Hoe de Arizona-plannen niet ver genoeg gingen

Vorige week kwam uit linkse hoek de voorspelbare negatieve commentaar op de gelekte
plannen van de Arizona-onderhandelingen. Even voorspelbaar ging die kritiek er los over:
volgens PS-voorzitter Magnette zullen de federale plannen een ‘reeks rampen doen
neerdalen over de Belgen’, terwijl volgens het ABVV de plannen ons ’80 jaar terug in de tijd
zouden hebben gezet’ (terug naar 1945 dus…). Dat is uiteraard nogal lachwekkende
hyperbool. De realiteit is eerder dat de plannen die op tafel lagen een aantal hervormingen
inhielden die in de meeste andere westerse landen al veel langer ingevoerd zijn, maar dat
die niet voldoende zijn om onze economie en overheidsfinanciën echt terug op de rails te
krijgen.

Sinds het afspringen van de federale onderhandelingen is wat daarbij op tafel lag
grotendeels uitgelekt. Voor alle duidelijkheid, lang niet alles daarvan zal al ‘beslist’ geweest
zijn (de onderhandelingen waren nog bezig), maar het geeft wel aan in welke richting de
onderhandelaars gingen. De belangrijkste elementen daarbij zijn:

  • Hervormingen op de arbeidsmarkt met o.m. de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd en meer flexibiliteit
  • Hervormingen in de pensioenen met o.m. een bonus-malus rond de pensioenleeftijd (waarbij vroeger stoppen echt gecorrigeerd wordt), het inperken van de gelijkgestelde periodes, bijsturing van de vroege pensioenleeftijd in bepaalde overheidsdiensten (bijv. de 55 jaar voor treinbegeleiders)
  • Een fiscale hervorming en belastingverlaging met een verschuiving van belastingdruk van arbeid naar consumptie (BTW) en kapitaal (meerwaardebelasting op aandelen), en een globale verlaging van de belastingdruk met drie miljard.
  • Inspanningen om de begroting op orde te krijgen via 13 miljard aan besparingen op de overheidsuitgaven en de verwachting van 19 miljard aan terugverdieneffecten van de geplande hervormingen.

Hiermee zetten de Arizona-onderhandelaars in op een aantal hervormingen op de
arbeidsmarkt en in de pensioenen die al langer worden aanbevolen door allerlei
internationale instellingen (en die al veel eerder hadden moeten gebeuren). Die
maatregelen zullen ertoe bijdragen om meer mensen aan het werk te krijgen. Niettemin is
het onwaarschijnlijk dat die hervormingen zullen volstaan om op relatief korte termijn de
werkzaamheidsgraad op te krikken naar de doelstelling van 80 procent (daarvoor zijn ook extra
maatregelen nodig op regionaal niveau).

Daarnaast is er duidelijk ook aandacht voor de noodzakelijke opkuis van de
overheidsfinanciën. Maar ook die maatregelen zullen niet volstaan om de budgettaire
doelstellingen te halen. Zo zijn de terugverdieneffecten van 19 miljard wel heel erg
optimistisch ingeschat. Bovendien blijven de besparingen voor zo’n 2 procent van het bbp al bij al beperkt (zeker in verhouding tot het begrotingstekort dat bij ongewijzigd beleid zou oplopen
tot 6 procent van het bbp). Zo wordt er niet ingegrepen in de snel stijgende gezondheidsuitgaven.
Dit zijn niet de ‘keiharde besparingen’ waartegen het ABVV fulmineert, maar eerder het
absolute minimum aan inspanningen gezien de dramatische situatie van onze
overheidsfinanciën. Zonder ingrijpen zijn we volgens het IMF op weg naar de hoogste
overheidsuitgaven van alle industrielanden tegen 2029. Met deze besparingsplannen blijven
we nog altijd het land met de tweede hoogste overheidsuitgaven.

Wat nog te veel ontbreekt in de onderhandelingen

De Arizona-plannen gaan duidelijk in de goeie richting, maar zijn niet voldoende om onze
economie echt voor te bereiden op de uitdagingen waar we voor staan (allicht is dat ook niet
haalbaar binnen één legislatuur). Federaal leek de focus tot nog toe vooral te liggen op
maatregelen om meer mensen aan het werk te krijgen en om de begroting op orde te
krijgen. Voor onze toekomstige welvaart is het evenwel nog belangrijker om ons economisch
groeipotentieel te versterken.

Sterkere economische groei is de ‘makkelijkste’ weg om de welvaart van de brede bevolking
op te krikken en tegelijkertijd de overheidsfinanciën terug op de rails te krijgen. Meer
mensen aan het werk is daar een (beperkt) onderdeel van, het echte verschil moet gemaakt
worden via een sterkere productiviteitsgroei. De belangrijkste hefbomen daarvoor liggen op
het regionale niveau (onderwijs, O&O, infrastructuur), maar ook op federaal niveau zou daar
veel meer aandacht voor moeten zijn. Daarbij moet o.m. werk gemaakt worden van een
gunstiger ondernemingsklimaat, minder regulering, een efficiëntere overheid,
internationalisering, …

De afgeschoten Arizona-plannen waren een stap in de goeie richting, maar bleven nog te
beperkt. Het risico is reëel dat de volgende onderhandelingen minder ver zullen gaan.
Hopelijk zijn alle betrokken partijen zich voldoende bewust van de enorme uitdagingen waar
onze economie voor staat, en van wat er nodig is om die uitdagingen op te vangen. Dat gaat
dus om extra inspanningen bovenop de Arizona-plannen, niet om minder inspanningen.


De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van ‘België kan beter’

Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.