De Nobelprijs voor Economie is maandag naar de Amerikaanse Claudia Goldin gegaan. Goldin doceert aan de universiteit van Harvard en zichzelf de “econoom-detective” noemt. Ze is de derde vrouw die de prijs wint, in 55 jaar.
In het nieuws. Goldin kreeg de Nobelprijs toegekend voor haar werk omtrent de belangrijke momenten van vrouwelijke arbeidsparticipatie sinds de late 19e eeuw.
De details. Ze stelt dat er sinds de late jaren ’70 een “zachte revolutie” plaatsvindt waarbij vrouwen, nu onafhankelijk (dankzij anticonceptie en sociale acceptatie van scheiding), hun beroepskeuzes zelf maken.

Waarom blijft de loonkloof dan bestaan?
Volgens Goldin is de game-changer hier de tijdsflexibiliteit (deeltijdwerk, lichtere roosters, …) die vrouwen kiezen (vrijwillig of niet) voor kinderopvang en -opvoeding. Daarna laten bedrijven hen wel voor de factuur opdraaien.
- Het gros van dit loonverschil tussen mannen en vrouwen in dezelfde beroepsgroep, ontstaat bij de geboorte van het eerste kind.
- Uit recent onderzoek blijkt dat het inkomen van vrouwen 5 jaar na het eerste kind met 20% daalt vergeleken met wat ze zouden hebben verdiend zonder kinderen. Dat terwijl mannen een loonstijging van 5% zien.
- Willen vrouwen wat Goldin “het laatste hoofdstuk” van salarisgelijkheid noemt realiseren, dan stelt zij voor om jobs te herstructureren om alle werknemers flexibiliteit te bieden, wat het minder kostbaar maakt. Deeltijds werken is daarbij slechts een begin.
Opgemerkt. Volgens de OESO is de kleinste loonkloof van alle rijke landen te vinden in… België (1,2%); de grootste in Zuid-Korea (31,2%).