Een van de laatst overgebleven landen in lockdown is weer open voor toeristen. Maar een bezoek zal niet goedkoop zijn

Het was een van de laatste landen dat zijn grenzen hardnekkig gesloten hield: het koninkrijk Bhutan. Nu stelt het zich weer open voor reizigers. En het heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om zijn bedrijfsmodel voor toerisme volledig te herzien.

De coronapandemie is nu meer dan twee en een half jaar oud; aan het virus wordt in het Westen niet veel aandacht besteed. Te midden van de algemene onverschilligheid stevenen we waarschijnlijk af op een achtste besmettingsgolf: in Frankrijk, bijvoorbeeld, is het aantal bevestigde gevallen vanaf 18 september in één week tijd met 40 procent gestegen.

Dit is echter het moment dat Bhutan ervoor heeft gekozen zijn deuren weer te openen voor de rest van de wereld. Het kleine koninkrijk in het Himalaya-gebergte had in maart 2020 zijn grenzen gesloten uit vrees voor het virus. Aanstaande vrijdag wordt het land weer opengesteld voor toeristen, zo is recentelijk bekendgemaakt. Dan blijven alleen de Volksrepubliek China en Turkmenistan over, die gesloten grenzen handhaven, en Taiwan, hoewel entrees via werk- en studentenvisa nog steeds mogelijk zijn. En natuurlijk Noord-Korea.

Maar verwacht geen stormloop van reizigers: in Bhutan wil men zich blijven beperken tot een meer kwalitatief dan kwantitatief toerisme. Vandaar de speciale tarieven. Vóór de pandemie moesten reizigers naar Bhutan een minimumtarief van 200 tot 250 dollar per dag betalen – afhankelijk van de tijd van het jaar, aldus CNBC. Dit bedrag omvatte vaak de kosten voor hotel, eten, vervoer en reisleiding, evenals een verplichte 65 dollar duurzaamheidsbelasting. Maar sinds juni geldt dit allesomvattende systeem niet meer.

Eén toerist per drie inwoners

Bhutan heeft een wetsvoorstel betreffende toeristenbelasting aangenomen waarbij het dagelijkse minimumtarief wordt afgeschaft ten gunste van een belastingverhoging: van 65 tot 200 dollar per persoon per dag. Reiskosten – bijvoorbeeld voor hotel en eten – worden echter niet langer gedekt door de vergoeding, hoewel er kortingen mogelijk zijn voor gezinnen en jonge kinderen. In feite komt dit neer op een aanzienlijke prijsverhoging voor een bezoek aan dit teruggetrokken Himalayaland, dat zichzelf heeft uitgeroepen tot “het gelukkigste land ter wereld“.

Het nationale toerismebureau zegt dat de vergoedingen zullen worden gebruikt om de infrastructuur te verbeteren, werknemers in de reisindustrie op te leiden, culturele tradities in stand te houden, het milieu te beschermen en banen te scheppen met eerlijke lonen en arbeidsvoorwaarden.

Bhutan heeft altijd geprobeerd massatoerisme te vermijden, in naam van het behoud van zijn traditionele leefomgeving. Zo zag het land in 2018 in totaal 274.097 toeristen, volgens cijfers van het nationale bureau voor toerisme. Dat is niet zoveel voor een jaar, hoewel niet vergeten mag worden dat het koninkrijk slechts door 782.000 inwoners wordt bevolkt. Dit aantal toeristen vertegenwoordigde echter al een stijging van 7,61 procent ten opzichte van 2017.

Onuitgesproken liberalisering

Nog volgens het toerismebureau zullen ook de reizigers profiteren van de prijsverhoging. De normen en certificeringen van hotels en touroperators zullen worden herzien, waardoor de ervaring van de toeristen zal verbeteren.

De toerismeraad merkt op dat het minimumdagtarief “zijn beperkingen had”: “Toeristen moesten bijvoorbeeld vaak kiezen uit reispakketten die werden aangeboden door touroperators, die hun reiservaring controleerden. Door dit weg te nemen (…) zullen toeristen rechtstreeks naar de dienstverleners van hun keuze kunnen gaan en dienovereenkomstig voor hun diensten betalen.”

In andere landen, met een iets meer ‘straight forward’ attitude, zou dit wellicht gewoon liberalisering van de sector worden genoemd. Maar niet zo in het immer enigmatische Bhutan.

(lb)

Meer