De Waalse regering legt stilaan de laatste hand aan haar nieuwe plan om de Waalse economie op de rails te krijgen, Get Up Wallonia. Ondertussen worden er evenwel met veel enthousiasme allerlei voorstellen gelanceerd die de Waalse economie toch eerder zouden afremmen.
De Waalse regering werkt aan een nieuw relanceplan: Get Up Wallonia. Elio Di Rupo lanceerde dat idee bijna een jaar geleden en ondertussen zit het plan in de laatste rechte lijn. Dat er extra inspanningen nodig zijn om de Waalse economie te versterken, daar zullen weinigen aan twijfelen. Op economisch vlak blijft Wallonië immers bij de zwakkere regio’s van Europa. Dat valt vooral op op de arbeidsmarkt. Waar in Vlaanderen in 2019 ruim 75,5% van de 20- tot 64-jarigen aan het werk waren, was dat in Wallonië maar 64,6%. Vlaanderen zit daarmee net boven het Europese gemiddelde, terwijl Wallonië achteraan hangt in Europa (met 61,7% doet Brussel nog slechter). Die zwakke prestatie blijkt ook uit de cijfers van de kwetsbare groepen op de Waalse arbeidsmarkt: van de ouderen en nieuwkomers van buiten Europa werkt minder dan de helft, van de Waalse laaggeschoolden zelfs maar een kleine 40%.
Het nieuwe plan zet in op onderwijs en opleiding, duurzaamheid, ondernemerschap, welzijn en goed bestuur. Dat zijn voor de hand liggende keuzes. Onderwijs en opleiding zijn uiteraard ook cruciaal voor de economie, en Wallonië scoort op dat vlak pijnlijk zwak. Volgens de PISA-analyses van de OESO ligt de kwaliteit van het Waalse onderwijs onder het gemiddelde van de industrielanden. Volgens Europese cijfers doet amper 6,6% van de 25- tot 64-jarigen aan levenslang leren. Het Europese gemiddelde ligt op 11%, in de topregio’s is dat 36%. Ook voor allerlei armoedemaatstaven presteert Wallonië ondermaats. Zo ligt het armoederisico van 24,6% duidelijk boven het Europese gemiddelde (21,4%). Dat Wallonië geen voorbeeldregio is op vlak van ondernemerschap of goed bestuur is allicht evenmin een verrassing.
Of het nieuwe plan de komende jaren het verschil zal maken, is een andere vraag. Dit is niet het eerste plan om de Waalse economie op de rails te krijgen. Zo was er in 1999 al het ‘Contrat d’avenir’ en in 2005 het ‘Plan Marshall’. Geen van beide kon voor een trendbreuk zorgen. De achterstand van Wallonië tegenover Vlaanderen op vlak van werkzaamheidsgraad bleef ook met die plannen verder oplopen. En ook nu dreigt het nieuwe plan te botsen op de politieke realiteit.
Naast de grote verklaringen over de ambitie om meer mensen aan het werk te krijgen, lijkt er in Wallonië meer animo voor allerlei voorstellen die de situatie op de arbeidsmarkt eerder zouden verslechteren. Zowel vanuit de PTB als vanuit de PS worden voorstellen gelanceerd voor stevige loonstijgingen, fors hogere minimumlonen, meer brugpensioen en een lagere pensioenleeftijd. Dat soort maatregelen zullen er niet toe bijdragen om meer mensen aan het werk te krijgen, integendeel. Of Get Up Wallonia tegen die achtergrond toch voor de nodige positieve dynamiek kan zorgen, blijft hoogst twijfelachtig.
De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten