In Europa en de Verenigde Staten zijn meer en meer analisten en experts van mening dat het tijd wordt voor de centrale banken om het beleid te verstrakken. Ondertussen laat China de teugels vieren. De People’s Bank of China (PBOC) kondigde aan dat ze de reserves die de banken moeten aanhouden met 0,5 procentpunt zou verlagen.
De crisis in de vastgoedsector, in het bijzonder bij de vastgoedreus Evergrande, weegt op de Chinese economische groei. De druk op de economische groei is zodanig groot dat de PBOC heeft beslist om via de kredietinstellingen meer geld in de economie te pompen. De toezichthouder doet dat door de reserves die de banken moeten opzijzetten te verlagen met 0,5 procentpunt. Dat moet ervoor zorgen dat er via kredieten aan gezinnen en bedrijven 188 miljard dollar naar de economie stroomt.
Federal Reserve schroeft opkoopprogramma terug
Het is een opvallende keuze voor een land dat tot nu toe een vrij strak monetair beleid heeft gevoerd. Peking heeft zich tijdens de coronapandemie zeer terughoudend opgesteld bij het ingrijpen in het economisch herstel van China. Zo heeft de toezichthouder sinds begin 2020 de belangrijkste rentetarieven niet meer aangepast. Zeker in vergelijking met de eurozone en de Verenigde Staten hanteerde China tot nu toe een zeer strak monetair beleid.
Terwijl China de teugels laat vieren, gaat de Federal Reserve op de rem staan. De Amerikaanse centrale bank bouwt sinds november het stimulusprogramma af met 15 miljard dollar per maand. De kans bestaat dat tijdens de rentevergadering in december beslist wordt om de inspanningen te verdubbelen tot 30 miljard dollar per maand.
De hoge inflatie is één van de voornaamste redenen waarom de Fed het opkoopbeleid, waarbij de Amerikaanse centrale bank maandelijks schuldpapier opkoopt om zo de langetermijnrente laag te houden, verstrakt. De Amerikaanse inflatie bedroeg in oktober 6,2 procent. Tot voor kort hield Jerome Powell, de voorzitter van de Federal Reserve, vol dat de hoge inflatie tijdelijk is. Tijdens een toespraak voor het Senate Banking Committee gooide hij weliswaar het roer om en zei hij dat hij niet langer zal spreken over een tijdelijke inflatie.
Tijdens die toespraak sloot de voorzitter ook niet uit dat het opkoopbeleid mogelijks enkele maanden vroeger dan verwacht kan stopgezet worden. Dat plaveit de weg voor renteverhogingen in 2022. De markten gaan momenteel uit van twee renteverhogingen volgend jaar.
Lagarde houdt vol dat inflatie tijdelijk is
En in de eurozone? Christine Lagarde, de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), blijft er weliswaar van overtuigd dat de inflatie tijdelijk is. De starre houding van Lagarde stoot almaar economen en analisten tegen de borst. Carsten Brzeski, econoom bij ING, zei onlangs dat de ECB moet erkennen dat zij te naïef is geweest over de relatie tussen producenten- en consumentenprijzen. De inflatie in de eurozone kwam in november uit op 4,9 procent.
Ook binnenshuis gaat niet iedereen akkoord met de opvattingen van Lagarde. Isabel Schnabel, een Duitse econoom die momenteel lid is van de raad van bestuur van de ECB, gaf vorige maand toe dat de inflatie naar de opwaartse zijde overhelt.
Lagarde heeft onlangs ook nog gezegd dat het onwaarschijnlijk is dat de ECB volgend jaar de rentes zal verhogen. De toezichthouder is in september weliswaar begonnen met het lichtjes terugschroeven van het opkoopprogramma, maar de voorzitter liet toen weten dat er nog sprake was van “tapering.”
(lp)