Genie lijdt makkelijkst aan bipolaire stoornis

Er bestaat geen groot genie dat niet met waanzin vermengd is, zei Aristoteles. Die stelling wordt bevestigd door onderzoekers aan het King’s College in Londen en het Karolinska Institute in Stockholm.

Zij onderzochten de examenresultaten van 70.000 Zweedse tieners uit de negentiger jaren van vorige eeuw. Wat bleek? De leerlingen die de beste punten haalden maakten vier keer meer kans om nog voor hun 31ste in het ziekenhuis te worden opgenomen met bipolaire stoornis, een aandoening waarbij patiënten perioden van grote euforie afwisselen met perioden van zware depressie.

Dr. James MacCabe, die de studie leidde, zegt dat tieners die hoge cijfers halen een grotere kans maken op bipolaire stoornissen, vooral die tieners die menswetenschappen en in mindere mate wetenschappelijke richtingen volgen.

Muziek en litteratuur zijn de onderwerpen die het vaakst een verband aantonen tussen hoge examencijfers in de jeugd en mentale stoornissen later. Opmerkelijk genoeg blijkt uit de studie dat ook jongeren met de laagste cijfers een kleine kans maakten om op latere leeftijd bipolaire stoornissen te ontwikkelen. De auteurs denken daarom te mogen stellen dat bipolaire stoornis gerelateerd is aan ‘milde neuro-ontwikkelde abnormaliteiten’.

Bipolaire stoornis komt steeds vaker voor. Geschat wordt dat het aantal Amerikaanse kinderen dat onder de stoornis lijdt de voorbije 10 jaar is verveertigvoudigd. Toch slaagt men erin de ziekte te relativeren, vooral dankzij de aandacht die de media schenken aan ‘bipolaire beroemdheden’ als  Catherine Zeta-Jones, Ben Stiller, Robbie Williams, Paul Gascoigne of Stephen Fry.

Meer