De consumentenprijzen in de Verenigde Staten zijn in juni harder dan verwacht gestegen, tot 9,1 procent. Dit bleek woensdag uit cijfers van het Amerikaanse ministerie van arbeid. Volgens verscheidene analisten zal de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank, de rente niet met 50 basispunten, maar weer met 75 – of misschien zelfs 100 basispunten – moeten verhogen.

De consumentenprijzen in de VS stegen afgelopen maand met 1,3 procent op maandbasis tegen 1,0 procent in mei. Op jaarbasis stegen de prijzen met 9,1 procent, tegen 8,6 procent een maand eerder. De kerninflatie, dat wil zeggen gecorrigeerd voor voedsel- en energieprijzen, bedroeg in juni 0,7 procent op maandbasis. Op jaarbasis kwam de kerninflatie uit op 5,9 procent, tegen 6,0 procent een maand eerder.

De prijzen stijgen daarmee sneller dan gedacht. De verwachting voor de inflatie lag op jaarbasis op 8,8 procent. De verwachting voor de kerninflatie lag op jaarbasis op 5,7 procent.

Wat doet de Fed?

Dat alles versterkt de verwachting dat de Federal Reserve na de bijeenkomsten van juli de rente met 75 basispunten verhoogt, net zoals vorige maand. Een renteverhoging met “slechts” 50 basispunten lijkt onvoldoende om de inflatie af te stoppen.

Dit zei marktanalist Philip Marey van Rabobank woensdag in een eerste reactie. “Er waren nog wat bestuurders die deze data wilden afwachten, alvorens zich achter het idee van 75 basispunten te scharen, maar dit inflatierapport haalt naar verwachting iedere twijfel weg”, aldus Marey.

De markt prijst inmiddels een kans van 13 procent in dat de Fed in juli de rente met maar liefst 100 basispunten kan verhogen, meldde CME Group. Een week geleden hield niemand daar nog rekening mee.