die totaal niet geïnteresseerd waren in politiek of die het helemaal niet volgden, wel wisten wie Conner was en waar hij voor stond. Dus dat is gewoon zo.”
“Maar Conner heeft meer gedaan dan enkel populair zijn als persoon. Hij heeft ook de partij terug opgebouwd, hervormd, nieuwe mensen kansen gegeven en ervoor gezorgd dat wij een sterk rapport voor te leggen hebben aan de kiezer. De juiste ministers gekozen…”
Kan u straks dat dipje nu in de peilingen goed maken?
“Ja, uiteraard. Dat is altijd de bedoeling, dat je zo goed mogelijk scoort om zo veel mogelijk te kunnen veranderen voor mensen. En wat ik gezien heb de voorbije maanden, is op het moment dat wij het heel hard over onze inhoud hebben gehad, dat was met ons congres in juni, toen hebben we voorstellen gelanceerd rond kinderopvang, rond onderwijs, rond de basisbaan om mensen aan het werk te krijgen. Toen hebben we op ons best gescoord.”
“De voorbije maanden hebben we het heel veel over al het gedoe rond Conner gehad. Het ging er drie maanden lang over. Dan is het ook logisch dat dat weinig mensen aantrekt. Het ging niet meer over de inhoud.”
Het ging enkel nog over hem.
“Dat is natuurlijk ook net zijn beweegreden geweest om een stap opzij te zetten, omdat hij zelf ook zag: hiervoor doen wij niet aan politiek. Wij doen aan politiek om het over de inhoud te hebben en dingen te veranderen. En dat gaan we de komende maanden doen.”
Nog veel contact met hem?
“Ja, ik hoor hem geregeld. Niet meer zoveel over politiek. Ik probeer hem echt rust te gunnen. Dat heeft hij ook gevraagd. Maar ik vraag hem natuurlijk geregeld eens hoe het met hem is.”
Misschien wel de comeback van volgend jaar, toch?
(twijfelt) “Ja, ja, wie weet. Op dit moment weet ik het zelf niet. Ik denk dat Conner het ook nog niet weet wat hij wil gaan doen.”
“Het is wel een feit: Conner is een politiek beest. Het is iemand die heel snel ziet wat er moet gebeuren in de politiek om mensen vooruit te helpen. Die voelt ook heel sterk aan waar mensen echt mee bezig zijn, waar zij echt van wakker liggen. Dus dat is hij natuurlijk niet kwijt.”
“Maar het is een heel zwaar jaar geweest en hij heeft gezegd dat hij die tijd ook wil gebruiken om te werken aan zichzelf en om daar sterker uit te komen. Dus ik gun hem nu in eerste plaats die tijd en dan zien we wel weer.”
“Dat het verschil tussen werken en niet werken groter wordt en dat die grote multinationals en die allergrootste vermogens ook hun deel doen. Die hervorming blijft uit en dat wordt wel de inzet van volgend jaar.”
Wat wordt het thema in de campagne volgens u?
(afgemeten) “Koopkracht.”
Zo simpel?
“Ja. Koopkracht, dat is hetgeen waar mensen van wakker liggen. Waar zij ons continu over aanspreken.”
“Er zijn veel stappen gezet, laat ons eerlijk zijn, zeker op die pensioenen, op die lonen is er van alles gebeurd. Maar tegelijk zie je ook dat er nog gigantische problemen zijn. En dat zit voor veel mensen in hun basisbehoeften. Gewoon gaan werken en daar een deftig loon voor krijgen. Je kind naar de kinderopvang kunnen sturen zonder dat je daar 600 à 700 euro per maand voor betaalt. Dat zijn dingen die twintig jaar geleden vrij basic waren, maar vandaag wordt dat moeilijker. Een woning kopen, ik zit zelf in een generatie waarbij veel van mijn vrienden bezig zijn met het kopen van een woning. Ja, begin er maar eens aan.”
Als mensen de vraag krijgen in peilingen: “Gaan uw kinderen het beter hebben dan u?”, antwoordt meer dan 60 procent “neen”.
