Iran en de atoombom: hoe lang nog?

Iran aanvaardt liever economische sancties dan zijn nucleair programma stil te leggen. Dat het land nu al de capaciteit heeft om meer uranium te verrijken dan nodig is voor energie- of medische doeleinden en ook bepaalde uitspraken van de uittredende president Ahmadinejad wijzen er op dat er meer aan de hand is. Het doel van het Iraanse nucleair programma is niets minder dan de ontwikkeling van een atoombom.

‘Hoe lang nog voor het zover is?’, vraagt The Economist zich af.

Om een nucleaire macht te worden, heeft een land enerzijds genoeg splijtstoffen nodig en anderzijds een manier om dat materiaal te bewapenen. In 2004 zou de Iraanse race naar de bewapening zijn onderbroken, maar nu meent het Internationaal Atoomagentschap dat het ontwikkelen van een ballistische raket met verrijkt uranium niet langer buiten de technologische mogelijkheden van het land ligt.

Dan rest nog de vraag of Iran genoeg hoogverrijkt uranium bezit – ongeveer 20 kilogram is genoeg voor een bom. Om die hoeveelheid te bereiken heeft men eerst tussen de 94 en 210 kg halfverrijkt uranium nodig. Waarnemers schatten de Iraanse hoeveelheid halfverrijkt uranium op ongeveer 123 kilogram (van laag- naar halfverrijkt is overigens een veel complexer proces dan van halfverrijkt naar hoogverrijkt).

Als we de waarnemers mogen geloven, heeft Iran dus het moeilijkste al achter de rug. Als het land beslist om een atoombom te maken, dan duurt het volgens Britse en Amerikaanse veiligheidsdiensten nog ongeveer een jaar voordat het zo ver is. Bovendien zou het land rond midden 2014 de capaciteit hebben om in minder dan twee weken een bom te produceren .

Volgens The Economist kan het Westen hier nog zeer weinig aan veranderen. Tenzij Iran beslist dat het geen atoombom nodig heeft, is het bijna onvermijdelijk dat Iran en Israël – en op termijn ook Saoedi-Arabië, Turkije en Egypte – nucleaire bommen op elkaar zullen richten (maar daarom niet noodzakelijk afvuren).