De globale economie doet het goed met een verwachte groei van 3,1 procent dit jaar. Opvallend is het verschil tussen de VS en de Eurozone. In Europa viel de groei de voorbije kwartalen terug naar 0 procent, of zelfs iets daaronder, terwijl die in de VS in het laatste kwartaal van 2023 nog 3,4 procent bereikte. Meer recent is de verwachte groei in Europa gestegen richting 1 procent, terwijl de economische groei in de VS lijkt te stabiliseren. Staat Europa in de tweede helft van dit jaar aan het begin van een economische inhaalbeweging op de VS?
Met de recente groeicijfers lijkt de Europese economie inderdaad aan het begin te staan van een heropleving, terwijl er een aantal redenen zijn om aan te nemen dat het economische groeiritme in de VS begint te vertragen.
De Amerikaanse economie was sinds de pandemie veerkrachtiger dan de Europese economie, wat bekend staat als “US exceptionalism”. Dit werd veroorzaakt door een sterke consumptie ondersteund door grotere fiscale stimuli en uitgebreide economische ondersteuning met bijvoorbeeld de Inflation Reduction Act (IRA). Bovendien droegen ook de sterk gestegen energieprijzen in Europa en de grotere
exportafhankelijkheid van Europese bedrijven bij aan het competitief nadeel van de Europese economie ten opzichte van die in de VS.
Recent zien we echter een omkering in de macrodata van beide regio’s. Economische cijfers uit de VS geven een gemengd beeld, terwijl Europese macro-indicatoren een duidelijk opwaartse trend vertonen.
Europese verkiezingen en Trump
Of Europa in het tweede deel van dit jaar inderdaad met succes een economische comeback zal realiseren ten opzichte van de VS zal voor een stuk bepaald worden door politieke ontwikkelingen. Een voorproefje hiervan kregen we recent met de beslissing van Frans President Macron om vervroegde parlementsverkiezingen uit te schrijven na het verlies van zijn partij in de Europese verkiezingen.
De onverwachte winst van links na die parlementsverkiezingen zorgt sindsdien voor heel wat politieke onzekerheid in Frankrijk. Dit kan, in combinatie met de hoge Franse staatsschuld, het vertrouwen op de financiële markten aantasten. In het VK treedt eveneens een nieuwe regering aan, met een duidelijk doel om de ‘fundamenten van de Britse economie te herstellen’, en ook de Europese Commissie begint aan een nieuwe termijn – met het herstel van de Europese competitiviteit als belangrijke prioriteit. In Amerika zorgen de presidentsverkiezingen begin november en de aanloop daarnaartoe dan weer voor een grote politieke spanningsboog.
Financiële markten en economische prognoses aan beide zijden van de Atlantische Oceaan zullen meebewegen op basis van deze politieke ontwikkelingen en de mate waarin deze economisch vertrouwen weten te wekken (of niet).
ECB neemt het stokje over van de Fed
Los van de groeiprognoses wijzen echter ook andere elementen op een nieuwe economische verhouding tussen de VS en Europa. Daar waar de Europese Centrale Bank (ECB) sinds de wereldwijde financiële crisis de Federal Reserve (Fed) met vertraging achternaholt, lijkt de ECB nu de toon te zetten. Een maand geleden besliste de ECB om een renteverlaging in te zetten – voor het eerst sinds 2019. De Fed besliste haar beleidsrente ongewijzigd te houden. Het is de verwachting dat de Amerikaanse centrale bank pas in het najaar zal overgaan tot een renteverlaging.
De renteverlaging van de ECB zal de komende maanden een positieve impact hebben op onze bedrijven. Die kunnen makkelijker geld lenen om te investeren en te groeien, en zo de inhaalbeweging op de VS verder te zetten. De renteverlaging van ECB heeft echter ook een zekere symbolische waarde. Het geeft aan dat Europa, op monetair gebied althans, het stokje reeds heeft overgenomen van de VS. Nu moet enkel de reële economie nog volgen.
Dit is een opiniestuk van Marc Danneels. Hij is Chief Investment Officer bij Beobank.