“Dat is net omdat die basisbehoeften nog heel moeilijk kunnen worden vervuld. Zelfs als je veel verder gaat: je kinderen naar school sturen en ervan uitgaan dat ze daar dan een goede opleiding, goed onderwijs krijgen en daar beter uitkomen, ook dat is niet meer zo eenvoudig vandaag.”
“Er zijn heel veel klassen waar er amper nog een leerkracht voor de klas staat. Dus zelfs die garantie, als het echt over de kernwaarden gaat van wat een overheid moet doen, en zeker in een kenniseconomie zoals die van ons, zelfs dat wordt eigenlijk niet meer gegarandeerd. Dus dat valt heel veel mensen op en heel veel mensen zijn daar bezorgd over. Dus koopkracht zal absoluut het thema zijn.”
Uw collega-voorzitter van de zusterpartij, Paul Magnette, zegt letterlijk: “Eigenlijk hebben we geen economische groei nodig, ‘degrowth’. Een gewone herverdeling van de welvaart is genoeg.” Is dat volgens u de juiste analyse?
“Economische groei is altijd nodig, natuurlijk. Je moet economische groei hebben.”
Voor Paul Magnette blijkbaar niet.
“Geen oneindige groei. Dat is hoe ik het gelezen heb in zijn artikel.”
“Op een bepaald moment krijg je heel veel andere uitdagingen en die moet je natuurlijk ook wel gaan aanpakken. Als het bijvoorbeeld gaat over ons klimaat.”
“Economische groei kan er wel voor zorgen dat je daar echt extra inspanningen moet doen en dat moet natuurlijk ook worden voorzien. En dan is die herverdeling net zo belangrijk. Want we komen wel een beetje op een punt… De voorbije jaren wordt er hier en daar een keer iets verschoven of iets veranderd. Maar een echte hervorming, een echt omgooien van een systeem, ervoor zorgen dat mensen die werken daar ook voor beloond worden. Dat het verschil tussen werken en niet werken groter wordt en dat die grote multinationals en die allergrootste vermogens ook hun deel doen. Dat blijft uit en dat wordt wel de inzet van volgend jaar.”
Hoe is uw contact met Paul Magnette?
“Goed. Ik heb Paul Magnette al een paar keer gehoord de voorbije weken. En wij zijn vaak elkaars partners als het over die hele sociale thema’s gaat. De pensioenen, de lonen, dat zijn zaken die we samen hebben gedaan.”
“Maar het is wel een feit dat wij ervan overtuigd zijn dat je problemen moet benoemen en daar een oplossing voor moet zoeken. En er zijn ook problemen rond migratie, veiligheid en een heel aantal andere topics. En waar er vroeger bij klassiek linkse partijen voor werd gekozen om daar dan maar niets over te zeggen, zijn wij er wel van overtuigd dat dat niet werkt. Omdat heel veel mensen daarmee bezig zijn, daarvan wakker liggen, vaak terecht, en dat je daar echt een oplossing voor moet stellen.”
Wat wordt de verrassing van deze campagne volgens u?
“Een jaar geleden had niemand Vooruit als de verrassing gezien, want het stond in de sterren geschreven dat wij het goed zouden doen. Nu wordt dat wel wat verrassender, maar ik ben er wel van overtuigd dat Vooruit de verrassing kan zijn van de verkiezingen.”
Als u Conner Rousseau toch weer lanceert, wordt die campagne meteen wel heel opvallend. Dan gaat het ook weer over hem?
“Ja, dat zullen we nog moeten zien, want dat is voor ons ook nog een verrassing, of hij wel of niet terugkomt.”
Heeft Vooruit een kandidaat-premier, eigenlijk?
(zucht) “Oef, het gaat mij niet zozeer over wie er premier wordt, integendeel. Waar wij vooral op gefocust zijn, is ervoor zorgen dat wij zo sterk mogelijk staan. Want de uitdaging volgend jaar zal niet min zijn. Het wordt de grootste uitdaging ooit.”
Dus geen Frank Vandenbroucke die de regering kan gaan leiden?
“We hebben zeker mensen die daar capabel voor zijn. Maar het is niet de ambitie van Vooruit om te zeggen: ‘Dat is nu echt waar wij voor gaan. Wij willen hier de premier leveren’.”
