De laatste weken betaalden de Belgen een stuk meer voor hun boodschappen, dat concludeert ook het Prijzenobservatorium na onderzoek. N-VA-Kamerleden Anneleen Van Bossuyt en Katrien Houtmeyers vragen nu om een structurele oplossing voor de hoge supermarktprijzen.
De context? Dinsdag erkende het Prijzenobservatorium wat iedereen onderhuids al aanvoelde. De voorbije weken is de winkelkar van de Belg significant duurder geworden. Schuldigen zijn het hamstergedrag bij de aankondiging van de ‘lockdown light’ en het daaropvolgende promotieverbod van minister Nathalie Muylle (CD&V). Maar volgens N-VA is er meer aan de hand. De partij heeft het over een ‘stijgende trend die al enkele jaren bezig is’.
De cijfers? Kamerleden Anneleen Van Bossuyt en Katrien Houtmeyers grijpen terug naar een studie van het Prijzenobservatorium van 2017. ‘Dat toont aan dat de Belgische consument, voor de coronacrisis, gemiddeld 13,4 procent meer betaalde voor identieke producten dan de Duitse consument, 1,9 procent meer dan de Nederlandse consument en 9,1 procent dan de Franse consument’, stellen ze.
Vanwaar die hoge prijzen? Een belangrijke oorzaak is de strenge regulering in België, stelt Van Bossuyt. ‘Onze wetgeving is niet aangepast aan de 21ste eeuw, terwijl onze buurlanden daar al verdere stappen in gezet. Denk bijvoorbeeld aan de groeiende industrie van de e-commerce, die door onze Belgische wetgeving wordt tegengehouden’, zegt ze, verwijzend naar de flexibelere regels in Nederland.
Lees ook: CD&V trekt ten strijde tegen Zalando en Bol.com: ‘Oneerlijke concurrentie voor Belgische bedrijven’
In het persbericht van maart 2018 onderschrijft het Prijzenobservatorium dat. ‘Uit cijfers van de OESO blijkt dat de retailsector in België sterker gereglementeerd is dan in de buurlanden’, staat er te lezen. De overheidsinstelling wijst voorts op factoren als belastingen, hoge loonkosten en het feit dat er minder gunstige aankoopprijzen en -voorwaarden gelden in België.
De oplossing? Aangepaste wetgeving, natuurlijk. Volgens de Kamerleden zijn er nu verschillende organen verantwoordelijk voor het toezicht op de marktwerking. In Nederland en Duitsland is er daarentegen één waakhond actief. ‘Door een fusie van de mededingingsautoriteiten kunnen de gegevens centraal bewaard worden, waardoor de controle sneller en efficiënter kan gebeuren’, zegt Katrien Houtmeyers.