Sinds het wereldwijde chiptekort probeert Europa zich steeds minder afhankelijk te maken van de grootste producenten van halfgeleiders, door zelf een chipindustrie op het continent te ontwikkelen. Daarbij ziet de EU echter over het hoofd dat die sector enorm vervuilend is. Het ziet ernaar uit dat de Europese ambities om een eigen chipindustrie op poten te zetten, niet zal stroken met de klimaatdoelstellingen van de Unie.
“Digitale technologieën, van hun productie tot aan het gebruik, hebben hun eigen ecologische voetafdruk. Of het nu gaat over de uitstoot van broeikasgassen tijdens het productieproces, of de energie die nodig is om de producten te gebruiken”, staat in de Europese Chips Act. De tekst erkent het probleem wel, maar de ecologische lasten die gepaard gaan met de productie van halfgeleiders worden nogal onder de mat geveegd, schrijft Euractiv.
De ambitieuze tekst van de Chips Act vermeldt niet helemaal hoe de chipproductie zal stroken met een ander initiatief van de Europese Unie: de Europese Green Deal. Het klimaatplan houdt alleen rekening met de CO2-uitstoot veroorzaakt door het gebruik van een bepaald product. Vanuit die invalshoek klopt het inderdaad dat de chips met hoge prestaties die de EU wil ontwikkelen minder energie-intensief zijn, en de apparaten waarin ze zich bevinden dus minder CO2 zullen uitstoten.
Toenemende uitstoot
Maar dat is slechts een deel van het grotere plaatje. Onderzoek van de universiteit van Harvard bevestigt dat de uitstoot van elektrische toestellen tijdens het gebruik daalt. Maar wanneer we naar de volledige levenscyclus – van productie tot gebruik – van die producten kijken, zien we dat de ecologische voetafdruk net toeneemt. Dat komt door de uitstoot die nodig is voor de productie ervan.
“De chipindustrie is een van de grootste verbruikers ter wereld. Het is verwarrend dat de Europese Commissie hier niks over vermeldt in de Chips Act”, zegt Pauline Weil van de denktank Bruegel.
De EU en de chipsector verdedigen zich echter bij Euractiv. Een vertegenwoordiger van de Commissie maakt zich sterk dat de producenten van halfgeleiders ook gebruik kunnen maken van bepaalde rechten uit de klimaatovereenkomst van de EU, zoals de handel in emissierechten.
Volgens de Electronic Component Manufacturer Association, een lobbygroep, is de uitstoot van de industrie in Europa de afgelopen tien jaar met 42 procent gedaald. Dat dankzij een efficiëntere toepassing van perfluorverbindingen, die ook minder vervuilend zijn geworden.
Hoe hoger de kwaliteit, hoe vervuilender
De tegenargumenten slaan op de huidige situatie. Maar de ambitie van de EU is om die productie net aanzienlijk op te drijven in Europa, net zoals de kwaliteit ervan. Dat wordt niet meegenomen in de berekeningen voor de toekomstige uitstoot. Uit onderzoek van Harvard blijkt dat de chipproductie de meest vervuilende is van de hele computerindustrie.
Daarbovenop blijkt ook dat, hoe hoger de kwaliteit van de chips, hoe meer water en energie nodig is om ze te produceren. Dat levert op zijn beurt een pak meer afval op. Een chip van 2 nanometer (het doel van de EU) heeft twee keer meer water en drie keer meer elektriciteit nodig dan een van 28 nanometer.
Grote chipfabrieken vervuilen meer dan de auto-industrie
Om de doelstellingen die de EU heeft vastgelegd voor de productie en het marktaandeel van de halfgeleiders, moet men eerst grote buitenlandse spelers zien te lokken, zoals TSMC of Intel. Nieuwsdienst Bloomberg analyseerde de openbare rapportering door deze grote spelers en stelde vast dat zij een grotere ecologische voetafdruk hebben en meer gevaarlijk afval produceren dan andere industrieën die gewoonlijk als vervuilend worden beschouwd, zoals de auto-industrie.
Het Taiwanese TSMC verbruikte volgens Greenpeace in 2020 zo’n 5 procent van de totale energieproductie op het hele eiland. Het bedrijf stootte ook 15 miljoen ton CO2 uit, dat is bijna een verdubbeling in vergelijking met 2019. Samsung, de tweede grootste ontwikkelaar op de markt, stootte zo’n 13 miljoen ton uit.
Niet alle bedrijven vervuilen echter evenveel. Intel, een andere grote speler, is er de afgelopen twintig jaar in geslaagd om zijn verbruik met een vijfde te verminderen. Hoewel de productie van Intel is toegenomen, hergebruikt het bedrijf nu tot 90 procent van het water dat nodig is om de chips te produceren. En hoewel de productie steeds meer energie vergt, wordt die elektriciteit steeds vaker opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen. Voor de geplande fabriek in Europa wil de onderneming volledig op hernieuwbare energie draaien.
Kiezen tussen klimaat of chips?
Naast de negatieve impact op het klimaat zal er ook een impact zijn op de financiën als gevolg van de milieunormen: het budget van de EU en de lidstaten voor de ontwikkeling van de sector bedraagt 43 miljard euro. Hierdoor zal de EU voor de keuze komen te staan welk doel ze in de eerste plaats willen bereiken: klimaatneutraal zijn, of een eigen chipsector op poten zetten.
“Naast de voorzorgsmaatregelen die moeten genomen worden zodat de overheidsuitgaven efficiënt uitbesteed worden, is het de bedoeling om productiefaciliteiten binnen de EU te hebben die een continue levering van chips waarborgen. Daarbij zullen compromissen nodig zijn tussen de efficiëntie van de overheidsuitgaven en de duurzaamheid voor het milieu”, stelt Pauline Weil (Bruegel).
Ook een woordvoerder van de Commissie erkent het probleem: “De industriële installaties kunnen een negatief effect hebben op het milieu, maar dit kan op lange termijn worden gecompenseerd door hun bijdrage aan de overgang naar een meer duurzame wereld.”
Het is weinig waarschijnlijk dat de EU op al haar ambities zou terugkomen. De tekst is echter slechts een wetsontwerp, dus er kunnen nog herzieningen worden aangebracht om de productie verder te reguleren. Daarbij kan de nadruk meer op hernieuwbare energie komen, of op andere maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
(lp/evb)