“Nee, integendeel. Wij willen impact hebben. En vandaag hebben wij Frank Vandenbroucke als viceminister. Dus die is geen premier. Wij zijn zelfs één van de kleinste partners in die regering met zeven partijen. Maar wij hebben wel het meeste gedaan, dus dat gaan wij de volgende keer doen.”
De extreme partijen staan ongelooflijk op winst in de peilingen.
“Ik maak me daar heel veel zorgen over, omdat dat de uitdaging zal zijn van volgend jaar. Ervoor zorgen dat extremen niet aan de macht komen.”
“Want het is wel voor de eerste keer dat dat geen sciencefiction meer is. Extreemrechts, Vlaams Belang, samen met N-VA, kunnen een meerderheid halen. Die kunnen een Vlaamse regering vormen. Die kans zit er wel in en ik maak me daar zorgen over omdat extreemrechts in heel veel plaatsen ter wereld al mee bestuurt.”
“Het is wel een beetje een trend. Ook in Europa. En het resultaat is overal hetzelfde. Het resultaat is dat mensen overal erop achteruit gaan wat hun vrijheid betreft, dat is heel duidelijk. Iedereen weet dat bijvoorbeeld in Polen en in Hongarije mensen uit de LGBTQ-gemeenschap erop achteruit gaan. Dat er LGBTQ-vrije zones zijn, noem maar op.”
“Maar ook los daarvan, op vlak van welvaart, op vlak van veiligheid, gaan mensen er ook op achteruit. Als je kijkt naar de welvaart in Italië. De economie is daar heel snel in elkaar gestort. Maar evengoed, een van de eerste dingen die men daar beslist heeft, is om mensen die een extra uitkering van 400 euro kregen, bijvoorbeeld gepensioneerden, omdat zij anders onmogelijk rond konden komen, een sms te sturen om te zeggen ‘Ja, die uitkering is vanaf vandaag onmiddellijk stopgezet’.”
“Ofwel komt er een regering met N-VA en extreemrechts en je ziet overal ter wereld wat daar het gevolg van is. Mensen gaan er op achteruit. Ofwel komt er een regering met ons, met Vooruit.”
Deze federale regering blijkt, behalve voor Vooruit in de peilingen, ook echt geen wervend project. Mensen zitten niet te wachten op een Vivaldi II?
“Op Vivaldi II, dat weet ik niet. Dat is ook niet per se mijn doel.”
“Maar ze wachten wel op een partij die daar het verschil in heeft gemaakt. En wij hebben met Vooruit inderdaad als enige wel heel duidelijk getoond wat het verschil is. Besturen met of zonder Vooruit is heel duidelijk geweest voor veel mensen. Ze hebben dat ook gevoeld in hun portemonnee.”
“Dat zal de uitdaging zijn ook voor de Vlaamse verkiezingen. Ofwel komt er een regering met N-VA en extreemrechts en je ziet overal ter wereld wat daar het gevolg van is. Mensen gaan er op achteruit. Ofwel komt er een regering met ons, met Vooruit, en dan kunnen mensen er wel op rekenen dat zij binnenkort betaalbare facturen hebben, dat de kinderopvang beter georganiseerd wordt, dat onderwijs weer een topprioriteit wordt. Dat is waar dat wij voor staan. Dus die keuze is eigenlijk heel eenvoudig voor volgend jaar.”
Voor een Vlaamse regering moet u waarschijnlijk toch ook met N-VA gaan praten? Zwart-wit is het toch niet?
“Natuurlijk heb je partners nodig. Maar de vraag is vooral: met hoeveel gewicht kom je aan de start daarvan? Ik zei het daarnet, wij hebben nu negen zetels in het federaal Parlement. Wij zijn de kleinste fractie van de regering, maar wij hebben wel het meest gedaan. Dus stel je voor wat wij kunnen doen als we beter scoren in juni. Dus dat is absoluut waar ik op reken.”
Kijkt u uit naar de onderhandelingen nadien?
