De Economist Intelligence Unit heeft naar jaarlijkse gewoonte ‘s werelds duurste steden in een rangschikking gegoten. Daartoe worden de prijzen van 160 producten en diensten vergeleken, waaronder voedingswaren, drank, kledij, huishoudtoestellen, huurprijzen, transport, nutsvoorzieningen, privé-scholen en ontspanningsuitgaven.

Als uitgangspunt wordt de stad New York genomen die een factor 100 meekrijgt. 

Zurich, dat vorig jaar nog bovenaan stond, is van de eerste plaats verdreven door de Japanse hoofdstad Tokio. Niet verwonderlijk, want in de 30 jaar dat de EIU deze rangschikking opstelt, stond Tokio ruim 20 keer op plaats één. Sinds 1992 is dat slechts zes keer niet het geval geweest. Enkel Parijs, Oslo en Zurich waren in de periode ook wel eens de duurste stad ter wereld.

Toch is de eerste plaats voor Tokio opmerkelijk, net omdat de Japanse munt na ingrepen van de centrale bank door deflatie en ontwaarding werd gegrepen. De Zwitserse steden Genève en Zurich werden wel getroffen door een verzwakte franc en donderen elk zeven plaatsen lager dan een jaar geleden.

11 van ‘s werelds 20 duurste steden liggen nu in Azië, tegen 8 in Europa. Tien jaar geleden was die verhouding nog 6 tegen 10 (en vier in de VS, die nu volledig uit de top 20 zijn verdwenen). Opmerkelijk genoeg liggen ook zes van ‘s werelds goedkoopste steden in Azië. De goedkoopste stad in Europa is de Roemeense hoofdstad Boekarest, die bij de tien goedkoopste steden ter wereld rangschikt.

Slechts in 12 van de 131 gerangschikte steden steeg in 2013 de prijs van het levensonderhoud in vergelijking met New York. 112 steden zagen de kost ten opzichte van New York dalen, wat op een sterkere dollar en stijgende kosten in de Big Apple wijst. New York en Los Angeles zijn nu de twee duurste steden van de VS. Maar de de duurste locatie in Noord-Amerika blijft Vancouver in Canada, dat op plaats 21 noteert.

De verrassing in de top 10 van duurste steden is uiteraard de Venezolaanse hoofdstad Caracas. Dat heeft voornamelijk te maken met de officiële wisselkoers die door de veelgeplaagde regering van president Nicolas Maduro wordt gehanteerd en waarbij de voorbije jaren – en ondanks de exploderende inflatie – steevast 4,29 bolivar voor een dollar wordt betaald. Mocht de reële koers die op de zwarte markt wordt betaald en waarbij goed 14 bolivar voor een dollar wordt betaald als maatstaf worden genomen, dan wordt Caracas plots de goedkoopste stad ter wereld, samen met Mumbai en Karachi.