De Japanse regering heeft een reeks wetsvoorstellen goedgekeurd die bedrijven de mogelijkheid geven hun werknemers tot hun 70ste te laten werken.
Dat Japan de meest bedenkelijke demografie wereldwijd heeft is niets nieuws. Scholen worden er met de regelmaat van de klok omgebouwd tot ouderlingentehuizen en de omvangrijke groep bejaarden – zowat een kwart van de 128 miljoen Japanners is ouder dan 65 – verbruiken meer luiers dan pasgeborenen. De meeste Japanse steden lijden onder de demografische nachtmerrie van het land waarbij de vergrijzende bevolking aanzwelt. Jonge mensen maken nog amper kinderen. Dat resulteert op zijn beurt in leegstand en verloedering van volledige woonwijken.
‘Type van maatschappij dat we enkel kennen uit science-fictionfilms’
De Japanse maatschappij lijkt dus inderdaad te evolueren naar het door demograaf Nick Eberstadt in 2012 geschetste ‘type van maatschappij dat we enkel kennen uit science-fictionfilms.’
In 2025 zal 1 op elke 3 Japanners ouder zijn dan 65. Volgens een recente studie van de universiteit van Chuo zal het land op het einde van dit decennium 6,44 miljoen arbeidskrachten te weinig hebben. De Japanse regering heeft daarom wetsvoorstellen goedgekeurd die de pensioenleeftijd optrekken van 65 naar 70 jaar. Die wetten moeten nog wel worden goedgekeurd door het Japanse parlement. Krijgen ze ook daar groen licht dan treden ze eind 2021 al in werking.
Meeste 65-plussers nog aan de slag
Volgens lokale bronnen heeft de Japanse regering plannen om de pensioenleeftijd van 70 jaar op termijn gewoon te verplichten. Japan neemt ook andere initiatieven om mensen langer aan de slag te gouden. Zo krijgen bedrijven financiële tegemoetkomingen indien ze gepensioneerden opnieuw inschakelen voor bepaalde taken. Verder worden de sociale lasten verlaagd voor werknemers die tussen de 60 en 64 zijn.
De Japanners zelf hebben er geen problemen mee. Uit onderzoek blijkt dat 2 op elke 3 Japanse zestigplussers langer aan de slag wil blijven. Zo zouden 8 miljoen vijfenzestigplussers – 12,5% van de bevolking – nog altijd werken. Een absoluut record binnen de landen van de OESO.