Key takeaways

• De autoriteiten kunnen het Hongaarse staatsburgerschap onder bepaalde voorwaarden opschorten.
• Opschorting vereist dat personen staatsburger zijn van een ander land buiten de EER.
• Het staatsburgerschap kan worden opgeschort voor maximaal tien jaar. Dit geldt voor personen van wie het behoud van het staatsburgerschap wordt beschouwd als een bedreiging voor de openbare orde of nationale veiligheid.

Het Hongaarse parlement heeft een nieuwe wet aangenomen. Deze geeft de regering de mogelijkheid om het staatsburgerschap van buitenlandse burgers onder bepaalde voorwaarden tijdelijk op te schorten. Deze wet komt uit de hoek van premier Viktor Orbán en kan invloed hebben op honderden duizenden mensen. Alleen personen met een tweede nationaliteit buiten de Europese Economische Ruimte (EER) komen ervoor in aanmerking. Hierdoor worden zij niet staatloos.

Zorgen over politieke motieven

Critici maken zich zorgen dat de wet misbruikt kan worden om tegenstanders van de regering aan te pakken. Zo wordt gespeculeerd dat bekende figuren als George Soros het doelwit zouden kunnen zijn. Ook oppositiepolitici met een dubbele nationaliteit, zoals voormalig premierkandidaat Péter Márki-Zay, lopen mogelijk risico als de regering besluit op te treden tegen politieke rivalen.

Orbán kondigde eerder een “voorjaarsschoonmaak” aan. Volgens sommigen past deze wet in zijn bredere strategie om de controle over het land verder te verstevigen.

Voorwaarden

Volgens de wet mag het staatsburgerschap maximaal tien jaar worden opgeschort als iemand wordt gezien als een bedreiging voor de openbare orde of de nationale veiligheid. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als iemand dient in een buitenlands leger, namens een buitenlandse organisatie werkt op een manier die strijdig is met het Hongaarse staatsburgerschap, of als iemand betrokken is bij terrorisme of zware misdrijven zoals verraad.

Beperkte rechten

Wie zijn staatsburgerschap verliest, mag tijdens de schorsingsperiode één keer vragen om het terug te krijgen. Daarvoor moet die persoon aantonen dat het risico voor de veiligheid niet langer bestaat.

Het hele proces kan in het geheim plaatsvinden als dat nodig wordt geacht voor de veiligheid van het land. De minister die verantwoordelijk is voor de beslissing mag advies vragen aan het Nationaal Informatiecentrum. Echter, hij is niet verplicht dat advies op te volgen.