Een baan betekent in Duitsland niet altijd voldoende middelen om in het eigen levensonderhoud te voorzien. De krant Saarbrücker Zeitung meldt dat inmiddels meer dan drie miljoen Duitsers met hun salaris niet kunnen rondkomen om zich te voeden en te verwarmen.
De krant analyseerde de cijfers van het Duitse nationale bureau voor de statistiek en concludeerde daaruit dat twee jaar geleden 3,1 miljoen loontrekkenden onder de armoedegrens leefden. Dat is een toename met 25 procent tegenover zeven jaar geleden, toen 2,5 miljoen werkenden onder de armoedegrens leefden.
De armoedegrens is voor Duitsland vastgelegd op 979 euro per maand, het salaris en sociale uitkeringen gecombineerd.
Bezuinigen op voeding en verwarming
Enquêtes tonen aan dat gezinnen met een laag inkomen in de eerste plaats bezuinigen op voeding en verwarming. Twee jaar geleden gaven 538.000 Duitse werknemers aan dat ze slechts elke twee dagen een volledige maaltijd aten om geld te kunnen besparen.
Bijna evenveel werknemers rapporteerden onvoldoende geld te hebben om zich in de winter te kunnen verwarmen. Eén op de twee Duitsers met een laag salaris, ongeveer 1,5 miljoen mensen, beschikte niet over de mogelijkheden om minstens één week per jaar op vakantie te gaan.
“Het aantal werknemers dat met zijn salaris slechts marginaal boven een werkloosheidsuitkering blijft, is alarmerende hoog,” zegt Ulrike Mascher, voorzitter van de sociale organisatie VdK Sozialverband. Begin dit jaar voerde Duitsland voor de eerste keer een minimumloon in. Alle Duitse werknemers moeten daardoor minstens 8,50 euro per uur verdienen.