De VS heffen vanaf 24 september een importtaks van 10% op een reeks Chinese goederen en dat voor een totale waarde van 200 miljard dollar. De handelsoorlog tussen beide landen treedt een nieuwe fase in.

De Amerikaanse president Trump maakte maandag zijn dreigementen hard door invoerheffingen aan te kondigen op 200 miljard dollar aan Chinese goederen. Vanaf volgende week moet op die geïmporteerde goederen een extra belasting van 10% worden betaald, die op 1 januari 2019 zal worden opgetrokken tot 25%. Trump werkt ondertussen al aan een nieuwe lijst waarin nog eens voor 267 miljard aan Chinese importgoederen staan genoteerd.

De Chinese reactie was voorspelbaar en houdt in dat onmiddellijk gelijkaardige sancties van kracht zullen worden op artikelen die vanuit de VS worden ingevoerd. Een onderhandelde oplossing tussen beide landen lijkt verder af dan ooit.

“Dat is hoe de zaken er vandaag voorstaan”

Deze tarieven zetten – in tegenstelling tot eerder aangekondigde invoerheffingen die bedoeld waren om de aankoop van Chinese industriële apparatuur in de VS af te remmen – een nieuwe groep mensen in het centrum van de handelsoorlog: de Amerikaanse consumenten. Op de lijst van goederen die voortaan aan invoerheffingen zijn onderworpen staan o.a. computers, meubels, textiel, handtassen, etenswaren en artikelen voor huishoudelijk gebruik, allemaal spullen die Amerikanen in grote hoeveelheden aankopen.

Peter Mandelson, de voormalige Eurocommissaris voor Handel, laat er dan ook weinig twijfel over bestaan dat we in een gevaarlijke zone zijn terechtgekomen, die het globale vertrouwen in de economie kan schaden en een recessie kan uitlokken. “Dat is hoe de zaken er vandaag voorstaan”, aldus Mandelson in een interview met Bloomberg TV.

© EPA

Amerikaans gezin besteedt een kwart van zijn budget aan Chinese goederen 

Ondernemers- en consumentenverenigingen hebben al gewaarschuwd dat deze tarieven jobs kunnen kosten en de levensstandaard van de Amerikaanse midden- en lagere klasse kunnen aantasten. Net die mensen zijn grote consumenten van – goedkope – Chinese goederen. Uit eerdere berekeningen van het Witte Huis blijkt dat een doorsnee Amerikaans gezin een kwart van zijn budget aan in China gefabriceerde goederen besteedt.

Bedrijven gaan nu op zoek naar leveranciers buiten China in een poging om de importheffingen te omzeilen. Een belangrijke vraag blijft echter onbeantwoord:

“Welke prijs is de aan goedkope Chinese goederen verslaafde Amerikaan bereid te betalen in naam van economisch nationalisme en solidariteit met de binnenlandse industrie?”

Xi Jinping heeft tijd

Hoewel het altijd moeilijk is om tussen de lijnen door van de officiële verklaringen van het Chinese regime te lezen, lijkt China de deur open te houden voor nieuwe onderhandelingen. Volgens Beijing brengen de nieuwe tarieven enkel meer onzekerheid, maar worden nieuwe onderhandelingen niet afgeblazen, iets wat vele analisten wel hadden verwacht. Xi Jinping lijkt de impasse in elk geval te willen rekken tot na de tussentijdse verkiezingen in de VS.

Onverwachte gevolgen

Trumps handelsoorlog heeft ook onverwachte consequenties in China zelf. Volgens de Wall Street Journal beginnen steeds meer Chinese producenten te denken in termen van kwaliteit, eerder dan van kwantiteit om op die manier de concurrentie aan te gaan met Amerikaanse producenten. “Op langere termijn zal deze handelsoorlog ons concurrentiëler maken,” zegt een Chinese ondernemer in de krant.