In het nieuws: Volgens het Kotkompas bedraagt de gemiddelde huurprijs voor een studentenkot 440 euro per maand. Dat is 6 procent meer dan het voorgaande academiejaar (2021/2022).

• Daarmee is de stijging minder fors dan de Belgische inflatie. Die bedroeg in november 10,63 procent (op jaarbasis).
• Naast de huurprijs wordt klassiek ook een onkostenvergoeding gevraagd. Soms wordt gewerkt met een all-in prijs. Die vergoeding voor de bijkomende huurlasten schommelt gemiddeld tussen 70 euro en 85 euro per maand. Dat is een aanzienlijke stijging in vergelijking met het voorbije academiejaar. Toen kwamen de bijkomende huurlasten uit op 60 à 80 euro.

Regionale verschillen

De details: Hoeveel je betaalt voor een kot, is onder meer afhankelijk van de regio waar je studeert en wat voor type studentenwoning je huurt.

• De gemiddelde huurprijs bedraagt in Brussel 525 euro en in Vlaanderen 450 euro. De goedkoopste studentenwoningen vinden we in Wallonië. Daar bedraagt de gemiddelde huurprijs 400 euro.
• Wie een studio huurt in Brussel betaalt gemiddeld 605 euro aan huur per maand. In Vlaanderen is dat 535 euro en in Wallonië 460 euro. Het Belgische gemiddelde bedraagt 510 euro./
• Een kot met gedeelde voorzieningen, zoals een badkamer, blijft de goedkoopste optie. Voor zo’n kamer betaal je in België 360 euro. Ook hier is Brussel de koploper met een gemiddelde huurprijs van 435 euro, gevolgd door Wallonië (360 euro) en Vlaanderen (350 euro).
• In de drie regio’s is er hoe dan ook sprake van een prijsstijging. Die is wel meer uitgesproken in Vlaanderen en Brussel dan in Wallonië.

Waarom liggen de prijzen zo hoog?

Zoom in: De betaalbaarheid is voor veel studenten een reden om niet op kot te gaan. Volgens Diggit StudentLife en Stadim zijn er verschillende verklaringen waarom een kot huren zoveel geld kost.

• De verhuurders zien allerhande kosten stijgen. Zo zijn er de steeds strenger wordende regels inzake veiligheid en klimaatdoelstellingen, de stijgende grondstofprijzen en loonkosten, en verhoogde operationele eisen van overheidswege. “Deze factoren komen het gebouw, eigenaars/investeerders, de bewoners en omwonenden ongetwijfeld ten goede, maar veroorzaken ook een stuwend effect op de bouwkost en de operationele kosten achteraf, wat zich vertaalt in correlerende huurprijzen”, klinkt het.
• “Ook het vergunningsbeleid en -traject kunnen niet aan het debat ontsnappen. De onzekerheid en kosten die gepaard gaan met omvangrijke projecten, komen een vlotte aanvulling van een bijkomend betaalbaar aanbod niet ten goede”, vervolgen de partijen achter het Kotkompas.

(fjc)