De Tokyu Company, een Japanse spoorwegmaatschappij die de agglomeratie van Tokyo bedient, heeft de volledige overschakeling op hernieuwbare energie gemaakt. Sinds 1 april worden alle treinen en stations van de maatschappij van groene stroom voorzien. Maar experten reageren slechts lauwtjes op het nieuws.
De Tokyu Company is daarmee de eerste Japanse vervoersmaatschappij die zijn infrastructuur volledig op hernieuwbare energie laat opereren. Daarmee slaagt het bedrijf er naar eigen zeggen in om hun jaarlijkse uitstoot te verminderen met het equivalent van 56.000 Japanse huishoudens.
De overstap van Tokyu naar groene energie is bewonderenswaardig, al is de impact ervan op het totale plaatsje al bij al beperkt. De vervoersmaatschappij heeft die transitie namelijk mogelijk gemaakt door certificaten aan te kopen bij de overheid. Die garanderen dat de energie die de treinen en stations van het bedrijf verbruiken, volledig gedekt wordt door hernieuwbare energie.
Kleine impact op groter geheel
“Ik zou benadrukken dat de grootste impact komt uit het uitbreiden van de opwekking van energie uit hernieuwbare bronnen”, zegt Nicholas Little, directeur van spoorwegonderzoek aan de Michigan State University, aan Associated Press. “De strijd op lange termijn is om de productie van hernieuwbare energie op te drijven en een transitie in de infrastructuur te voorzien zodat het ook de consumptiepunten bereikt.”
Ook Ryo Takagi, professor aan de Kogakuin Universiteit en expert in elektrische spoorwegen, voert enige nuance toe bij het nieuws. “Ik ga dit niet de hemel in prijzen als iets geweldig”, zegt Takagi aan AP. Al laat de professor wel weten dat Tokyu met het initiatief aantoont dat ze een stap in de juiste richting willen zetten. Volgens Takagi zou de Japanse uitstoot er beter op vooruitgaan, mochten de dieseltreinen die de meer landelijke treinsporen van Japan bedienen vervangen worden door treinen die aangedreven worden door waterstof.
Het bedrijf geeft zelf toe dat het de aankoop van groene stroomcertificaten niet als de finish van hun klimaatambities beschouwt: “Hiermee hebben we ons doel niet bereikt, het is eerder een begin”, zegt assistent-manager bij Tokyu, Yoshimasa Kitano.
Bedrijven kunnen dus bij de overheid wel certificaten aankopen die bewijzen dat hun activiteiten “groen” zijn, aan het ruime plaatje verandert daarbij niks. Het feit is dat Japan nog hevig afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Volgens het Internationaal Energie Agentschap (IEA) maken fossiele brandstoffen zoals gas, olie en steenkool zo’n 90 procent uit van de totale energiemix van Japan. Wind- en zonne-energie kennen wel een bescheiden toename, maar blijven vooral een verwaarloosbaar aandeel innemen in de energievoorziening van het land.
Transitieplannen
Sinds de kernramp van Fukushima na een hevige tsunami en aardbeving in 2011, heeft de eilandstaat ook nog eens kernenergie absoluut afgezworen. Dat maakt het extra moeilijk om uitstootvrije energie te voorzien. De Japanse bevolking is echter ook niet gespaard gebleven van de torenhoge energieprijzen, dat zorgt ervoor dat de vraag naar meer kernenergie de laatste maanden is toegenomen.
Ondanks de povere prestaties van de Japanse hernieuwbare energiebronnen, heeft het land alvast enkele ambitieuze plannen in het vooruitzicht. Zo hoopt het tegen 2030 het aandeel op te krikken tot 36-38 procent. Tegen 2050 wil Japan een netto ‘nuluitstoot’ bereiken.
(am)