Acht lange, eeuwenoude eiken werden afgelopen weekend uitgekozen in een bos in Sarthe voor de heropbouw van de iconische torenspits van de Notre-Dame in Parijs, die in 2019 in vlammen opging.
In aanwezigheid van onder anderen de minister van Cultuur Roselyne Bachelot en de minister van Landbouw Julien Denormandie, werden kleine bordjes opgehangen aan de geselecteerde eiken. De acht 230 jaar oude bomen – elk één meter in diameter en 20 meter hoog – werden uitgekozen door Philippe Villeneuve en Rémi Fromont, de architecten die de herstelling van de Notre-Dame leiden.
Licht gebogen
Een verwoestende brand legde in april 2019 het dak en de torenspits van de Notre-Dame in de as. Een dag na de brand beloofde president Emmanuel Macron de treurende Parijzenaars dat de 850-jarige kathedraal tegen 2024 in zijn oude glorie hersteld zou zijn.
De eerste bomen die daarvoor geselecteerd werden, zijn afkomstig uit een bos dat in de 17de eeuw werd aangeplant op bevel van Jean-Baptiste Colbert, de eerste minister van Lodewijk XIV, om hout te leveren voor Franse marineschepen.
‘Een drone maakte 3D-profielen om te controleren welke geschikt waren’, zei Aymeric Albert van het Office national des forêts (ONF) aan Agence France Presse. De eiken moeten namelijk licht gebogen zijn, zodat de toekomstige balken de kromming van de gewelven van de Notre-Dame volgen.
1.000 eiken
Er zijn naar verwachting zo’n 1.000 eiken van 150 tot 200 jaar oud nodig uit Franse bossen om de oorspronkelijke torenspits van architect Eugène Viollet-le-Duc na te bouwen. Om jaloezie te voorkomen, mag elke Franse regio minstens een paar bomen leveren.
Daarnaast moeten de bomen voor de lente worden gekapt, voordat het sap omhoogkomt en het hout te vochtig wordt. Voordat de stammen in balken worden gezaagd, moeten ze ook nog eens 18 maanden drogen.
De acht eiken die dit weekend werden geselecteerd, zullen uiteindelijk de voet vormen van de 96 meter hoge torenspits.