De Chinese smartphonemaker Huawei heeft zijn budgetlijn Honor doorverkocht aan een groep Chinese investeerders.
Een consortium aan Chinese kopers heeft op dinsdag aangekondigd dat zij Huaweis budgetsmartphonelijn Honor overkopen. Hoeveel dat Huawei oplevert is niet duidelijk, maar de twee gaan nu duidelijk apart verder. Huawei behoudt geen aandelen in Honor en zal ook niets meer met de verdere ontwikkeling van het merk te maken hebben.
Vlaggenschip eerst
Honor was een succesvol onderdeel van Huawei, maar de Chinezen moeten het geweer van schouder veranderen om competitief te blijven. Concreet wil dat zeggen dat de toelevering van onderdelen beperkt is en Huawei voluit inzet op zijn vlaggenschip-smartphones zoals de Mate.
De afsplitsing moet helpen, aangezien in er in Washington nog steeds een moratorium geldt op Huawei. Het bedrijf staat er sinds zowat een jaar op een zwarte lijst. Amerikaanse bedrijven mogen geen stukken leveren aan Huawei uit angst voor spionage.
Bestverkopend?
Huawei mocht zich in 2020 wel kort de bestverkopende smartphonebouwer ter wereld noemen, geholpen door een dip bij rechtstreekse concurrent Samsung. Maar daar is de Honor wel deels verantwoordelijk voor. De budgetsmartphone is goed voor zowat een kwart van de verkoop. Zonder Honor strandt Huawei zelfs achter opkomend concurrent Xiaomi.
In Shenzhen is er de hoop dat de presidentswissel ook meteen wil zeggen dat de restricties op Huawei eveneens de deur uitvliegen. Maar dat is helemaal niet zeker. De toekomst van Huawei is dan ook best onzeker.
De focus van Huawei verspringt nu duidelijk naar de vlaggenschepen. De P- en de Mate-reeks kosten in de grootste markt China respectievelijk 580 en 820 euro. Honors verkopen er voor 270 euro en meer.