Farma-industrie staat voor groot dilemma: Rusland bestraffen of humanitaire verplichtingen beantwoorden

In de nasleep van de Russische inval in Oekraïne hebben veel westerse bedrijven zich teruggetrokken uit Rusland. De lijst van multinationals die zich volledig terugtrekken of er de activiteiten beperken groeit snel. KLM, Heineken, Philips, Nike, Apple, BP en uiteindelijk ook Shell zijn momenteel te vinden op deze lijst. Maar moeten ook farmaceutische bedrijven zich daarbij aansluiten?

Er blijkt nog een hele reeks ondernemingen te zijn die nog steeds zaken in Rusland doen. Zo is er het Amerikaanse conglomeraat Koch Industries, waarvan CEO Charles Koch beschuldigd wordt dat hij pro-Russische sentimenten verspreidt en dat nog steeds actief is in het land.

Ook de bedrijven Nestlé, Citrix, Cloudflare en Halliburton zouden hun activiteiten nog niet hebben opgeschort. Critici stellen dat deze ondernemingen bijdragen aan de oorlog in Oekraïne en stilzwijgend financiële motieven verkiezen boven humane. 

Humanitaire verplichtingen

Voor een reeks farmaceutische bedrijven ligt de zaak echter anders. De industrie bevindt zich op een lastig ethisch kruispunt. Terugtrekken uit Rusland zou betekenen dat kankerpatiënten zich niet meer kunnen laten behandelen, of dat diabetici zonder insuline komen te zitten. 

Op 14 maart stelde Pfizer in een verklaring dat het bedrijf medicijnen blijft leveren aan Rusland en dat het alle opbrengsten zou schenken aan de steun van mensen in Oekraïne. Het stoppen met het leveren van medicijnen zou in strijd zijn met de fundamentele principes van het bedrijf. Johnson & Johnson en Roche publiceerden een soortgelijke verklaring.

“Onze industrie heeft een unieke humanitaire verplichting om ervoor te zorgen dat medicijnen en vaccins beschikbaar blijven voor alle patiënten, waar ze zich ook bevinden. Dus ook Rusland of Oekraïne”, vertelt Andrew Powrie-Smith aan Wired. Smith is directeur bij de sectororganisatie European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations.

Rusland hard pijnigen

Echter niet iedereen deelt dit gedachtegoed. De Amerikaanse medisch ethicus, Arthur Caplan, stelde dat ook de farmaceutische industrie zijn activiteiten in Rusland moet stoppen. In zijn verklaring zei hij dat het Russische volk niet alleen geknepen moet worden via “cheeseburgers en koffie”, maar ook via producten die hun welzijn behouden.

Enkele kleinere farmaceutische bedrijven lijken de eerste stappen in deze richting te zetten, zo blijkt uit een open brief die is ondertekend door verschillende CEO’s. De ondertekenaars beloven om niet meer te investeren in Rusland en Russische bedrijven, samenwerkingen in het land te stoppen en alle fondsen af te wijzen. Enkel de leveringen van medicijnen en voedsel worden in stand gehouden.

Ethisch vraagstuk

“Hoewel ik heel blij ben dat Nike zijn schoenen niet verkoopt, denk ik dat de farmaceutische industrie zich op een andere plaats bevindt”, zegt Emanuele-Chiara Gillard, onderzoeker bij de onderzoeksgroep Ethics, Law and Armed Conflict, van de Universiteit Oxford. Indien bedrijven ervoor kiezen om alle leveringen van levensreddende medicijnen te stoppen, dan zal dat volgens Gillard geen juridische gevolgen hebben. Er is geen mogelijkheid om dit wettelijk aan te vechten.

De farmaceutische industrie zit dus met een gecompliceerd vraagstuk, waar het noodgedwongen een antwoord op moet vinden. Enerzijds kunnen sancties bijdragen met het op de knieën brengen het Poetin-regime. Anderzijds is de gezondheid van duizenden Russen afhankelijk van westerse medicijnen, waardoor maatregelen een hoop burgers kunnen schaden.

(evb)

Meer