Landbouwproducten die door de Europese Unie met een geografische oorsprongsbenaming worden beschermd, bieden hun producenten een duidelijke economische meerwaarde. Die voordelen manifesteren zich niet alleen op het gebied van marketing, maar vertalen zich ook in hogere omzetten. Dat zegt een studie van de Europese Commissie.

De Europese Unie telt in totaal 3.207 producten die met een geografische oorsprongsbenaming zijn beschermd. Het onderzoek toonde dat deze producten een jaarlijkse omzet van 74,76 miljard euro vertegenwoordigen.

Reputatie

Voor een product met een beschermde naam wordt volgens de studie gemiddeld twee keer zoveel betaald dan voor een vergelijkbaar goed zonder certificering. ‘Dit fenomeen is te danken aan de hoge kwaliteit en de sterke reputatie van deze producten,’ zeggen de onderzoekers. ‘Er is bij de consumenten bovendien een grotere bereidheid om voor authentieke producten een meerprijs te betalen.’

Geografische aanduidingen zijn bedoeld om de namen van specifieke producten te beschermen om hun unieke kenmerken te promoten. Die eigenschappen houden verband met de geografische oorsprong van de producten en de regionale knowhow terzake. Deze producten zijn door het systeem wettelijk beschermd tegen namaak en misbruik.

Van de 3.207 producten die drie jaar geleden een Europese bescherming genoten, bestond 49 procent uit wijnen, 43 procent uit voedselproducten en 8 procent uit sterke dranken. Wijn blijkt veruit de belangrijkste pijler van de sector. Het product vertegenwoordigt immers 51 procent van de totale omzet, maar neemt ook 50 procent van de uitvoer naar andere continenten voor zijn rekening.

Handel

Janusz Wojciechowski, Europees commissaris voor landbouw, benadrukte dat deze producten een belangrijk pijler vormen van internationale handelsovereenkomsten. ‘Meer dan een vijfde van de totale omzet van deze goederen is te danken aan export naar andere werelddelen,’ aldus de Europees commissaris.

‘Deze producten vertegenwoordigen bovendien 15,5 procent van de totale export van Europese landbouwproducten. De belangrijkste afzetmarkten zijn Verenigde Staten, China en Singapore. Deze drie landen nemen samen de helft van de totale export van deze producten af.’

Tot op dit ogenblik heeft de Europese Unie meer dan dertig internationale overeenkomsten gesloten die de erkenning van deze producten regelen.