De energieprijzen in ons land liggen gemiddeld 19,3 procent hoger dan een jaar eerder. Dat blijkt uit de jongste inflatiecijfers. Aardgas werd zelfs 48,9 procent duurder in een jaar tijd.
De prijzen voor de meeste energieproducten blijven oplopen, en dat terwijl de winter nog moet komen. De gemiddelde inflatie voor energie klokt in september af op 19,3 procent, zo maakte het statistiekenbureau Statbel bekend, tegenover 17,1 procent vorige maand en 14,7 procent in juli. Er is dus een versnelling van de prijsstijgingen aan de gang.
Zowel de prijzen aan de pomp als de energie om een woning te verwarmen zitten fors in de lift. De enige uitzondering is huisbrandolie, die een prijsdaling met 4,7 procent laat zien tegenover een jaar eerder. Maar alle overige producten laten prijsstijgingen met dubbele cijfers zien:
- LPG: 51,2 procent
- Aardgas: 48,9 procent
- Diesel: 20,0 procent
- Elektriciteit: 17,3 procent
- Propaan: 16,8 procent
- Benzine: 16,6 procent
Inflatie
De hoge energieprijzen stuwen het algemene inflatiecijfer, dat aangeeft hoeveel duurder het dagdagelijkse leven geworden is. De inflatie bedraagt 2,86 procent in september, wat het hoogste niveau is sinds februari 2017.
De kerninflatie, die geen rekening houdt met energieproducten en onbewerkte voedingsmiddelen, laat veel gematigder prijsstijgingen zien en komt uit op 1,65 procent. Een heleboel goederen en diensten, zoals hotels, software en tv’s werden immers goedkoper.
Het zijn dus vooral de energieprijzen die onze koopkracht aantasten, net als elders in Europa. De grote vraag is nu is of de overheid zal ingrijpen, nu de wintermaanden voor de deur staan. (mah)
Lees verder: