In Parijs is een belangrijke stap gezet voor de bouw van een gondelbaan, die pendelaars tussen de voorsteden Créteil en Villeneuve-Saint-Georges in het zuidoosten van de Franse metropool moet laten reizen. Haalbaarheidsstudies over het project Cable 1 hebben een positief resultaat opgeleverd. Gehoopt wordt de gondelbaan over drie jaar al in gebruik te kunnen nemen.
De gondelbaan Cable 1 werd veertien jaar geleden voor de eerste keer voorgesteld. De lijn, die enkele van de meest dichtbevolkte buurten in het zuidoosten van Parijs met de terminus van de metrolijn 8 moet verbinden, krijgt over een afstand van 4,5 kilometer vijf stations.
De kabelbaan moet de duur van de verplaatsing tussen de voorsteden en het stadscentrum gevoelig inkorten. Ook moet een betere connectie worden aangeboden tussen de netwerken van scholen, universiteiten, ziekenhuizen en officiële diensten die in de regio liggen verspreid.
Unieke oplossing
Het vervoerbedrijf Île-de-France Mobilités merkt op dat gondelbaan nagenoeg de enige manier was om het openbaar vervoer in de regio verder uit te breiden. “Het zou immers bijzonder complex en duur worden om het aanbod met conventionele transportmiddelen te versterken”, luidt het.
“Het gebied heeft een heuvelachtige topografie, maar wordt ook doorsneden door verschillende snelwegen, een hogesnelheidslijn en een spoortraject voor goederenvervoer. De aanleg van een tramlijn zou dan ook een uitgebreide engineering – onder meer met de bouw van bruggen en tunnels – vereisen.”
De gondel kan daarentegen boven deze obstakels zweven en neemt ook weinig terrein in beslag. Buiten de stationslocaties heeft de baan alleen ruimte nodig voor de pijlers die de kabels moeten ondersteunen. Dit alles moet er ook in lukken om de kostprijs van het project op ongeveer 132 miljoen euro te houden. De gondelbaan heeft een elektrische aandrijving en zal dan ook geen luchtvervuiling veroorzaken.
Hoewel de ramingen over het aantal passagiers nog geen resultaten hebben vrijgegeven, zeggen de initiatiefnemers dat de kabelbaan voor vele forenzen een alternatief kan vormen voor het gebruik van de auto om zich naar het stadscentrum van Parijs te begeven. Op die manier kan ook de verkeerscongestie in het gebied worden aangepakt.
Omwonenden
Ondanks al die voordelen heeft de realisatie van Cable 1 lang op zich laten wachten. Het initiatief moest immers afrekenen met controverses die ook van andere kabelbaan-projecten zijn bekend. “Er was onder meer weerstand van de omwonenden van het geplande traject”, wordt er opgemerkt.
“Velen vreesden dat hun privacy in het gedrang zou kunnen komen omdat de passagiers van de gondel door hun ramen en in hun tuinen zouden kunnen turen. Ook vermoedden verscheidene omwonenden dat hun rust door lawaai en licht zou worden verstoord.”
“Om een aantal van die zorgen weg te nemen, werd een technologische oplossing gevonden”, voert het vervoerbedrijf aan. “Wanneer de gondel in de buurt van woningen komt, worden zijn ramen ondoorzichtig gemaakt. Die oplossing werd ook al gebruikt voor de gondelbaan die in de Franse kuststad Brest werd aangelegd.”
Met zijn beperkte lengte en zijn locatie in de buitenwijken van de stad is het volgens kenners onwaarschijnlijk dat Cable 1 even beroemd zal worden als de gondelbanen van onder meer Medellin in Colombia of La Paz in Bolivia.
Parijs hoopt echter dat Cable 1 een eerste verwezenlijking zou worden van een groter netwerk gondelbanen dat in het bredere stadsgebied zou kunnen worden uitgebouwd. Momenteel worden in de regio Groot-Parijs nog vijf andere constructies overwogen. Maar daarbij is nog geen enkel project het conceptstadium ontgroeid.
De gondelbanen kunnen volgens de experts een interessant onderdeel van het nieuwe mobiliteitsplan van Parijs worden. “Er worden momenteel in de Franse hoofdstad intensieve pogingen ondernomen om het gebruik van de auto te verminderen”, voeren zij aan.
“Er is op dit ogenblik onder meer een grote uitbreiding van het metrosysteem aan de gang. De gondels zouden daarbij een nuttige niche kunnen vormen. Deze kabelbanen zijn geen alternatief voor traditionele treinen en trams, maar zouden wel vanuit die routes een verdere verbinding naar residentiële locaties kunnen aanreiken.”