China wordt vaak voorgesteld als de reddingslijn die de Russische economie overeind houdt door een afzetmarkt te bieden voor de grondstoffen die Rusland nergens anders kan verkopen. Maar het omgekeerde is ook waar: China wil meer uitvoeren naar Rusland omdat andere landen minder Chinese producten willen importeren.

In het nieuws: De Chinese General Administration of Customs heeft woensdag zijn gegevens over de export van het land vrijgegeven en het verdict is duidelijk: China heeft zijn handel met de meeste van zijn handelspartners zien afnemen.

De fabriek van de wereld wordt steeds meer gemeden door het Westen

• Taiwan heeft zijn import uit China met 25 procent verminderd, gevolgd door de Verenigde Staten die 12,5 procent minder goederen uit het Aziatische land invoeren.
• Ook andere landen, zoals Zuid-Korea en Nieuw-Zeeland, voeren minder Chinese producten in. Dat meldt de Amerikaanse nieuwssite CNN. De Chinese douaneautoriteiten melden echter dat de Chinese export op jaarbasis met 14,8 procent is gestegen in maart en met 8,5 procent in april. Maar we mogen niet vergeten dat China een economisch moeilijke periode achter de rug heeft door de coronapandemie en het zerocovidbeleid dat daarmee gepaard ging.

De meest logische verklaring voor de toegenomen exportcijfers is dat Peking op zoek is naar nieuwe afzetmarkten. China kijkt daarvoor voornamelijk in de richting van Rusland. Uit officiële cijfers blijkt dat de Chinese uitvoer naar Rusland sinds januari 2023 42,96 miljard dollar heeft bereikt, een stijging van 75,6 procent ten opzichte van 2022. De handel tussen de twee Euraziatische reuzen is met 40,7 procent toegenomen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.

• Door de westerse sancties en vooral de terugtrekking van veel buitenlandse merken, moeten de Russen wel Chinees kopen. Dat geldt vooral voor de autosector, waar Amerikaanse en Europese merken tot nu toe de bovenhand hadden.
• Voor de Chinezen is het een nieuwe markt die groeit op een moment dat de “fabriek van de wereld” het moeilijk heeft. Vooral omdat, terwijl Chinese auto’s goed verkopen, westerlingen steeds meer op hun hoede zijn voor de technologie van Peking. Huawei bijvoorbeeld, een echt succesverhaal een paar jaar geleden, heeft een verbod gekregen om 5G-apparatuur te leveren in de Verenigde Staten, Denemarken, Estland, Litouwen, Letland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk, op verdenking van spionage. En de EU overweegt nu om het merk helemaal te verbieden.

Een koppel dat elkaar steunt

Kunnen Peking en Moskou elkaar voldoende steunen om economische stabiliteit te garanderen? Dat is ver van zeker. Aan de Russische kant moeten ze olie en kolen tegen lagere prijzen verkopen, wat resulteert in een enorm verlies aan inkomsten. En aan de Chinese kant moeten we ons afvragen of de 143 miljoen Russen kunnen absorberen wat er uit de fabrieken komt.

Bovendien beginnen de economische cijfers van het land argwaan te wekken. De South China Morning Post – een dagblad in Hongkong dat eigendom is van Alibaba – wijst erop dat de goede exportcijfers in tegenspraak zijn met andere economische indicatoren.

Opgeblazen exportcijfers?

• De nieuwssite vergeleek de douanecijfers met de “waarde van de exportleveringen” in yuan zoals gepubliceerd door het Nationaal Bureau voor de Statistiek. Logischerwijs hebben die cijfers altijd parallel bewogen. Maar nu niet meer: in maart nam het verschil in groei tussen de twee toe tot 28,8 procentpunten.
• Het ene overheidsbureau meldt een stijging van 23,4 procent (op jaarbasis) in de waarde van de export, terwijl een ander aankondigt dat de geleverde waarde van de export in dezelfde maand met 5,4 procent is gedaald.
• Bovendien meldt de Engelstalige Chinese nieuwssite dat, hoewel Zuidoost-Aziatische landen de afgelopen maanden een van de belangrijkste motoren van de Chinese exportgroei zijn geweest, er discrepanties zijn tussen de importgegevens die landen als Vietnam, Singapore, Maleisië en Thailand rapporteren en wat China zegt dat het naar hen exporteert.

(ns)