De Amerikaanse zakenman David MacNeil heeft 60 miljoen euro neergeteld voor een Ferrari 250 GTO. Dat is een bedrag dat miljardairs normaal betalen voor een privé-jet en een absoluut record voor een oldtimer. De wagen wordt dan ook vaak omschreven als de ‘Heilige Graal’ van sportwagens. Er werden er tussen 1962 en 1964 amper 36 van geproduceerd.
De legendarische raceauto haalt een topsnelheid van 170 km/u en won in 1964 de Tour de France. Het exemplaar bevond zich al jaren in Duitsland, maar nam deel aan evenementen en wedstrijden over de hele wereld.
De sportwagen werd in de jaren ’90 van vorige eeuw in Engeland gerestaureerd. Kenners spreken van een van de beste 250 GTO-voertuigen die bestaan.
De wagen maakte deel uit van de Ecurie Francorchamps, een van de meest befaamde onafhankelijke Ferrari-teams in de geschiedenis. Ook reed de wagen een tijd met de Equipe National Belge. Het voertuig was nooit bij een serieus ongeval betrokken.
Volgens expert Marcel Massini, een historicus die specialiseert in Ferrari, is de kans groot dat een GTO binnen de vijf jaar voor meer dan 100 miljoen (85 miljoen euro) van eigenaar wisselt.
Rijke investeerders zien een Ferrari steeds vaker als een investering- vooral wanneer men de oudere modellen in overweging neemt.