“Ergens wel. Dat is natuurlijk wel spannend, maar ook gewoon superbelangrijk. Want dat bepaalt je project voor de komende jaren. Maar dat bepaalt ook wat mensen zeggen als ze je tegenkomen op straat. Als ik nu mensen zie, dan spreken ze wel over die pensioenen, over de lonen die gestegen zijn. Dan is het fijn om met elkaar in gesprek te gaan en te zien wat de volgende uitdagingen zijn. De regeringsonderhandelingen zijn daar super bepalend voor. Ik kijk daar ook wel echt naar uit. Maar eerst nog meer naar de campagne, want dat doe ik ook gewoon heel graag.”
Het wordt een gigantisch moeilijke puzzel.
“Dat zal, ja. Of het kan ook meteen heel duidelijk zijn.”
In welke zin dan?
“Mocht bijvoorbeeld Bart De Wever (N-VA) duidelijk maken dat hij niet met Vlaams Belang wil besturen, dan kunnen we heel snel zien welke puzzels er mogelijk zijn en dan kan het misschien wél snel gaan.”
“Mijn grootste bezorgdheid is dat Bart De Wever zich laat verleiden tot rondjes draaien met Vlaams Belang om te zien wat dat daar wel of niet mogelijk is. Om terug vertrokken te zijn voor maandenlange discussies over communautair gezever.”
“Daar zal de kiezer niets aan hebben. Integendeel, dan staan we weer voor een hele periode stil.”
Wat bedoelt u met dat ‘communautair gezever’? Er zal toch over de financiering van de deelstaten moeten gesproken worden, onvermijdelijk?
“Er zijn zeker issues die bekeken moeten worden. Maar ik vraag mij af of iemand echt gelooft dat N-VA en Vlaams Belang met z’n tweeën daar dan een oplossing zullen brengen.”
“Want je hebt natuurlijk ook nog federale onderhandelingen. Dat is wel mijn bezorgdheid: dat Bart De Wever onduidelijkheid zal creëren. Mocht hij heel duidelijk, meteen vanaf dag één, zeggen waar N-VA voor staat, dan kunnen we misschien wel snel overgaan tot een regering.”
Verwacht u dat hij dat in de campagne die nu komt al niet eens doet?
“Ja, uiteraard. Dat zou het allemaal veel makkelijker maken.”
“Ik stel alleen vast dat hij dat niet doet. Het is heel gemakkelijk. Je kan vandaag heel helder zeggen waar je voor staat. En ik vind het eigenlijk ook gewoon maar fair naar de kiezer toe.”
En doen jullie het wel dan, richting PVDA? Want u zit natuurlijk in Zelzate wel in een coalitie met hen? Kan dat dan wél?
“Ik heb de voorbije jaren als fractieleider in de Kamer heel veel met PVDA samengewerkt, ik zal het zo noemen. We hebben samen in het Parlement wel wat problemen aangekaart.”
“Maar als het over de oplossing gaat, is het wel telkens PVDA die dan niet op zoek gaat naar een serieuze oplossing, die voeren liever oppositie. Die maken daar liever veel commotie en gedoe rond, in plaats van het ook echt op te lossen. Ik zie PVDA niet als een partij die meewerkt aan oplossingen.”
Dus geen coalities met PVDA?
“Ik merk vooral dat zij daar zelf niet bereid zijn om heel veel te doen. Op federaal en Vlaams niveau heb ik nog geen enkele bereidheid gezien om echt oplossingen voor te stellen. Dus ik zie geen enkele mogelijkheid om daar samen iets te doen.”
De premier, Alexander De Croo (Open Vld) voert heel optimistisch campagne met ‘het beste moet nog komen’.
“Daar ben ik niet jaloers op. Maar de premier moet zijn eigen campagne voeren, net als iedereen.
“Ik denk dat de premier ook wel goed moet beseffen dat Vivaldi een aantal kansen heeft laten liggen. En de premier is daar natuurlijk wel het boegbeeld van. Hij is ook een liberale premier, Ik ben heel tevreden met wat wij als socialisten in die regering hebben gedaan.”
Maak dat eens concreet?
“Het had meer kunnen zijn. En het had voor ons ook meer mogen en moeten zijn.”
