De Amerikaanse dollar blijft tot op vandaag hoge toppen scheren. Vandaag betaal je 1,02 euro voor de greenback. Veel landen worden niet gelukkig van de Amerikaanse munteenheid die aan kracht wint. Hoe komt dat?
2022 is goed op weg om een succesjaar te worden voor de Amerikaanse dollar. De koers van de euro tegenover de dollar is dit jaar bijvoorbeeld gedaald van 1,14 naar 1,02 dollar. Dat is een afname van zo’n 10 procent. Eerder dit jaar hebben we zelfs even pariteit (1 dollar = 1 euro) bereikt.
Waarom doet de dollar het zo goed? De greenback wordt beschouwd als een veilige haven wanneer een golf van onzekerheid de financiële markten overspoelt. Ondanks een herstelbeweging op de beurzen de afgelopen weken, kleuren de belangrijkste indexen nog rood in vergelijking met begin dit jaar. Dat komt onder meer door de oorlog in Oekraïne.
De renteverhogingen van de Federal Reserve doen dan weer het Amerikaanse staatspapier glanzen. Zo is de Amerikaanse tienjaarsrente sinds de start van dit jaar gestegen van 1,63 naar 2,83 procent. De toenemende interesse in dergelijke activa geeft de dollar een extra boost.

Sterke dollar en de buitenlandse economieën
Een sterke dollar heeft zowel voor-als nadelen voor de Amerikanen zelf en de buitenlandse consumenten. De buitenlandse economieën zijn hoe dan ook niet zo’n grote fan van een (te) sterke dollar. Ongeveer de helft van de internationale handel wordt in dollars afgewikkeld, waardoor fabrikanten en kleine bedrijven die afhankelijk zijn van geïmporteerde goederen dieper in de buidel moeten tasten.
Ook regeringen die hun schulden in dollars moeten aflossen, kunnen in de problemen komen, vooral als de reserves uitgeput raken. “Het is een uitdagende omgeving,” merkt William Jackson, hoofdeconoom opkomende markten bij Capital Economics, op in een reactie tegenover de Amerikaanse nieuwssite CNN. Manik Narain, strateeg bij de Zwitserse bank UBS, deelt die overtuiging. Hij waarschuwt in het bijzonder voor de gevaren waar de buitenlandse (en voornamelijk de kleine) economieën mee geconfronteerd kunnen worden. Hij noemt er drie.
Waarom vrezen de buitenlandse overheden een sterke dollar?
Extra druk op de begroting: Niet elk land heeft de mogelijkheid geld te lenen in de lokale valuta, omdat buitenlandse investeerders wellicht geen vertrouwen hebben in hun instellingen of omdat zij minder ontwikkelde financiële markten hebben. Dat betekent dus dat sommige landen geen andere keuze hebben dan schulden in dollars aan te gaan. Die schulden worden weliswaar duurder als de dollar het goed doet. Voorts moeten bedrijven en overheden meer geld op tafel leggen om voedsel, medicijnen en brandstof in te voeren. De olieprijs wordt bijvoorbeeld in dollar uitgedrukt.
We zien daar vandaag al de gevolgen van. Een tekort aan dollars in Sri Lanka heeft bijgedragen tot de ergste economische crisis in de geschiedenis van het land, waardoor de president Gotabaya Rajapaksa vorige maand uiteindelijk werd gedwongen op te stappen. Sri Lanka is zeker niet het enige land dat in moeilijke papieren zit. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) staan 53 landen, waaronder Nigeria, Ethiopië, Ecuador en Ghana, maar ook Egypte, Tunesië en Pakistan aan de rand van de afgrond.
Kapitaalvlucht: Zoals we hierboven al hebben aangehaald zorgt een sterke dollar ervoor dat meer en meer beleggers de Amerikaanse markt betreden. Dat duwt de binnenlandse munt nog lager, waardoor de begrotingsproblemen verergeren.
Het fnuikt de economische groei: Door de duurdere producten (in dollar uitgedrukt) kunnen bedrijven in de problemen komen om hun voorraden aan te vullen. Dat betekent dus ook dat ze minder kunnen verkopen, waardoor de omzet daalt. Minder economische activiteit zorgt ervoor dat de economische groei vertraagt. Dat in combinatie met een hoge inflatie kan leiden tot stagflatie.
We nemen opnieuw Sri Lanka als voorbeeld. Daar kwam de inflatie vorige maand uit op 60,8 procent. De centrale bank van het Zuid-Aziatische land sluit niet uit dat de geldontwaarding de komende twee maanden kan oplopen tot 70 procent. De toezichthouder verwacht dat dat de piek zal zijn.
Als de Amerikaanse economie op volle toeren draait, kan dat de klap voor de kleinere economieën enigszins verzachten. Veel opkomende markten exporteren namelijk goederen naar de Verenigde Staten.
(kg)