Griekenland telt een absurd aantal apothekers (en dokters)

De Pharmacy Group of the European Union publiceerde vorige week zijn jaarrapport. Daarin worden elk jaar de aantallen apotheken en apothekers in de landen van de EU in kaart gebracht. Een competitie die jaar na jaar moeiteloos door de Grieken wordt gewonnen. Hoe dat komt?

De uitleg is vrij eenvoudig. De Grieken hebben het apothekersberoep in die mate geregulariseerd dat massa’s apothekers nodig zijn om aan de wetgeving te voldoen. 

  • Het land is volgens de OESO een van de weinige EU-landen dat de prijzen vastlegt voor alle geneesmiddelen – OTC (over the counter) of voorschriftvrije geneesmiddelen zoals aspirine inbegrepen.
  • De verdeling ervan mag enkel door gelicentieerde apotheken gebeuren.
  • Enkel apothekers mogen apotheken uitbaten en per apotheker is hun aantal gelimiteerd tot één.
  • Nieuwe apotheken mogen enkel worden geopend waar de overheid toestemming geeft en de maatstaf daarbij is afstand en bevolkingsdichtheid.
  • De overheid legt openingsuren op; wie daarvan wil afwijken heeft toestemming van de gemeente nodig.
  • Voor elke apotheker die in een apotheek werkt, moeten op zijn minst drie assistenten worden tewerkgesteld.
  • Etc., …

Uiteraard zorgde zo’n systeem goed voor ‘insiders’ terwijl ‘outsiders’ het beroep gewoon niet binnen kunnen. Niet voor niets zijn geneesmiddelen in Griekenland gemiddeld 4% duurder dan in de rest van de EU.

Doch aan dit systeem is een einde gekomen eens het land de troïka om hulp vroeg. Die besliste dat de regelgeving versoepeld moest worden en de concurrentie uitgebreid, opdat aspirines ook in supermarkten konden worden verkocht, etc.

Duizenden Griekse apothekers zien hun bestaan nu bedreigd. Terecht wordt gevreesd voor de sluiting van 11.000 apotheken en dat leidde deze week tot een eerste staking van 2 dagen.

Maar wie de vandaag felgeplaagde Griekse gezondheidssector van naderbij bestudeert kan niet anders dan nog tot enkele opmerkelijke vaststellingen te komen.

Volgens cijfers van de Wereldbank telt Griekenland 6,2 artsen per 1.000 inwoners. Niemand ter wereld doet beter (enkel Monaco, voor zo ver de vergelijking opgaat). België bijvoorbeeld telt er 3,8 per 1.000.

Maar Griekenland is dan weer een van de landen waar het aantal verpleegsters ongewoon laag is, minder dan één per arts, volgens cijfers van de OESO, waar het gemiddelde op 8,3 per arts ligt. (In België zijn er dat zelfs 14 per arts).

Dat leidt kwatongen tot de volgende conclusie:

De Griekse gezondheidszorg scoort in het meest recente OESO-rapport uiteindelijk maar net hoger dan gemiddeld. Griekenland werd in de gouden jaren dus een vruchtbare grond voor ‘een maffia van apothekers en artsen’, die elkaar rijk maakten door dure – enkel bij apothekers verkrijgbare – geneesmiddelen voor te schrijven, die grotendeels (gemiddeld 90%) door de staat werden terugbetaald aan patiënten, die deze geneesmiddelen vaak niet eens nodig hadden. Ook de grote farmabedrijven beloonden dit gedrag met bonussen en commissies. En omdat er in deze combine voor verpleegsters niets overbleef, voelden weinigen zich tot dat beroep aangetrokken.

Meer