Op Spotify verscheen muziek gemaakt door Artificial Intelligence met de stem van bekende artiesten, die daar geen toestemming voor hadden gegeven. Het doet vragen rijzen over intellectueel eigendomsrecht. Business AM vroeg aan Emmanuel Verraes, advocaat bij Indie-Law, wat wel en niet mag.
Beluister hier het volledige gesprek met Emmanuel Verraes:
In het nieuws: AI-versies van de zangers Drake en The Weeknd werden van Spotify verwijderd, nadat de muziekstreamingdienst doorhad dat er geen toestemming werd verleend. Producent Universal Music Group riep dan weer op om helemaal geen AI-gegenereerde muziek te produceren, omdat het algoritme zich voedt met bestaande muziek waar het AI-systeem geen rechten op heeft.
De essentie: Stem is onlosmakelijk met het individu verbonden en mag niet zonder toestemming gecommercialiseerd worden, ook niet door AI. Het is niet enkel een inbreuk op de persoonlijkheidsrechten, maar kan ook misleidend zijn.
- Verraes: “Als je AI-muziek commercialiseert, dan strookt dat niet met de regelgeving. Als je daar zelf voor verantwoordelijk bent, kan je aangeklaagd worden. Maar ook de hele waardeketen. Iedereen die dergelijke werken mee gaat exploiteren, kan daarvoor aangesproken worden in de eerste linie. Dat verklaart ook waarom Spotify dit zo snel offline heeft gehaald.”
- “Je inspireren op een andere stijl is niet verboden, want we zien dat ook in de jazz. Maar wanneer je er misbruik van gaat maken om jezelf te verrijken op de rug van iemand anders, dan kan dat een aanleiding zijn om daartegen op te treden.”
- “Als Universal naar de rechtbank zou stappen, dan zou het uitkijken zijn naar die uitspraak”, zegt Verraes. “Iedereen kijkt daar met argusogen naar. Sowieso is het moeilijk om preventief op te treden, tenzij dat er in de gebruiksvoorwaarden van muziekplatforms wordt opgenomen dat dit wordt verboden.”
(fjc)
