Ben jij mee met verandering?
Denk jij vooruit, aan de toekomst van morgen.
Business AM is jouw leidraad doorheen verandering.
Hol niet achter de feiten aan en kies voor één van onze abonnementsformules.
door Kasper Goossens gepubliceerd op om • April 2023 4 min lezen
Op de hoogte blijven van het laatste nieuws over Defensie, spionage of de oorlog in Oekraïne? Defensiejournalist Kasper Goossens stuurt ze wekelijks recht naar jouw mailbox. Interesse? Schrijf je via deze link in!
Twee weken terug sloten een hoop EU-lidstaten een deal om Oekraïne te voorzien van extra munitie voor artillerie. Bij de ontmoeting van Europese ambassadeurs aan de EU woensdag bleek echter dat het water tussen de verschillende lidstaten nog redelijk diep is. Vooral tussen Frankrijk en de rest.
Waarom is dit belangrijk?
Om de eigen stellingen beter te verdedigen, en met een mogelijk eigen offensief in het achterhoofd, is Oekraïne dringend op zoek naar extra munitie voor de artillerie. Daarbij wordt vooral naar het Westen gekeken, van waar de meeste geleverde wapensystemen ook afkomstig zijn. Handig daarbij is dat binnen de NAVO de kalibers ietwat gestandaardiseerd zijn. Dat maakt dat munitie van verschillende fabrikanten kan gebruikt worden.
Twee miljard euro
In het nieuws: Voorlopig nog geen Europees akkoord over het leveren van munitie. Frankrijk ligt dwars.
Om de munitiebevoorrading van Oekraïne op te schalen en te structureren, maakte de EU twee miljard euro vrij. De helft wordt gebruikt om EU-lidstaten te vergoeden, als zij munitie uit hun eigen voorraden wegschenken aan Oekraïne. Dat geld moet zo terugvloeien naar de industrie: de landen moeten dan zelf op zoek naar nieuwe munitie.
Over de grote lijnen zijn alle deelnemende landen het eens. In een eerste stap wordt gekeken naar de wapendepots van de landen zelf, en welke munitie daaruit nog kan gedoneerd worden aan Oekraïne. In een volgende stap zal de EU aankloppen bij verschillende Europese munitiefabrikanten, om daar munitie aan te kopen. En hier treden de problemen op.
“Het grote probleem is de wettelijke definitie van wat ‘Europese industrie’ nu juist betekent”, zo tekent EurActiv de woorden van een Europese diplomaat op. Veel landen willen dit begrip liefst zo breed mogelijk zien, om zo veel en snel mogelijk munitie te verkrijgen voor Oekraïne. Voor enkele deelnemers ligt dat moeilijker.
Opschaling
De dwarsliggers: Frankrijk ijvert om de definitie zo nauw mogelijk te maken. De redenering lijkt logisch: hoe minder fabrikanten aanspraak maken op het Europese geld, hoe meer de Franse defensiebedrijven krijgen.
Woensdag raakten bijna alle diplomaten rond de tafel het eens rond de definitie: ‘economische operatoren in de Europese Unie en Noorwegen’. Ook Noorwegen kent, onder meer met Kongsberg en Nammo, enkele belangrijke munitiefabrikanten, specifiek voor 155mm-munitie. Deze vernauwing van het begrip was voor iedereen goed, behalve voor Frankrijk: dat wilde een nog nauwere definitie.
Daarin wordt het gesterkt door onder meer steun van Griekenland en Cyprus: deze landen zouden ten alle koste willen vermijden dat de Turkse industrie (Turkije is een NAVO-bondgenoot, maar geen lid van de EU) aanspraak zou maken op EU-geld. Turkije en Griekenland liggen al jarenlang in een conflict om enkele eilanden in de Egeïsche Zee, en vooral de omliggende olie- en gasvelden. Ook zij streven dus naar een minder breed deelnemersveld vanuit de industrie.
Onderliggend: Defensiebedrijven moeten hun productiesnelheid en -capaciteit opschalen. Maar het is nu al zeer moeilijk om te weten hoeveel capaciteit de Europese bedrijven hebben. Een overzicht van wat in de eigen stocks ligt, is er wel.
De exacte capaciteit van de fabrieken, en zeker het aantal gestockeerde granaten en kogels, wordt gezien als confidentieel, en wordt dan ook weinig publiek bekendgemaakt. Verschillende deelnemende lidstaten eisen dan ook eerst dat de EU een overzicht maakt van welke fabrikanten wat kunnen leveren, alvorens ze hun handtekening zetten onder een deal.
Eurocommissaris voor Interne Markt Thierry Breton tourt dan ook al enkele weken rond; in verschillende lidstaten bezoekt hij de defensie-industrie. Zo moet de totale capaciteit uiteindelijk nog deze maand in kaart zijn gebracht. Een tussenstop in België zal Breton overigens niet maken; geen enkel Belgisch bedrijf maakt de gezochte 155mm-granaten.
Woensdag praatten de ambassadeurs ook over de derde stap. Op langere termijn moet de Europese industrie flexibeler worden gemaakt, om de eigen legers aan te sterken. Veel Europese legers hebben namelijk maar voldoende munitie op voorraad om enkele dagen strijd te voeren. De lidstaten gaan dan ook rond de tafel om te bepalen hoe zoiets er concreet moet uitzien.
De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.