De meeste organisaties zijn enthousiast over hun duurzaamheidsinspanningen. Toch staan ze nog maar aan het begin. Uit een studie blijkt dat 61 procent beweert dat ze in een vergevorderd stadium zitten, maar ook dat slechts één op tien al concrete acties onderneemt.
De goesting is er, de actie ontbreekt. Dat is de beknopte samenvatting van een grootschalig onderzoek van Fujitsu en FT Longitude waar duizend leiders uit de bedrijfswereld en publieke sector aan deelnamen. Ze zijn afkomstig uit alle hoeken van de wereld – van Australië en China tot Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Hun bedrijven zijn werkzaam in sectoren als gezondheid, manufacturing, media, mobiliteit, retail, financiële diensten, telecom en de overheid.
Terwijl veel bedrijven intussen wel met duurzaamheid bezig zijn en ze hier graag over communiceren, blijkt er een enorme kloof tussen theorie en praktijk te gapen. Slechts 12 procent zegt dat hun producten CO2-neutraal zijn en amper 9 procent draagt bij tot een duurzame toeleveringsketen. Bovendien is duurzaamheid meer dan de impact van een bedrijf op het milieu. Voor een bedrijf dat echt verantwoord wil ondernemen, spelen ook andere factoren een rol. Zoals diversiteit, inclusie en het respecteren van mensenrechten. Niet alleen binnen hun eigen werkomgeving, ook in die van hun partners.
Waarom gaat het zo langzaam?
Natuurlijk zijn er organisaties die wel degelijk vergevorderd zijn met hun duurzaamheidsinspanningen, maar voorlopig vormen ze slechts een minderheid. Vooral kleine bedrijven hebben het moeilijk om mee op de kar te springen. Slechts 49 procent van de startups stelt dat duurzaamheid voor hen vandaag een topprioriteit is, tegen 59 procent van de grotere organisaties. De oorzaken liggen bij een gebrek aan kennis en vaardigheden, maar ook bij een tekort aan budget en tijd om zich hiermee bezig te houden. Vooral in het huidige economische klimaat geven veel bedrijven toe andere dingen aan hun hoofd te hebben.
Wellicht ontbreekt het voor een stuk ook aan de juiste mentaliteit en overtuigingskracht. In het onderzoek denkt 18 procent van de bevraagde bedrijven nog steeds dat duurzaamheid een soort hype is die voorbij gaat. Intern heeft 27 procent ook nog niemand aangeduid om de duurzaamheidsdoelstellingen op te volgen. Dat maakt het natuurlijk niet eenvoudiger om tot gerichte acties te komen. Nog eens een kwart aarzelt om in duurzaamheid te investeren zolang de return on investment niet duidelijk is. Die financiële input is nochtans wel noodzakelijk, want 68 procent van de bedrijfsleiders beseft dat duurzame transformatie nooit succesvol kan zijn zonder significante investeringen in de juiste technologie.
Alles begint bij meten
De komende jaren zullen bedrijven echter wel genoodzaakt worden aan te tonen wat ze in het kader van duurzaamheid effectief doen. Aan de ene kant merken HR-medewerkers dat jonge generaties zich heel bewust zijn van de problematiek. Zij hebben een duidelijke voorkeur te werken voor organisaties die een positieve stempel drukken op milieu en maatschappij. Daarnaast gaan organisaties zelf vaak liever in zee met duurzame partners. Wie vandaag een RFP (Request for Proposal) indient en de vragen over een duurzaam beleid niet kan beantwoorden, zal in de meeste gevallen niet eens in de eerste selectieronde worden opgenomen.
Dat het bewustzijn aanwezig is, merken we zelf ook aan het feit dat klanten steeds meer vragen stellen over hoe duurzamer te werken.
In de praktijk begint alles bij het meten van waar je nu staat. Wat is de CO2-uitstoot van je bedrijf? Wat werd tot hiertoe ondernomen? Pas daarna kan je concrete stappen nemen. Uit de eerder genoemde studie blijkt dat amper 24 procent van de bedrijven zijn ecologische voetafdruk analyseert. Die transparantie is nochtans essentieel: ook al formuleer je tientallen ambitieuze doelstellingen, je geraakt nergens als je het succes van je duurzaamheidsactiviteiten niet opvolgt en aantoont.
Bovendien verschilt een strategie in elk bedrijf. Voor een fabrikant betekent duurzaamheid iets helemaal anders dan voor een bedrijf dat diensten aanbiedt. Met de juiste informatie kan je jezelf vergelijken met sectorgenoten en achterhalen wat je anders kunt doen.
Duurzaamheid mag geen extraatje zijn
Als we ooit echt CO2-neutraal willen zijn, dan moeten we over de volledige lijn actie ondernemen. Niet alleen op het gebied van de zogenaamde Scope 1- en Scope 2-emissies die bedrijven grotendeels zelf onder controle hebben (uitstoot gebouwen, verbruikte elektriciteit, …). We moeten ook iets doen met de andere vormen van uitstoot die in de waardeketen van een organisatie terug te vinden zijn (Scope 3). Dat zijn bronnen waar bedrijven geen directe invloed op hebben, zoals de uitstoot veroorzaakt door de productie van aangekochte goederen, uitbestede zaken ( zoals transport) of zakelijk vliegverkeer.
Wie duurzaamheid ernstig neemt, moet het als een doel op zich beschouwen. En niet als een leuk extraatje dat je er tussen alle andere uitdagingen door wel even bij kunt nemen. Acties mogen ook niet beperkt blijven tot individuele organisaties; de hele toeleveringsketen moet mee en we moeten een ecosysteem bouwen dat de grenzen van de sector overschrijdt.
De mentaliteit is dan wel veranderd, nu is de vraag welke organisaties opstaan en het roer in handen nemen. Bij wie blijft duurzaamheid een mooi verhaal en wie heeft de moed om die mooie woorden effectief om te zetten in daden? Wie durft van duurzaamheid nu eens echt een topprioriteit te maken? Want hoewel het begrijpelijk is dat bedrijven andere dingen aan hun hoofd hebben, worden we haast dagelijks geconfronteerd met overstromingen en rampen die het gevolg zijn van klimaatverandering. Voor onze planeet en onze toekomst tikt de klok genadeloos verder …
De auteur Inès Godart is Head of Responsible Business bij Fujitsu België