Europees Parlement: “European Super League is bedreiging voor inclusiviteit en solidariteit”

De oprichting van een European Super League (ESL) moet als een bedreiging voor de Europese solidariteit en inclusiviteit in de sport worden afgewezen. Dat staat in een resolutie die door het Europese Parlement is goedgekeurd. De resolutie, voorbereid door het parlementslid Tomasz Frankowski – een voormalig profvoetballer bij de Poolse club Wisła Kraków – werd met 597 stemmen goedgekeurd.

Er werden 36 tegenstemmen, naast 55 onthoudingen, geteld.

De European Super League is een plan van twaalf grote Europese voetbalclubs – Arsenal, Chelsea, Liverpool, Manchester City, Manchester United, Tottenham Hotspur, Inter Milaan, Juventus, AC Milan, Atlético Madrid, FC Barcelona en Real Madrid – om een ​​nieuwe midweekcompetitie op te zetten, onafhankelijk van de Union of European Football Associations (Uefa).

Het project werd in april dit jaar voorgesteld, maar zorgde meteen voor opschudding in de voetbalwereld.

Open competitie

“In Europa moet sport gebaseerd zijn op de principes van solidariteit en inclusiviteit”, benadrukte Frankowski. “Het concept van open competities is cruciaal. Sportieve verdienste en een systeem van promotie en degradatie zijn cruciale pijlers van het Europese voetbal.”

Hij verwijst daarbij met het feit dat de European Super League een gesloten competitie zou vormen, waaruit niemand zou kunnen degraderen. Op die manier zouden de betrokken clubs van een jaarlijkse deelname aan de competitie, met de bijhorende financiële voordelen, gegarandeerd zijn.

In de dagen voor de stemming hadden de promotors van de nieuwe competitie nog pogingen ondernomen een grotere steun voor het project te vinden. Daarbij hadden ze de Uefa onder meer van belangenvermenging beticht, terwijl ook voor een dreigende schending van het mededingingsrecht van de Europese Unie werd gewaarschuwd.

Het rapport van Frankowski vormt echter een expliciete afwijzing van afgesplitste competities zoals de European Super League. “Dergelijke initiatieven bedreigen de Europese visie op de sport”, betoogt de voormalige profvoetballer.

“Er is een heel goede reden voor de manier waarop sport – niet alleen het voetbal – in Europa wordt georganiseerd. Het commerciële succes van de topcompetities wordt immers gebruikt om basissport, ontwikkelingsprogramma’s en minder winstgevende activiteiten te financieren. Indien we toestaan ​​dat de commerciële elite zich van de rest losmaakt, stort de hele piramide en het hele systeem ineen.”

Europees Hof van Justitie

Florentino Pérez, voorzitter van Real Madrid, beklemtoont dat het initiatief niet tot een breuk zou leiden, maar de nationale competities volledig zou respecteren.

“Er is in Europa geen andere situatie waarin een monopolistische particuliere toezichthouder zoals de Uefa – die buiten de Europese Unie is gevestigd – ook de enige exploitant en gatekeeper zou mogen zijn”, zeggen ook andere promotoren van de European Super League.

Ze benadrukken daarbij dat de Uefa niet in de Europese Unie is gevestigd, maar zijn hoofdkantoor in Zwitserland heeft.

Margaritis Schinas, vice-voorzitter van de Europese Commissie, is het met die stelling echter niet eens. Schinas zegt te pleiten voor een Europees sportmodel dat solidariteit en duurzaamheid voorop stelt en niet vooral op winst en macht is gericht. Hij verzekerde dat de Europese Commissie het huidige Europese sportmodel zal blijven beschermen.

Internationale Schaatsunie

De Europese Commissie is de hoogste mededingingsautoriteit van de Europese Unie. Vier jaar geleden trad de instelling op tegen de Internationale Schaatsunie (ISU), die sancties hadden opgelegd aan twee Nederlandse professionele schaatsers die hadden deelgenomen aan wedstrijd waarvoor de schaatsbond geen toestemming had gegeven.

Het Europese Hof van Justitie zal zich binnenkort bovendien moeten uitspreken over de vraag of het monopolie van de Uefa volgens Europese wetgeving kan worden gerechtvaardigd. Een rechtbank in Madrid had de Europese gerechtshof daarover om een advies gevraagd.

(lb)

Meer