“Bijvoorbeeld die fiscale hervorming waarmee we er hadden kunnen voor zorgen dat mensen 800 euro netto meer hadden. Toch een serieuze verschuiving om ervoor te zorgen dat de lasten op arbeid verlagen. Waar iedereen het over eens is dat het eigenlijk moet gebeuren, maar het is wel een liberaal die het heeft tegengehouden. En dan vind ik dat het ook wel de taak was van de premier om te zorgen dat dat anders was verlopen.”
Dus toch een teleurstelling, eigenlijk?
“Vivaldi is veel gedoe geweest en heeft ook gelukkig veel gedaan, maar het stukje ‘veel gedaan’ is er enkel door ons gekomen. Dus als de premier zegt: “Het beste moet nog komen”, dan had ik liever gehad dat hij de voorbije vier jaar gezorgd had dat er nog iets meer mogelijk was en dan zeker met de liberale partners. Maar goed, het is wat het is en de premier moet natuurlijk ook zijn campagne voeren.”
“Wat er is gebeurd, is ook niet meer dan Van Quickenborne die wilde weglopen en Frank die hem bij de arm heeft tegengehouden. Dat is achteraf ook wel zo verduidelijkt.”
Op een gegeven moment was er een heel rare episode dit jaar in het kernkabinet. Een soort fysiek gevecht?
(lacht) “Niet overdrijven hè.”
Volgens meerdere bronnen was het Vincent Van Quickenborne (Open Vld) die aangevallen was door Frank Vandenbroucke. Hoe kijkt u daarop terug?
“Ik ken Frank heel goed. En Frank is iemand die voor zijn punt strijdt.”
U heeft hij nog niet aangevallen?
“Absoluut niet. Integendeel. Nee, ik werk heel graag met Frank samen. Die doet dat ook altijd op een heel correcte manier.”
“Maar hij gaat wel voor zijn punt en hij wil dat de dingen vooruit gaan. Wat er is gebeurd, is ook niet meer dan Van Quickenborne die wilde weglopen en Frank die hem bij de arm heeft tegengehouden. Dat is achteraf ook wel zo verduidelijkt.”
“Maar het is wel een feit dat Frank wil dat de dingen vooruit gaan. En dat is net hetgeen wat toch een paar keer verkeerd is gelopen met deze regering.”
Het is wel een karakter natuurlijk.
“Ah ja, natuurlijk. Maar zonder zijn karakter was het misschien ook niet mogelijk geweest om zoveel te doen.”
“Als je bijvoorbeeld ziet, bij al die discussies over de begroting, dan is het wel keer op keer Frank zijn volksgezondheidbudget geweest dat ter discussie werd gesteld door een aantal andere partijen. Door de liberalen, door cd&v.”
“Maar Frank heeft keer op keer gezegd: ‘no pasarán, aan de gezondheidszorg ga je niet raken, zoek iets anders’.”
“Wij doen zelf ook genoeg voorstellen om inkomsten op een andere manier te verwerven. We hebben nu de banken een extra taks opgelegd, maar eerder ook de grote energieleveranciers. Dus Frank gaat op zoek naar andere oplossingen, want aan gezondheidszorg, daar raken ze niet aan.”
“Ik heb geen andere ministers dat zien doen op hun domein. Dus gelukkig dat Frank er was en dat hij zo’n karakter heeft.”
Wat zijn uw goede voornemens voor 2024?
“Wel, beter doen…”
“Wij hebben het als partij altijd gedaan: gezorgd dat we het over de essentie hebben, dat het over de inhoud gaat en dat het voor de kiezer heel duidelijk is waar het over moet gaan. Maar ik hoop wel dat elke partij het op die manier zal doen, en dat de politiek het dus beter doet volgend jaar.”
Een propere campagne dan, als voornemen?
“We doen het vaak onszelf aan, dat het veel over al het gedoe rondom de inhoud gaat. Maar het moet echt wel over de essentie gaan. Er zijn nog nooit zo’n belangrijke verkiezingen geweest als die van volgend jaar. Dus ik hoop dat iedereen echt gewoon ziet dat dat de essentie is: de inhoud.”