Key takeaways
- De inflatie in Duitsland bleef stabiel op 2,1 procent in mei door dalende energieprijzen.
- Frankrijk ervaart een lichte daling van de inflatie, met een daling op jaarbasis van 0,8 procent naar 0,7 procent in mei als gevolg van snellere dalingen van de energiekosten.
- De inflatie in Spanje daalt licht van 2,2 procent naar 2 procent in mei, grotendeels door dalende huisvestings- en vrijetijdskosten.
Recente inflatiecijfers van grote Europese economieën, waaronder Duitsland, Frankrijk en Spanje, laten een gemengd beeld zien van hoe de consumentenprijzen evolueren.
De Duitse inflatie (op jaarbasis) bleef in mei stabiel op 2,1 procent, wat in lijn ligt met de verwachtingen van analisten. Deze stabilisatie werd grotendeels toegeschreven aan een daling van de energieprijzen, die met 4,6 procent daalden ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De voedselprijzen bleven echter stijgen met 2,8 procent.
Inflatieontwikkelingen in Frankrijk en Spanje
Ook in Frankrijk daalde de inflatie licht, van 0,8 procent in april naar 0,7 procent in mei. Deze matiging werd voornamelijk veroorzaakt door een snellere daling van de energiekosten, die met 8 procent daalden. De voedselprijzen lieten daarentegen een bescheiden versnelling zien en stegen met 1,3 procent.
In Spanje daalde de inflatie licht van 2,2 procent in april naar 2 procent in mei. De vertraging werd grotendeels toegeschreven aan dalende huisvestings- en vrijetijdskosten. Op maandbasis stegen de consumentenprijzen met 0,1 procent, terwijl de kerninflatie, exclusief onbewerkte voedingsmiddelen en energie, 2,2 procent bedroeg.
Over het algemeen wijzen deze ontwikkelingen op een geleidelijke vertraging van de prijsstijgingen in deze Europese economieën. Er bestaan echter verschillen tussen sectoren en regio’s, wat de noodzaak onderstreept van voortdurende controle door beleidsmakers en marktdeelnemers om de economische stabiliteit te waarborgen.