Het Grondwettelijk Hof schrapt nog maar eens de regels over stemmen voor jongeren tussen 16 en 18 jaar. Die moeten nu toch verplicht gaan stemmen voor de Europese verkiezingen.
- Het wordt ondertussen een beetje een circus: jongeren tussen de 16 jaar en 18 jaar hebben het 9 juni het recht, maar nu ook de plicht om te gaan stemmen voor het Europees Parlement. Niet voor de Kamer of het Vlaams Parlement, want daar ligt de minimumleeftijd op 18 jaar.
- Maar de Vivaldi-meerderheid wijzigde voor Europa wel de regels, en verlaagde de leeftijd. Plus, ze maakte er eigenlijk een stemrecht van: jongeren konden zich vrijwillig gaan inschrijven in het kiesregister. Vanaf dan hadden ze wel de verplichting om ook effectief te gaan stemmen.
- Die regeling werd vervolgens vernietigd door het Grondwettelijk Hof: dat vond het Hof discriminerend, want waarom moeten jongeren zich eerst registreren?
- Daarop barstte binnen Vivaldi al de discussie los: moest het dan een recht of een plicht worden? Vervolgens werd het een recht: jongeren moesten dus niet gaan op 9 juni, enkel als ze zelf wilden gaan stemmen.
- Maar ook daar kreeg het Grondwettelijk Hof een klacht wegens discriminatie tegen, van een ‘betrokken burger’, met name oud-journalist en kabinetard Marc Deweerdt. Die reageerde vanmorgen op Radio 1: “Ik ben naar het Grondwettelijk Hof gestapt omdat ik een principiële tegenstander ben van de opkomstplicht of stemplicht. Maar er zat een discriminatie in het feit dat men de ene wel en de andere niet verplicht”, zo legde hij uit.
- Want daarbij de kernvraag: waarom wél een verplichting voor meerderjarigen en niet voor minderjarigen? Niet geheel verwonderlijk volgde het Hof de redenering van Deweerdt gisteren, en zet ze nu de regering tegen de muur: een verplichting geldt voor iedereen, meerderjarig of minderjarig.
- Open Vld, die altijd felle voorstander is geweest van stemrecht en geen plicht, reageerde al: “Het is gewoon belachelijk dat 16- en 17-jarigen nu boetes zouden moeten betalen als ze niet gaan stemmen. We willen hen kansen geven om hun stem te laten horen, niet in een dwangbuis steken”, zo stelde Tom Ongena, die bij wet alle straffen wil laten schrappen op niet gaan stemmen. De linkse partijen zijn daar geen voorstander van.
- De facto is er bijzonder weinig vervolging bij niet komen opdagen bij verkiezingen: absenteïsme gaat in sommige kiesgebieden, zeker in Wallonië, tot soms 10 procent, zonder dat er één boete of veroordeling van komt. Geen enkel parket houdt zich daarmee bezig. Enkel bij het niet opdagen om in een stembureau taken als het tellen van de stemmen op te nemen, zijn er heel af en toe vervolgingen.
- Bij N-VA merkt Peter De Roover dan weer op dat het Grondwettelijk Hof “nu een wettenmaker geworden is”. “Zo komt er nu een regeling waarvoor geen kamermeerderheid is vastgesteld”, zegt hij.