Het nieuwste Chinese doelwit heet… Wall Street

De confrontatie tussen de Verenigde Staten en China verplaatst zich naar een nieuw front: Wall Street. China wil de beursnoteringen van Chinese bedrijven in de Verenigde Staten beperken of zelfs verhinderen. Het voert als reden de nationale veiligheid en de bescherming van gegevens aan.

Waarom is dit belangrijk?

China blijft eerst en vooral een communistisch land dat niet zal toelaten dat zijn belangrijkste bedrijven zich emanciperen door in de Verenigde Staten geld op te halen. Peking wil de grote Chinese groepen eraan herinneren, zoals het met Alibaba heeft gedaan, dat er in China maar één baas is: de Chinese Communistische Partij en in het bijzonder Xi Jinping.

Na Jack Ma’s Alibaba ligt nu de alternatieve taxidienst Didi (de Chinese Uber, zeg maar) onder vuur. De koers van het bedrijf, dat net naar de beurs is gegaan in de Verenigde Staten, is dinsdag met 25 procent gedaald na een onderzoek naar databescherming. Beleggers die 4,4 miljard dollar in deze Chinese kampioen hebben geïnvesteerd, delen in de klappen.

Aandelen Didi zijn niet echte aandelen

Wat weinig mensen weten is dat wie investeerde in aandelen Didi, niet echt aandelen in het bedrijf in handen krijgt. Niet elke investeerder zal immers begrijpen dat China buitenlandse investeerders verbiedt aandelen te bezitten in alternatieve taxidiensten. Ney als verschillende andere sectoren worden die door China als gevoelig beschouwd. Wie aandelen Didi koopt, krijgt in feite een deel van een lege vennootschap in handen. Die vennootschap heeft een contractuele overeenkomst met Didi zelf. Het is een vergelijkbaar verhaal met Alibaba en veel andere Chinese bedrijven die beursgenoteerd zijn in de VS.

Jack Ma op een archieffoto (Imaginechina via AP Images)

Een groot probleem, zoals door Didi (en Alibaba) in de prospectus wordt aangehaald, is dat de wetten in China met betrekking tot deze structuren niet duidelijk zijn. Het is mogelijk dat de Chinese overheid besluit dat de structuur van Didi illegaal is. In dat geval zou de overheid de bedrijfsvergunning van Didi kunnen intrekken of het eigendom herstructureren, aldus Didi. Daardoor zouden de aandelen waardeloos worden. Een paper uit 2017 van de Council of Institutional Investors stipuleert dat het type structuur dat Didi gebruikt “buitenlandse investeerders essentiële wettelijke bescherming ontneemt die zij anders zouden genieten door hun aandelenbezit.”

Amerikaanse zakenbanken gaan niet vrijuit

Chinese bedrijven hebben ondertussen al meer dan 75 miljard dollar opgehaald door zich op Amerikaanse beurzen te introduceren. De Amerikaanse investeringsbanken Goldman Sachs, Morgan Stanley en JP Morgan hebben gouden zaken gedaan. Maar ook zij komen nu onder druk te staan. Want ze waren naar verluidt op de hoogte van het lopende onderzoek naar Didi. Toch besloten de beursgang door te laten gaan.

Op onderstaande grafiek van het persagentschap Bloomberg is te zien hoe de China-index op de Amerikaanse techbeurs Nasdaq sinds het opschorten van de beursgang van Jack Ma’s Financial Ant Group ruim 42 miljard dollar aan waarde is kwijtgespeeld.

Dit alles is dus niet enkel slecht nieuws voor de betrokken bedrijven, maar ook voor beloftevolle Chinese startups als TikTok. Want wanneer duidelijk wordt dat elk populair Chinees bedrijf de facto als een marionet van het Chinese staatsveiligheidapparaat moet worden beschouwd, zal de westerse drang om dit soort apps te blijven gebruiken gestaag dalen. Samen met hun beurswaarde. 

Meer