Geen budgetten meer voor ontmanteling afgeschreven olieplatforms?

Oliemaatschappijen worden door de daling van de olieprijzen tot bezuinigingen gedwongen. Dat vormt echter ook een bedreiging voor de ontmanteling van verouderde offshore installaties. Dat zegt onder meer Sonya Boodoo, analiste bij consulent Rystad Energy.

Boodoo verwijst daarbij naar de beslissingen van bedrijven zoals Total, Royal Dutch Shell en British Petroleum om hun uitgaven met miljarden dollars te verlagen of uit te stellen. Deze beslissingen werden ingegeven door drastische omzetdalingen, die door de uitbraak van het coronavirus nog werden versterkt.

Prioriteiten

‘De ontmanteling van afgeschreven platforms behoort momenteel niet tot de topprioriteiten van de olieproducenten,’ benadrukt Boodoo. ‘De toegewezen budgetten voor die operaties zullen de volgende twee jaar wellicht met minstens 10 procent inkrimpen.’

Voor de uitbraak van de coronapandemie raamde de sectororganisatie UK Oil and Gas dat de volgende zeven jaar telkens ongeveer 1,7 miljard euro zou worden geïnvesteerd in de ontmanteling van afgeschreven petroleuminfrastructuur in de Noordzee.

‘Een groot aantal van die platforms werd in de jaren zeventig van de voorbije eeuw ontworpen en gebouwd,’ aldus Romana Adamcikova, analist van Wood Mackenzie. ‘Daarbij werd weinig aandacht besteed aan de latere ontmanteling. Door het toenemend milieubewustzijn is dit echter een bijzonder netelige kwestie geworden.’

Volgens UK Oil and Gas zullen de volgende tien jaar in Britse wateren 1.630 boorputten moeten worden gesloten. Daarbij zouden meer dan 1,2 miljoen ton beton en staal moeten worden verwijderd.

Hergebruik

Sinds het einde van de voorbije eeuw is de ontmanteling van afgeschreven offshore boorinstallaties verplicht. De olieproducenten kunnen daarop echter uitzonderingen vragen. Het Brent-olieveld, dat vijftig jaar geleden 180 kilometer ten noordoosten van de Shetland-eilanden werd ontdekt, is een voorbeeld van de problematiek.

Shell heeft aangekondigd delen van vier afgeschreven platforms, waaronder 40.000 kubieke meter sediment met ongeveer 11.000 ton olie, te willen laten staan. Shell zegt mogelijke opties voor hergebruik – zoals de opslag van kooldioxide of de bouw van windturbines – te hebben overwogen.

Die oplossingen zouden echter niet haalbaar zijn geweest. Het bedrijf benadrukte daarbij meteen dat de achtergelaten infrastructuur nagenoeg geen enkel risico voor de veiligheid en het leefmilieu zou opleveren. Dat leidde echter tot zware protesten bij onder meer een aantal milieuverenigingen.

Meer