Het Europees Hof heeft beslist dat Airbnb geldt als een informatiedienst, en niet als een vastgoedbedrijf. Een enorme overwinning voor Airbnb, dat in de clinch lag met Frankrijk.

De uitspraak is een gevolg van een rechtszaak. De Franse toerismefederatie had een klacht ingediend tegen het verhuurplatform. In die klacht stond dat, volgens de federatie, Airbnb de Franse regels schendt. Door appartementen of woningen te verhuren op korte termijn, gedraagt Airbnb zich als een vastgoedmakelaar, meent de sector.

Hoewel het Hof in april nog een niet-bindend advies uitbracht met de boodschap dat Airbnb als informatiedienst geldt, vroeg de Franse rechter toch raad aan Europa. Het Hof herhaalt nu dezelfde boodschap dat Airbnb diensten levert. Iets wat het verhuurplatform zelf onderstreept. ‘We bieden het platform waarlangs huurders en verhuurders in contact komen aan. Airbnb komt niet tussen bij de transactie op zich’, klinkt het.

Richten tot Ierland

Dat Airbnb een dienstenverdeler is, heeft nog een extra voordeel. In Europa bestaat vrijheid van dienstverlening, waardoor landen niet op eigen houtje beperkingen kunnen instellen. Als Frankrijk dat wil, moet het de Europese Commissie contacteren en het land waar de hoofdzetel van het bedrijf ligt, aanmoedigen tot maatregelen. In dit geval is dat Ierland.

Met deze uitspraak haalt Airbnb een serieuze slag binnen. Zo is de sponsordeal met het Internationaal Olympisch Comité uit de gevarenzone. De twee werken namelijk samen om de huisvesting tijdens de Spelen van 2024 in Parijs te regelen. En ook voor de geplande beursgang in 2020 betekent dit bijzonder goed nieuws.