Steeds meer inwoners van de eurolanden zijn voor afschaffing van de euromunten van 1 en 2 cent en het verplicht afronden van cashbetalingen tot op 5 eurocent. Bij een openbare maar niet-representatieve consultatieronde over de wenselijkheid van de kleinste euromuntjes gaf 67 procent van de deelnemers aan er helemaal van af te willen, zegt de Europese Commissie. De euro is voor 342 miljoen burgers de nationale munt.

Eind dit jaar zal de Commissie een beslissing nemen over het lot van de munten. Ze overweegt een voorstel in te dienen over een afrondingsregel voor alle negentien eurolanden en mogelijk zelfs het stopzetten van de uitgifte van 1- en 2-eurocenten, die op 1 januari 2002 werden ingevoerd. België past al op eigen initiatief de regel toe waarbij de rekening op 5 eurocent wordt afgerond, net als Ierland, Italië, Finland en Nederland. Maar nu blijkt dat er in alle eurolanden een meerderheid bestaat om die kleinste munten af te schaffen. Gemiddeld 72 procent vindt ze ‘niet nuttig’ en 71 procent is voorstander van de invoering van een Europese afrondingsregel.

De Commissie moet volgens de EU-regels regelmatig onderzoek doen naar de kosten en maatschappelijke aanvaarding van het gebruik van euromunten. In 2018 was 64 procent voorstander van directe afschaffing van de euromunten van 1 en 2 cent. Aan de consultatieronde tussen eind september en midden januari namen burgers deel, maar ook openbare instellingen, bedrijven, handelsverenigingen en consumentenorganisaties. De Commissie kreeg meer dan 17.000 antwoorden.