Formule 1 verzamelt bijna 27 miljoen dollar startgelden

De Fédération Internationale de l’Automobile (FIA) heeft bij de start van het nieuwe seizoen in de Formule 1 een bedrag van 26,7 miljoen dollar verzameld met het innen van licentiegelden van de twintig coureurs en hun teams die aan de competitie deelnemen. Wereldkampioen Max Verstappen liet in een reactie duidelijk zware kritiek op het systeem blijken.

De piloten en teams moeten elk jaar een vergoeding betalen om aan de startgrid van de Formule 1 te verschijnen. Die vergoeding wordt bepaald op basis van de resultaten die het jaar voordien werden behaald.

Daarbij wordt gewerkt met een vast bedrag per gescoord punt. Door het almaar toenemende aantal races en de invoering van sprintraces kunnen er ook steeds meer punten worden verdiend. Met drieëntwintig races en de sprints zijn er dit nieuwe seizoen 443 punten meer beschikbaar dan vijf jaar geleden.

Hogere inkomsten

De automobielfederatie heeft echter nagelaten om de vergoeding per punt te verminderen, waardoor voor een compensatie zou kunnen zijn gezorgd. Bepaald is dat alle teams dit seizoen een vast bedrag van 617.687 dollar moeten betalen.

Dat bedrag werd vermeerderd door een bijkomende vergoeding per gescoord punt. Deze vergoeding is gestegen van 6.926 dollar naar 7.441 dollar voor de wereldkampioen constructeurs en van 5.770 dollar naar 6.174 dollar voor de overige negen teams.

De vergoedingen die de rijders moeten betalen, worden niet openbaar gemaakt, maar volgens een aantal waarnemers zou dit seizoen een stijging met 30 procent tot 2.100 dollar per gescoord punt worden opgelegd.

Voeg daarbij de vaste vergoeding van 16.236 dollar (12.256 dollar plus 3.980 dollar voor de verzekering) en de automobielfederatie incasseert in totaal een som van 26,67 miljoen dollar. Dat bedrag ligt aanzienlijk hoger dan in het verleden.

Red Bull Racing wordt het hardst getroffen. Het team leverde met Max Verstappen immers de wereldkampioen bij de piloten, maar werd zelf ook wereldkampioen bij de constructeurs. Red Bull zal daarbij bijna 8 miljoen dollar moeten betalen om dit jaar aan de Formule 1 te kunnen deelnemen.

Zelf moet het team een vergoeding van ruim 6,24 miljoen dollar betalen, terwijl voor wereldkampioen Max Verstappen 969.636 dollar moet worden afgedragen. Voor tweede piloot Sergio Perez, die in het wereldkampioenschap als derde eindigde, moet Red Bull nog eens 656.736 dollar afdragen.

Kritiek

Christian Horner, teambaas van Red Bull Racing, had eerder al zijn verbijstering over de hoogte van de licentiegelden uitgedrukt. Wereldkampioen Max Verstappen maakte in een reactie gewag van een absurde beslissing.

“Ik vind het niet terecht dat we zoveel moeten betalen”, stipte Verstappen aan. “Dat is in andere sporten ook niet het geval. Er moeten bovendien steeds meer wedstrijden worden gereden.” Bij Williams Racing, dat vorig jaar op de laatste plaats eindigde, blijft de rekening beperkt tot 707.951 dollar.

De internationale automobielfederatie heeft de inkomsten uit de licentiegelden in het verleden gebruikt om onder meer bijkomende veiligheidsmaatregelen in te voeren. Een voorbeeld daarvan is de Head and Neck Support (HANS), die bij crashes zware verwondingen door de extreme vertraging moet tegengaan; maar ook de Halo, de cockpitbescherming die moet beletten dat het hoofd van de piloten onder meer door rondvliegende brokstukken zou kunnen worden geraakt.

Vorig jaar werd echter aangekondigd dat de financiële middelen zouden worden besteed aan de promotie van de motorsport aan de basis en een verbetering van de verkeersveiligheid.