“Aanleg groene waterstof-infrastructuur haalbaarder dan veel deskundigen denken”

De energiedrager waterstof zal niet eeuwig een nichegas blijven, meent René Peters van het Nederlandse energie-onderzoeksinstituut TNO. “Waar we nu nog heel veel gas en olie gebruiken, gaan we in de toekomst vooral waterstof gebruiken”, zo betoogt de business director in een gesprek met Business AM Radio.

Waarom is dit belangrijk?

Een groeiend aantal landen - waaronder België - ziet de energiedrager H2 als een van de belangrijkste oplossingen voor de klimaatcrisis. Er is echter nog een (zeer) lange weg te gaan voordat het grote duurzame potentieel dat het goedje volgens sommigen heeft, volledig kan worden ontplooid.

Er zijn verschillende soorten H2: groene waterstof, geproduceerd via wind- of zonne-energie, is een ander beestje dan grijze waterstof, gemaakt uit aardgas. Eerstgenoemde is belangrijker voor de verduurzaming van de economie, maar niet noodzakelijk makkelijker te fabriceren. Al ziet Peters hier wel kansen: “Nederlanders bouwen veel windmolenparken. En al die energie gaat naar land via elektriciteitskabels. Maar in de toekomst zijn we aan het kijken of we dat in de vorm van waterstof kunnen doen”, klinkt het.

Windmolens

Verklarend: “We kunnen niet al die elektriciteit van die vele windmolens in het elektriciteitsnet kwijt. En daarom moeten we ’t gaan omzetten naar waterstof”, werpt de topman van TNO op. “En dat willen we dan op zee gaan doen, omdat we dan ook het voordeel hebben van het goedkopere transport van energie in de vorm van waterstof.”

Hoezo goedkoper? “Het transport van energie in de vorm van waterstofmoleculen, dat is een stuk goedkoper dan het vervoeren van energie in de vorm van elektriciteit. En, bovendien, in Nederland liggen er al heel veel gasleidingen, waardoor die opnieuw kunnen worden gebruikt voor het transport van waterstof. Dus we hoeven geen nieuwe kabels neer te leggen, en daarmee wordt het transport zeker over grote afstanden op zee een stuk goedkoper.”

Samenvattend: Nederland beschikt al over een “uitstekend ontwikkelde gasinfrastructuur, die kan worden aangepast voor transport van waterstof”, dus: “de aanleg van groene waterstof-infrastructuur is haalbaarder dan veel deskundigen denken.”

Elektrolyse

Waterstof kan op een aantal manieren worden geproduceerd. Eén methode omvat het gebruik van elektrolyse, waarbij een elektrische stroom water splitst in zuurstof en waterstof. Hoe vertaalt zich dat proces naar een windmolenpark op de Noordzee?

“Wat we dan doen is het zeewater, wat natuurlijk zout is, eerst ontzilten. Dan houd je puur water over, en dat splitsen we, met behulp van de elektriciteit van de windmolenparken, in waterstof en zuurstof. En dan gaat zo’n 80 procent van de energie, van de elektriciteit, in de vorm van moleculen in waterstof zitten, en dat brengen we dan naar land. Zo brengen we de energie niet in elektriciteit naar land, maar in moleculen.”

Zware industrie

Om tot waterstof te komen, moet je dus een paar processen doorlopen. Obstakels overwinnen, in principe. Maar de toekomst is niettemin rooskleurig voor de energiedrager, die vaak wordt geprezen als pijler van de energietransitie: “Ik denk dat waterstof een heel belangrijke rol gaat spelen in het verduurzamen van vooral de zwaardere industrie”, aldus Peters.

“Denk dan aan de staalindustrie, de chemie, maar ook de raffinaderijen, misschien ook wegverkeer, mobiliteit. Omdat daar elektriciteit en elektrificatie niet altijd mogelijk zijn, vanwege bijvoorbeeld hoge temperaturen, of te zwaar vermogen dat nodig is.”

Zal waterstof volgens TNO dat niet het hele energiesysteem gaan verrijken met zijn duurzame innovatie? “Waterstof zal wel een significant deel uitmaken van de verduurzaming van het hele energiesysteem, maar we zullen natuurlijk ook de groene elektronen nodig hebben voor de eenvoudiger processen, zoals het personenvervoer, en de huishoudens die toch elektrisch zullen worden, met warmtepompen bijvoorbeeld. Het is vooral een combinatie van én schone elektronen, én schone moleculen die uiteindelijk het energiesysteem en de grootverbruikers moeten helpen verduurzamen.”

Meer