Na de crash van de Amerikaanse olieprijs, zet nu ook de internationale referentie Brent zijn neergang verder. De prijs voor een vat schommelt rond 16 dollar, het laagste peil sinds 1999.
Een vat Brent-olie is woensdag 15 procent minder waard dan dinsdag en maar liefst 75 procent minder dan begin dit jaar.
Brent volgt de beweging van de Amerikaanse oliestandaard West Texas Intermediate (WTI). Die daalde dit jaar al 78 procent en ging maandagavond zelfs serieus in het rood. In de nacht van maandag op dinsdag waren producenten bereid om kopers 37 euro te betalen om een vat mee te nemen.
Corona
De Brent-olie, die in tegenstelling tot WTI wel invloed heeft op ons, staat nog in het groen, maar is wel onder de mythische grens van 20 dollar gegaan. De prijs staat nu op zijn laagste peil in 21 jaar.
De belangrijkste reden voor de crash van beide oliestandaarden is de coronacrisis. Doordat er weinig bedrijven open zijn en omdat minder mensen met de auto rijden, is er minder olie nodig. Producenten kunnen niet zomaar stoppen met olie oppompen en zitten dus ondertussen met een stevig overschot. Bijkomend probleem is dat de opslagplaatsen ook stilaan op geraken. Producenten weten geen blijf meer met hun vaten en betalen dus liever iemand om ervan af te zijn dan dat ze ermee blijven zitten.
Dat geldt vooral voor WTI, dat op land gewonnen wordt. Brent is zee-olie, wat betekent dat het makkelijker op schepen kan opgeslagen worden. Daarom blijft die prijs voorlopig nog in het groen, maar ook daar wordt het nijpend qua ruimte. Voorlopig zit een negatieve Brent-prijs er nog niet aan te komen, maar wat het voor u betekent als dat wel gebeurt, leest u hier.