Het economisch herstel uit de coronacrisis is duidelijk ingezet, maar bedrijven worden alweer geconfronteerd met nieuwe hindernissen. Vooral de structurele krapte op de arbeidsmarkt dreigt een rem te zetten op onze economische groei. Een beter werkende arbeidsmarkt moet de kern zijn van de relanceplannen, maar dat is totnogtoe niet het geval.
Ook al is het coronavirus nog niet helemaal onder controle zorgen de positieve tendens in de besmettingscijfers en de vaccinatiecampagne in de meeste westerse landen voor toenemend economisch optimisme. Ook de Belgische economie surft mee op die golf. Zowel het ondernemers- als het consumentenvertrouwen klommen de voorbije maanden fors hoger. Zo liet het consumentenvertrouwen in mei één van de grootste stijgingen ooit optekenen, terwijl het ondernemersvertrouwen het hoogste niveau in 14 jaar bereikte. Dat toenemende vertrouwen is de voorbode van een krachtig economisch herstel in de komende maanden. Dat wordt ook bevestigd door de Vlaamse bedrijven, blijkt uit een bevraging van 600 Voka-leden die we eerder deze week organiseerden. Iets meer dan de helft van de respondenten verwacht dat hun bedrijf de coronacrisis nog dit jaar achter zich kunnen laten. Nog eens een derde ziet het einde van die crisis in de loop van volgend jaar.
Hindernissen voor het herstel
De Vlaamse ondernemingen zien helaas wel al nieuwe hindernissen opduiken voor het economische herstel. Zo geeft twee op drie Vlaamse bedrijven in onze enquête aan dat hun toeleveringen in meer of mindere mate verstoord zijn. Die verstoringen zijn het gevolg van een wereldeconomie, en zeker sectoren als industrie en bouw, die op korte termijn overgeschakeld is van spaarstand naar volle toeren waardoor doorheen de hele productieketen tekorten aan allerlei inputs opduiken. Op zich valt daar vrij weinig aan te doen, en is dit vooral een tijdelijk fenomeen. Het is wachten tot de globale productieketens zich herstellen. Tot het zover is, zal dit wel zorgen voor langere leveringstermijnen en hogere prijzen.
Daarnaast ondervinden de Vlaamse ondernemingen ook alweer moeilijkheden om geschikt personeel te vinden. Van de ondernemingen die willen aanwerven geeft twee op drie aan dat het moeilijker is dan normaal om geschikte mensen te vinden. Voor de helft van hen gaat het om specifieke profielen die moeilijk te vinden zijn, voor de andere helft zelfs voor alle functies. Krapte op de arbeidsmarkt was voor corona één van de belangrijkste problemen voor de Vlaamse ondernemingen, en het ziet er naar uit dat de crisis op dat vlak weinig of niets veranderd heeft. Erger dan het probleem van de verstoorde toeleveringen is die krapte een structureel probleem dat de komende jaren ook door de vergrijzing alleen maar zal verergeren. Anderzijds valt er vanuit beleidshoek wel wat aan te doen.
Ernstige arbeidsmarkthervormingen
De werking van onze arbeidsmarkt blijft een belangrijke handicap voor onze economie. Terwijl er relatief weinig mensen werken in België, in Europa zijn er enkel in Griekenland, Italië en Spanje nog minder mensen aan het werk, vinden ondernemingen toch niet voldoende geschikte mensen. Die bizarre situatie is niet doordat werken hier zoveel zwaarder zou zijn dan in de rest van Europa, maar is vooral toe te schrijven aan misplaatste beleidskeuzes uit het verleden. Maar die beleidskeuzes kunnen bijgestuurd worden. De verschillende overheden in ons land spraken al de ambitie uit om de werkzaamheidsgraad op te krikken naar 80%. Om dat te realiseren, moeten zo’n 700.000 mensen extra aan het werk. Dat zal niet lukken zonder ernstige hervormingen van onze arbeidsmarkt.
De recepten voor een beter werkende arbeidsmarkt zijn gekend, en al uitvoerig uitgetest in andere landen waar ze er wel in slagen om veel meer mensen aan het werk te krijgen. Meer flexibiliteit, snellere opvolging en begeleiding van allerlei niet-actieven, meer opleiding en bijscholing, minder mogelijkheden om vervroegd de arbeidsmarkt te verlaten, werken meer laten lonen dan niet-werken (vooral via de fiscaliteit), een lagere belastingdruk op arbeid, …
Daarnaast zijn de arbeidsmarktsituaties in de verschillende regio’s zodanig verschillend dat ze een verschillende beleidsaanpak vereisen. Zo bedroeg de werkloosheidsgraad in Vlaanderen in 2020 amper 3,3%, terwijl er wel een grote groep niet-actieven is. In Wallonië en Brussel bedroeg de werkloosheidsgraad respectievelijk 7,2% en 12,2%. Daar zijn dus verdere inspanningen nodig om werkzoekenden aan het werk te krijgen, terwijl dat in Vlaanderen nog weinig zin heeft. In Vlaanderen moet dan weer meer gefocust worden op het activeren van niet-actieven. In ieder geval is een uniforme aanpak over het volledige land weinig zinvol.
Relance
Een beter werkende arbeidsmarkt zou de kern moeten zijn van de huidige plannen om onze economie versterkt uit de crisis te laten komen. Totnogtoe komt de arbeidsmarkt evenwel nauwelijks aan bod in de relanceplannen. Dat dreigt een rem te zetten op het herstel, maar ondermijnt vooral ons groeipotentieel op langere termijn. De krapte op de arbeidsmarkt zal niet vanzelf verdwijnen.
De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten