“Einde maken aan de waanzin”: EU bekijkt mechanisme om energieprijzen omlaag te brengen

De maatregelen van EU-lidstaten om de energieprijzen aan te pakken hebben hun grenzen bereikt. Dat menen althans verschillende Europese landen; België is er één van. Zo pleit ook het politieke leiderschap van onder meer Italië en Spanje er al geruime tijd voor om de energiemarkt op Europees vlak te reguleren. Intussen is de economische motor van de EU, Duitsland, van gedachten veranderd over deze kwestie.

De prijs van elektriciteit in Europa wordt bepaald door de laatste energiebron die vereist is om aan de vraag te voldoen. Op dit ogenblik is het dus het gas dat de prijs van de elektriciteit bepaalt. Met een gemiddelde dagprijs voor gas van 339 euro per MWh vorige week, ligt de elektriciteitsprijs in de meeste Europese landen boven de 600 euro per MWh. De reden hiervoor is de afname van de Russische gasleveringen en het slechte nieuws dat zich blijft opstapelen voor de Franse nucleaire industrie.

Bovenstaand mechanisme garandeert gewoonlijk betrekkelijk lage prijzen. Nog niet zo lang geleden was gas dan ook goedkoop. Dit mechanisme kon overigens de energietransitie ten goede komen, omdat de marginale kosten van hernieuwbare energiebronnen te verwaarlozen zijn.

Maar sinds de inflatie uit de hand begon te lopen en de start van de Russische invasie van Oekraïne is de prijs van gas verachtvoudigd en die van elektriciteit vertwintigvoudigd. Onhoudbaar, luidt het. In België zou de jaarlijkse energierekening kunnen oplopen tot 10.000 euro per huishouden. Een deel van de rekening komt op het conto van de belastingbetaler; hierbij heeft België al 4 miljard euro aan directe steun uitgekeerd. Frankrijk, met zijn prijsplafond, heeft tot afgelopen juli 20 miljard euro uitgegeven. Griekenland spendeert zelfs bijna 4 procent van zijn bbp aan rechtstreekse steun aan zijn huishoudens.

Alles is veranderd

Al in maart pleitte België ervoor dat de lidstaten gezamenlijk moesten optreden. Uiteraard is het energienetwerk van ons land sterk verbonden met zijn buurlanden; alleen optreden heeft voor een kleine, centraal gelegen speler als België weinig zin. Maar energie blijft voor elke staat van levensbelang, en de verschillende initiatieven die de Europese hoofdsteden hebben genomen, hebben weinig ruimte gelaten voor solidariteit.

Spanje en Portugal waren de eersten die uit het Europese mechanisme stapten dat bestond in koppelverkoop van energieprijzen; deze Zuid-Europese landen hebben de prijzen afgetopt. Dit besluit werd door de Commissie gesteund, aangezien de twee Iberische landen betrekkelijk geïsoleerd zijn van het Europese net.

Ook Italië is geneigd een Europese interventie te steunen. Oostenrijk veranderde van kant, en volgde. Samen met Nederland, Duitsland en Luxemburg was dit van oudsher liberale land erg terughoudend om in de markt in te grijpen. “Wij moeten eindelijk een einde maken aan de waanzin die op de energiemarkten aan de gang is […]. Deze markt zal zichzelf in zijn huidige vorm niet reguleren”, liet de Oostenrijkse Bondskanselier Karl Nehammer op zondag optekenen door Politico. Nehammer wil “de gasprijs en de elektriciteitsprijs ontkoppelen” om zo “eindelijk een einde te maken aan de waanzin die zich op de energiemarkten afspeelt”.

De positiewisseling van de economische locomotief van de eurozone zou niet veel later volgen. Maandag riep de Duitse minister van Economie, Robert Habeck, namelijk op tot een “fundamentele hervorming van de elektriciteitsmarkt”, die zou moeten volgen op nationale noodmaatregelen. De Duitse Bondskanselier Olaf Scholz voegde daaraan toe: “Er is een grote bereidheid om iets te veranderen, en dat lijkt mij vrij unaniem onder de staatshoofden en regeringsleiders in Europa. Het is duidelijk dat wat momenteel als marktprijs wordt gevraagd, niet in de ware zin van het woord vraag en aanbod weerspiegelt.”

Welk(e) mechanisme(n)?

Nu Italië, Spanje, Frankrijk en Duitsland op hetzelfde spoor zitten, kan de Commissie aandringen op interventie. De EU is van plan “noodmaatregelen” te nemen op de energiemarkt, zo heeft de voorzitter van de Commissie, Ursula von der Leyen, aangekondigd. Het oorspronkelijke plan was om tegen 15 september met een oplossing te komen, maar nu de prijzen de pan uit rijzen, zou een en ander versneld kunnen worden.

“We werken nu aan een noodinterventie en een structurele hervorming van de elektriciteitsmarkt”, zei Von der Leyen gisteren op een bijeenkomst in Slovenië. Dat is nodig nu “de stroomprijzen door het dak gaan en de beperkingen van het huidige ontwerp van onze stroommarkt blootleggen”, klonk het.

Maar waar hebben wij het precies over? Er worden verschillende pistes verkend. Ten eerste is er de piste van het prijsplafond. De prijs van elektriciteit zou kunnen worden verlaagd als de regeringen besluiten gas te subsidiëren (zoals in Portugal en Spanje het geval is).

Er zijn twee grote bezwaren: ten eerste wordt hierdoor een fossiele brandstof gesubsidieerd (strookt niet met de klimaatdoelstellingen), en ten tweede moet het geld dus weer bij de belastingbetaler gevonden worden (“There’s no such thing as a free lunch”, wist econoom Milton Friedman al). Sommige landen, zoals het onze, zetten in op een belasting op de overwinsten van grote energiebedrijven. Ook Italië heeft, onder het bestuur van technocraat Mario Draghi, al actie ondernomen om die piekende winsten aan te slaan.

Gezamenlijk brandstof aankopen

Ons land heeft er ook over nagedacht om op Europees niveau gezamenlijk brandstof aan te kopen. Zoals de coronacrisis de EU-lidstaten voor de aankoop van vaccins samenbracht, zouden we ook hier succesvol de krachten kunnen bundelen, is de redenering.

Tenslotte zouden we het mechanisme dat de elektriciteitsprijs koppelt aan de duurste marginale kosten per productie-eenheid, kunnen herzien – iets waar Oostenrijk voor pleit. Dat zouden we voor een tijdje kunnen doen, met een nieuw mechanisme dat aan de crisis is aangepast.

“Wij moeten de energiemarkt repareren”

“Wij moeten de energiemarkt repareren. De oplossing op Europees niveau is verreweg de beste die we hebben”, zei de Tsjechische minister van Industrie, Jozef Síkela, op maandag. Zijn land bekleedt momenteel het roulerend voorzitterschap van de EU. Hij kondigde een spoedvergadering van de energieministers van het statenverband aan voor 9 september.

(lb/jvdh)

Meer