Na drie ebolavrije maanden meldt de Democratische Republiek Congo een ‘heropleving’ van het virus in het oosten van het land, nadat een vrouw er aan de ziekte is overleden.
‘We hebben een nieuw geval van de ziekte van het ebolavirus in het oosten’, zei de minister van Volksgezondheid Eteni Longondo aan de staatstelevisie RTNC. ‘Het was een boerin, de vrouw van een overlevende van ebola, die op 1 februari typische tekenen van de ziekte vertoonde.’
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft al een team van epidemiologen ter plekke gestuurd om een onderzoek in te stellen naar de nieuwe uitbraak. Volgens de Afrikaanse tak van de WHO is de vrouw overleden in een gebied dat eerder al een van de epicentra was van de recentste uitbraak in het land, nabij de stad Butembo in de provincie Noord-Kivu.
‘Het is niet zeldzaam dat na een grote epidemie nog steeds sporadische gevallen voorkomen’, zegt de WHO in een verklaring, eraan toevoegend dat de epidemiologen al meer dan 70 personen met wie de vrouw in contact was geweest in het gebied hebben geïdentificeerd. Ook worden de verschillende plaatsen die ze had bezocht nu ontsmet.
Twaalfde uitbraak
De laatste uitbraak van het ebolavirus in Congo, meer bepaald in de noordwestelijke Evenaarsprovincie, werd op 18 november officieel beëindigd verklaard. Toen werden er sinds de vaststelling van de eerste besmetting op 1 juni zo’n 119 bevestigde gevallen geregistreerd.
Het ging al om de elfde ebola-epidemie in Congo sinds de virusziekte er in 1976 opdook. Een andere uitbraak, die officieel eindigde in juni vorig jaar, kostte in twee jaar tijd aan meer dan 2.200 mensen het leven.
De aanpak van die uitbraak, geleid door het Congolese ministerie van Volksgezondheid en de WHO, werd toen zwaar bekritiseerd. Er werd gewag gemaakt van slecht crisisbeheer, en teveel geld zou onderweg blijven plakken zijn aan de handen van lokale functionarissen.
Lees ook: Koning Filip betuigt ‘diepste spijt’ aan Congo voor wandaden uit koloniale verleden