Wielrennen is veruit de nummer 1 qua positieve dopingtests, maar ook in andere Olympische sporten wordt vals gespeeld. Peter Sullivan somt op zijn Foreign Policy blog de top vijf op (op basis van statistieken van de World Anti-Doping Association).
- Wielrennen (3,6% positieve dopingtests). De wielersport wordt geplaagd door tal van high-profile dopingschandalen. Categorische ontkenningen van topatleten worden keer op keer gevolgd door dramatische bekentenissen en beschuldigingen. Slechts vier van de tien laatste Tourwinnaars werden nooit geschorst wegens doping.
- Gewichtheffen (3,0% positieve dopingtests). Enkele voorbeelden: de Albanese gewichtheffer Hysen Pulaku was de eerste atleet op de London Olympics om betrapt te worden op dopinggebruik en in 2004 werd de Olympische coach Mehmet Ustundag beschuldigd van zowel seksuele aanranding als van het verplichten van zijn atleten om steroïden te nemen.
- Boksen (2,9% positieve dopingtests). Een bizar geval is dat van Evander Holyfield, wiens telefoonnummer op een lijst stond van patiënten van een ‘anti-ouderdomskliniek’ die steroïden distribueerde (hij gebruikte de vrij doorzichtige pseudoniem ‘Evan Fields’). Holyfield ontkent echter nog steeds dat hij ooit doping heeft gebruikt.
- Triatlon (2,7% positieve dopingtests). Vreemd genoeg zijn het voor deze sport meestal niet de toppers, maar eerder de mindere goden die op doping worden betrapt.
- Baseball (2,5% positieve dopingtests). Baseball is sinds 2008 geen Olympische sport meer, maar het dopinggebruik was er tot dan, net zoals in de Amerikaanse liga (de MLB), wijdverspreid.
Van de 26 bestudeerde sporten is badminton overigens degene waarbij atleten het minst op doping werden betrapt gedurende de voorbije vijf jaar.