De aankondiging van een subsidie-onderzoek in de State of the Union van voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, zorgt voor verdeeldheid binnen de Europese rangen. De strengere positie tegenover China kwam er vooral op aandringen van Frankrijk. Duitsland is veel minder fan.
Franse minister van Financiën: “Subsidie-onderzoek naar Chinese elektrische wagens heeft niets met protectionisme te maken”

Waarom is dit belangrijk?
Om definitief af te stappen van fossiele brandstoffen moet sterk ingezet worden op elektrische voertuigen. De Chinese markt boekte hier de jongste jaren grote vooruitgang in. Europese producenten vrezen dat de Chinese wagens, hevig gesubsidieerd door de overheid, de markt hier zullen overspoelen aan dumpingprijzen. Maar een te strenge houding tegenover China zou een tegenreactie kunnen ontketenen.In het nieuws: Elektrische auto’s made in China, of toch niet?
- Vanuit Beijing werd vorige week al een waarschuwing uitgestuurd aan het adres van de Europese Unie. “Het is een regelrechte protectionistische daad die de wereldwijde auto-industrie en toeleveringsketen, inclusief de EU, ernstig zal verstoren en een negatieve invloed zal hebben op de economische en handelsbetrekkingen tussen China en de EU.”
- Maar volgens de Franse minister van Financiën, Bruno Le Maire, is dit helemaal niet het geval. Hij zei aan Bloomberg TV dat de EU niets te vrezen had, als “een van de machtigste economische continenten”.
- En verder: “Het heeft niets met protectionisme te maken”. Le Maire stelde dat Europa hiermee niet beoogd om een handelsoorlog te ontketenen, en dat het alleen beseft dat het de eigen economische belangen moet “verdedigen” zoals De Verenigde Staten, maar ook China zelf, doet.
Protectionisme, een tweesnijdend zwaard
De Duitse minister van Financiën, Christian Lindner, stond zijn Franstalige evenknie hierin bij: “Als er bezorgdheden zijn dat het niet eerlijk is, dan moet daarnaar gekeken worden. De wereldhandel is gebaseerd op regels.”
- Het zijn de Duitse autofabrikanten die bezorgdheden hebben. China is voor de Duitse merken Volkswagen, Audi, Mercedes en BMW de grootste markt. Voor hen zou het een financiële tegenvaller van formaat zijn, als China zelf importheffingen oplegt.
- Daarnaast zijn er ook heel wat fabrieken van de Duitse autofabrikanten in China gelegen. In een land waar economie en politiek zo nauw verband zijn, kan China ook hier proberen om het de fabrikanten moeilijker te maken. Bijvoorbeeld door geen lithium meer te leveren, die nodig zijn om de batterij te maken.
- Vorig jaar investeerde Volkswagen nog voor 5 miljard euro in China.
Dezelfde steen
De invasie van Oekraïne, met alle economische gevolgen ervan, zorgde ervoor dat heel wat landen hun leveranciers andermaal onder de loep namen.
- Toen Rusland zijn gas als economisch wapen inzette, werd pijnlijk duidelijk dat voorgaande handelsrelaties helemaal geen garantie zijn. De energiebevoorrading van Europa moest terug wat hertekend worden.
- Europa wil zich niet tweemaal aan dezelfde steen stoten. China stelt zich steeds assertiever op tegenover Taiwan. Indien het conflict militair escaleert, lijken sancties tegenover China onvermijdelijk. Als Europa dan nog aan de borst van China hangt voor het aanbod van elektrische wagens, heeft het een probleem.
(evb)